James Worthy

‘De seks is saai. Remco sekst als een album van Marco Borsato’

Columnist James Worthy wil niet meer naar buiten, dus zit hij vaak op het balkon naar zijn buren te luisteren.

James Worthy

Mijn onderbuurman is een man van 81 jaar oud en mijn bovenburen zijn vijf studentes. Ik wil niet meer naar buiten, dus ik zit vaak op het balkon naar mijn buren te luisteren. De bovenburen ploppen bierflesjes open en dansen op muziek waar ze niet op kunnen dansen. Maar dat maakt niet uit, ze zijn nog jong. De wereld ligt aan hun voeten en aan hun hockeykuiten.

De onderbuurman daarentegen maakt heel weinig geluid. Te weinig. Soms wil ik aan hem vragen of hij wat meer geluid kan maken, zodat ik kan horen dat hij nog leeft. In de avond hoor ik het gepiep van een magnetron. Het opentrekken van een magnetronmaaltijd. Een keukenla schuift open. Het geluid van een oude man die zijn warme eten koud probeert te blazen.

De bovenburen doen niet vaak aan avondeten. Ze hebben het te druk met leven, of momenteel met te doen alsof. Ze staan op het balkon te roken en over jongens te praten. Er staat een klein asbakje op de balustrade. Af en toe mikken de buren verkeerd en sneeuwt het kleine beetjes as.

‘Ik ben echt helemaal klaar met, Remco. Hij belt te vaak.’

‘Wat als hij minder zou bellen, sweetie?’

‘Dan zou ik ook klaar met hem zijn. Het gaat niet om het bellen.’

‘Waar gaat het dan om?’

‘De seks is saai. Remco sekst als een album van Marco Borsato.’

Arme Remco. Maar als mijn buren het zeggen, is het naar alle waarschijnlijkheid de waarheid.

De televisie van de onderbuurman staat al jaren onafgebroken aan. Hij is eenzaam. Ik kan hem uit bed horen stappen als de ochtendnieuwslezer aan de weersvoorspelling begint. Ik denk dat de buurman rustig wordt van het weer. Als je zelf niet weet wat voor dag het gaat worden, is het fijn als een wildvreemde man in een televisiestudio tegen je zegt wat voor dag het gaat worden. Overwegend bewolkt met een kans op regen.

De bovenburen klagen over het feit dat ze niet kunnen stappen. Dat begrijp ik. Ik had ooit een vriendin die in een studentenhuis woonde en niets is mooier dan vier of vijf meisjes die zich klaarmaken voor het stappen. Meisjes die synchroon hun lippen staan te stiften voor een spiegel die boven een smerige wasbak hangt. De spiegel is te klein en er zit een barst in. Het is een verse barst. Een van de meisjes heeft liefdesverdriet en een pleister op de knokkels van haar rechterhand. Straks fietsen ze zonder licht door de stad. Er staat een rij voor de club. Een beveiliger met een oortje in luistert naar niemand, maar wel naar de bovenburen. Ze mogen naar binnen. Dit is de mooiste avond van hun leven. Elke avond kan de mooiste avond van hun leven worden. Alleen nu even niet.

De onderbuurman is in slaap gevallen tijdens het tienuurjournaal. Hij hoort niets over de nieuwe besmettingen. Hij ziet geen cijfers of grafieken. Ook het weer van morgen weet hij niet. ‘Opnieuw zwaarbewolkt, maar blijf sterk. In 2021 neemt de kans op een enkele opklaring echt toe.’

Column
  • iStock