Dat die kneuzen van DENK de rel tussen Turkije en Nederland zouden politiseren, zagen we allemaal van mijlenver aankomen. Dat hoort nu eenmaal bij de werkwijze van demagogen, ophitsers en gewetenloze machtswellustelingen. Dat bewijzen types als Rutte en Wilders ook, die afgelopen weekend, een paar dagen voor de verkiezingen, evenwel van de gelegenheid gebruikmaakten om nog zo snel mogelijk een paar zeteltjes binnen te harken.
Als ik deze column schrijf, moet het blad uiteraard nog naar de drukker, om vervolgens twee dagen later bij u thuis of in de winkel te liggen. Kortom: ik weet nog niet wat de uitslag is. Maar ik durf wel te voorspellen dan Tunahan Kuzu en zijn maten minimaal drie zetels gaan pakken. En wellicht hebben ze er eentje alleen te danken aan de diplomatieke rel tussen Rutte en Erdogan, die allebei ten faveure van hun eigen campagnes geen enkele concessies zullen doen.
DENK was de enige partij die zich niet in het openbaar achter premier Mark Rutte schaarde. Integendeel. Alle chagrijn dat in de samenleving leeft, werd handig omgezet in politiek gewin, bijvoorbeeld door tegen Ahmed Aboutaleb te zeggen dat politieagenten geen nodeloos geweld tegen burgers mogen gebruiken.
Hier zit een boosaardige suggestie in. Want in Turkse journaals wordt er voortdurend bericht over buitenproportionele agressie tegen demonstranten. Maar dat is natuurlijk een frame. De mensen die het fysieke conflict met de politie en de ME opzochten, werden niet voor de gezelligheid in elkaar gebeukt, of door een hond gebeten, maar vooral omdat zij de openbare orde verstoorden en los van dit alles: de reputatie van Turkse Nederlanders verneukten.
Hoe ijverig de baasjes van DENK het conflict wilden uitventen, blijkt wel uit het feit dat drie hypocriete tweets van lijsttrekker Tunahan Kuzu massaal werden gedeeld door fakeaccounts, speciaal voor de gelegenheid in het leven geroepen om over te komen als een relevante partij, met een mening die ertoe doet. Heel slinks, maar ook een beetje ziekelijk.
Wat we derhalve mogen concluderen, is dat DENK inderdaad niet voor verbinding staat, zoals ons ruim een half jaar door de partij is wijsgemaakt, met name op social media. De mannen spinnen overduidelijk garen bij de mislukte integratie van sommige Nederlanders met een migratieachtergrond. DENK wil vooral de slachtofferrol van notoire querulanten uitventen. En ook spelen ze in op het sentiment van burgers die een ongezonde afkeer van Nederland hebben, en veel loyaler zijn aan een ander land.
Díe partij mag zo meteen dus in de Tweede Kamer gaan zitten. Niet met het doel om de wereld een stukje mooier te maken, maar vooral om verschillen in stand te houden, want anders verliezen de mannen natuurlijk hun bestaansrecht. Ze zullen er de komende jaren alles aan doen om mensen tegen elkaar op te zetten. Het wordt hun missie om tegenstellingen uit te vergroten. En het establishment hoeft niet op DENK te rekenen als het om integratiekwesties gaat, want de partij is er bovenal om meer rumoer en problemen te creëren.
Ondertussen gaan Turkije en Nederland zich voorlopig niet verzoenen. Beide regeringen lijden gezichtsverlies bij excuses. En dat heeft uiteraard electorale gevolgen. Het komt DENK prima uit. Sommige partijen spenderen honderdduizenden euros aan campagnes. Maar soms valt alles gewoon op zijn plek. Dat geluk had DENK. En nu zitten wij ermee opgezadeld.