Ik zou liever drie van mn hartkamers dicht laten metselen dan naar Alles Mag Op Zaterdag te kijken.
Als Asporaat zn mond openspert, kun je er een Volvo XC 90 in parkeren, en zoals kenners weten is dat geen geringe auto. En dan die tanden. Met liters nepwitte verf geschilderde heipalen, dat zijn het. Als hij lacht, lijkt het of er zich een gigantische ruimte opent, waarin je de Matterhorn kunt verbergen.
En hij lacht veel. Hij lacht om alles. Een kolenkit met een bluts erin, een populier met boomschimmel, een oude vrouw die over haar eigen enkels struikelt: Asporaat lacht zich een breuk. Daarbij evoceert hij de irritantste lach sinds Albert Mol zich de dijen blauw kletste die keer in Wie Ben Ik? toen Martine Bijl in haar broek scheet.
Asporaat werd geboren in een gat op Curaçao, genaamd Willemstad, en zoals iedereen in Willemstad wilden de Asporaten naar de blanke wereld, zodat het boeltje op een ezelskar werd geladen en hopla, de oversteek naar Holland, meer bepaald Rotterdam werd gemaakt.
Daar verkocht de vader, Sjoerd Asporaat, hoorapparaten aan blinden en slechtzienden, en de moeder, Anatolia Asporaat-Swijgpligt, verdiende een centje door de toekomst te voorspellen aan mensen op hun sterfbed. Hun zoon Jandino wilde niet deugen en zoals vele losers opende hij een klerenwinkel, in Delft dan nog, waar hij papieren hoedjes, plooirokken voor transgenders en wegwerpbehas verkocht, uiteraard zonder succes.
Hij meende bij zichzelf enig talent te ontdekken voor de showbizz, en verdomd als het niet waar is, hij mocht meedoen met De Lamas, het tweede meest humoristische gezelschap uit de geschiedenis, na de cabaretgroep Der Achenkrauss, die wekelijks de Gestapo op een voorstelling vergastte. Het hield helaas niet op, Asporaat presenteerde onder meer Dance Dance Dance, aan de zijde van nog zon totaal overbodig delletje, Chantal Janzen.
Hij kreeg een eigen show, bijzonder origineel getiteld De Dino Show, waarin hij zich belachelijk maakte met oerslechte grappen, hysterische gebaren, onuitstaanbaar geloei, van de pot gerukte verkleedpartijen en dat alles in een decor dat werd ontworpen door een nicht met diepe zelfhaat, een stuitend gebrek aan kennis van de decorkunst en een voorkeur voor kleuren waarvan je pupillen gaan bloeden, dus mogelijk was het decor ontworpen door Asporaat zelve.
Hij ging ook nog eens samenwerken met Gerard Joling voor iets dat Alles Mag Op Zaterdag heette, en ik zou liever drie van mn hartkamers dicht laten metselen dan daarnaar te kijken. Asporaat is ook een stand-upcomedian, en in de achttien jaar dat hij een schande is voor dat vak is hij erin geslaagd om geen enkele joke te vertellen waar wie dan ook om kan lachen, behalve natuurlijk Asporaat in eigen persoon. We hebben hier te maken met een zéér verwerpelijk sujet.