SPLIT Shyamalan scoort eindelijk weer een hit met de grote James Mcavoyshow.
Ik begon aan de top en werkte me vanaf daar naar beneden, zei Hollywoodlegende Orson Welles ooit. De uitspraak geldt dubbel en dwars voor regisseur M. Night Shyamalan, die in 1999 vliegend uit de startblokken kwam met The Sixth Sense, maar sindsdien films maakte die steeds wat minder waren. Na het vreselijke After Earth (2013) had de beste man vrijwel alle krediet verloren, maar met The Visit (2015) en zeker nu met Split is de weg omhoog weer gevonden. En dat mag vrijwel volledig op het conto komen van James Mcavoy, die een psychopaat met maar liefst 23 persoonlijkheden speelt, die om vooralsnog onduidelijke redenen drie meisjes heeft ontvoerd. Alleen de slimme Casey (Anya Taylor-Joy) begint langzaamaan te begrijpen dat de zwakkere persoonlijkheden van de man te manipuleren zijn en start een psychologisch schaakspel.
Shyamalan houdt de touwtjes strak in handen en geeft wijselijk de spotlight aan Mcavoy, die vol op het orgel gaat in een rol die waarschijnlijk de natte droom is van elke acteur. Hij speelt het zó overtuigend dat je zeker in de gef lipte slotakte het ongeloofwaardige scenario voor lief neemt want ja, helemaal op het eind zit ook nog zon traditionele Shyamalansiaanse plottwist.