James Worthy

‘Iedereen die dit restaurant bezoekt, verwacht matig eten’

Als het even kan, gaat James Worthy graag op bezoek bij een restaurant dat net een negatieve recensie heeft gekregen. 'Nee, ik ben geen ramptoerist. Eerder een opkrabbeltoerist, want niemand kookt beter dan iemand die aan het opkrabbelen is.'

James Worthy

Het is rustig in het restaurant dat vorige week een slechte recensie kreeg. Je kunt zien en vooral voelen dat het personeel een flinke tik heeft gekregen.

Een meisje met schildpadgroene ogen vraagt of ik al een keuze heb kunnen maken. Ze is zenuwachtig, alsof dit haar eerste werkdag is, maar het meisje werkt hier al zo lang dat ik haar eigenlijk geen meisje meer zou mogen noemen.

Twee tafeltjes verderop slurpt een oude man soep van een lepel. Hij schudt met zijn hoofd en roept het meisje met de groene ogen bij zich. ‘Die recensent van de krant had gelijk. Jullie koken niet meer op de toppen van jullie kunnen. Er zit geen hart meer in. Geen vlinders. Vroeger dreven er vlindervleugels in deze soep.’

‘Sorry, meneer. Zou u iets anders willen bestellen?’

‘Eigenlijk niet, maar laat ik nog maar even naar jullie dessertkaart kijken.’

Uit de keuken komt weinig tot geen geluid. Een pollepel die op de grond valt. Het nerveuze gepiep van een oven die geopend wil worden.

De oude man heeft toch geen zin in een toetje en vraagt of hij af mag rekenen. Hij legt zijn pinpas op het mobiele pinapparaat en zegt dat hij eigenlijk geen fooi wil geven, maar dat hij toch 0,75 cent fooi gaat geven. Het meisje bedankt hem voor zijn goedgeefsheid.

En toch hangt er een hoopvolle sfeer in het restaurant. Er liggen weer nieuwe kansen. Iedereen die dit restaurant bezoekt, verwacht matig eten. Ze verwachten drollen en schoenzolen. De verwachtingen liggen lager dan het parket. Alles wat dit restaurant vorige week nog was, is weg. Neergesabeld en afgebrand. Dit is het moment om die sabel van de grond te pakken, naar de navelstreng te zoeken en om simpelweg herboren te worden. Dat is het mooie aan recensies. Ze kunnen eigenlijk maar twee kanten op. Of een restaurant wordt in slaap gehouden of het wordt wakker geschud. Een slechte recensie is in feite gewoon een kans om opnieuw te beginnen. En daarom ben ik hier. Nee, ik ben geen ramptoerist. Eerder een opkrabbeltoerist, want niemand kookt beter dan iemand die aan het opkrabbelen is.

Het meisje met de groene ogen vraagt of alles naar wens is. Ik neem een slok rode wijn en leg mijn hand op mijn hart, terwijl ik tevreden naar haar knik. ‘Alles smaakt fabelachtig. Ik proef de onzekerheid en de liefde. Ik proef herovering. Jullie zijn overduidelijk voor iets aan het vechten. De menukaart is weer een liefdesbrief geworden. De haas met eekhoorntjesbrood en aardpeer was alles wat ik nodig had. Er zat wel nog wat hagel in de haas.’

‘Dat is omdat we echt voor iets aan het vechten zijn, meneer,’ lacht het meisje met de schildpadgroene ogen.

Column
  • iStock