Kneiterhard werken, dat heeft hij altijd al gekund. Maar om in Hollywood te slagen moest Tom Holkenborg (49) eerst afrekenen met zijn eigen ego. En dat bleek een monsterklus. Maar het lukte, en nu heeft hij de filmscores voor blockbusters als Mad Max en Deadpool op zijn naam staan. Onlangs was hij terug in eigen land voor de première van Brimstone, waar Holkenborg de muziek voor schreef. Ik had altijd al filmcomponist moeten zijn.
Fotografie Corné van der Stelt
Toen hier in Nederland langzaam het nieuws naar buiten sijpelde dat jij in LA zat om filmmuziek te maken, heb ik geen moment het idee gehad: dat gaat die Holkenborg nooit redden.Dat idee had ik zelf niet, hoor. Mijn studiootje zat in Venice Beach. Dat is nu de hotste spot van LA, een onbetaalbare hub voor yuppies. Maar vijftien jaar geleden was het nog gangland, met drive-by-shootings en crackdealers voor mijn deur. Ik had helemaal geen goed beeld van wat je nodig hebt om een succesvolle filmcomponist te zijn. Ik dacht: ik kom daar aan en kan meteen aan de slag. Maar door met andere filmcomponisten te praten, ontdekte ik al snel van welke zaken je allemaal verstand moet hebben. Dus besloot ik om achterin de bus te gaan zitten en mijn ogen en oren goed de kost te geven. Door te leren en studeren schoof ik steeds een plekje naar voren. Tot ik op een gegeven moment naast de buschauffeur zat. En nu bestuur ik de bus zelf. Maar dat heeft wel dertien jaar geduurd.
Ik zat er helemaal doorheen. Ik dacht: dit gaat nooit wat worden. Ik was er gewoon depressief van
Waar liep je tegenaan?Je moet onwijs goed je eigen tijd en de tijd van iemand anders kunnen managen. Terwijl ik helemaal niet wist wat delegeren was. Want ik was artiest en dus gewend om alles in mijn eentje te doen. Nu heb ik op een normale werkdag vier, vijf assistenten die ik constant aanstuur. En vlak voordat ik een film afmaak, ben ik ongeveer tweehonderd mensen aan het vertellen wat ze wanneer moeten doen. Dat is inclusief het orkest, de dirigent, de technici die het opnemen. Dat luistert heel nauw, anders krijg je de muziek nooit zoals jij het hebben wilt. Daarnaast kwam ik erachter dat ik nog te veel ego had. In mijn jaren als artiest, was het altijd my way or the highway. Dat maakte het moeilijk voor mij om in een team te werken. Ik stond al heel snel in vuur en vlam als iemand iets aan te merken had op mijn muziek. Dus ik zei tegen mezelf: jongen, er is veel werk aan de winkel.