Suriname moest de parel van de Cariben worden, de rijstschuur van de regio. Suriname was booming. Nu is het crisis. De gewone Surinamer zal de komende jaren de prijs moeten betalen voor het financie?le wanbeleid en corruptie van de regering van Bouterse. Suriname is als een kaartenhuis in elkaar gevallen.
In Suriname noemen ze het ook wel de precaire situatie. Waar in het land je ook bent, wie de gesprekspartner ook is; de precaire situatie is het gesprek van de dag. Al maandenlang. En dat zal het ook nog wel even blijven, want het gaat niet goed met Suriname. Waar het lange tijd leek alsof het land onder leiding van de in 2010 gei?nstalleerde president Bouterse sprongen in zijn ontwikkeling aan het maken was, kan nu niet anders gesteld worden dan dat het idee van vooruitgang slechts een fac?ade was.
Sinds eind vorig jaar zit de voormalige kolonie in de zwaarste recessie sinds de jaren 80 en 90, en de problemen zijn dan ook fors. Een gierende inflatie van bijna 50 procent, begrotingstekorten die zijn verminderd door de gelddrukpers te laten lopen, een staatskas die de afgelopen jaren vrijwel is geplunderd en nu door de minister van Financie?n in rap tempo wordt bijgevuld met honderden miljoenen aan buitenlandse leningen. Er zijn forse prijsverhogingen voor elektriciteit en benzine omdat geldverstrekker IMF, goed voor een half miljard, economische hervormingen verwacht. De Surinaamse dollar vertegenwoordigt nog maar de helft van de waarde in vergelijking met 2010, tegenover salarissen die gelijk zijn gebleven. Een groot deel van de goud- voorraad is verkocht en er is geen enkele transparantie over alle gemaakte kosten van de twee regeringen-Bouterse. Momenteel is de situatie dusdanig penibel dat de overheid zijn verplichtingen aan sociale instellingen in het land niet meer kan nakomen en daarmee plaatst het een bom onder het toch al broze vangnet voor de kansarmen.