Nu de verkiezingen met rasse schreden naderen, zullen we worden doodgegooid met loze campagnebeloftes, boude uitspraken en allerlei andere tenenkrommende capriolen, omdat veel zendtijd nu eenmaal betekent dat de mensen thuis ijverige politici niet over het hoofd kunnen zien.
Het wordt aankomende maanden een wedstrijd verplassen: iedereen wil laten zien hoe begaan hij is met het lot van dit land. Vooral de vrolijkerds op rechts, die om de beurt een apocalyps door toedoen van asielzoekers en de Europese Unie aankondigen, gaan met apodictische uitspraken op jacht naar de voorpagina van de krant of een plek in een actualiteitenprogramma, in de hoop op een paar zetels.
Wat is de verantwoordelijkheid van de media? Dat is een interessante vraag, eentje die vorige week al een paar keer opdook, toen bleek dat een serieuze krant als de Volkskrant en daarnaast De Telegraaf journalistieke keuzes maakten die ronduit dubieus waren, of op zijn minst in het voordeel van de PVV de partij die altijd het hardst schreeuwt en ontregelt.
Bij de Volkskrant reserveerden ze de voorpagina voor de nieuwste slavin van Geert Wilders, een redelijk onbekende jongedame die hoog op de kandidatenlijst is geplaatst. Op zich interessant om te lezen, maar of die vrouw zo prominent moest worden aangekondigd, terwijl overal op de wereld brandhaarden zijn, valt zonder meer te betwisten. De krant wilde urgent zijn en bracht hijgerig het nieuws, het gevolg was dat er gratis reclame werd gemaakt.
Het is een loepzuivere vorm van rendementsjournalistiek: normaal gesproken zou dit bericht nooit de voorpagina halen, maar omdat de PVV nu eenmaal hot is, Geert Wilders elk debat in ons land bepaalt en de losse verkoop van een krant altijd wel opgekrikt kan worden, kreeg de jongste bediende van de partij die plek op de voorpagina, iets waar andere politici niet eens van durven dromen. Een kwalijke ontwikkeling.
Maar het kan erger. Zo kampen ze bij De Telegraaf met teleurstellende omzetcijfers. Onlangs moest moederbedrijf TMG zelfs 75 mensen ontslaan, zodat de financiële huishouding op orde kon worden gesteld. Of het een met het ander samenhangt, is niet geheel duidelijk, maar dat deze krant zich tegenwoordig meer activistisch opstelt, kan onmogelijk aan de aandacht van nieuwsjunkies ontsnapt zijn. In een week tijd lazen we asieltuig, asielhopper-invasie en kansloze asielplaag. De retoriek van de PVV wordt overgenomen, en in sommige gevallen zelfs ruimschoots voorbijgestreefd; een dubieuze eer.
Ook hier valt op dat een medium wil aanhaken bij een partij die momenteel in alle peilingen wint. Een krant zou objectief en gebalanceerd moeten zijn, maar in deze tijd zal gedegen en kritische journalistiek eerder lezers kosten.
Dat is de manier waarop er wordt geredeneerd.
De winst van Donald Trump in Amerika deed de schellen van de ogen vallen: onze journalisten willen niet dezelfde fouten maken door bezorgde burgers en racisten te negeren, want zij bepalen straks wie de verkiezingen gaat winnen. Maar wat we nu zien is het andere uiterste. Iedereen wil de PVV belichten, sommige perslieden verspreiden zelfs gewillig zijn denkbeelden, teneinde elk verwijt te vermijden en er zelf beter van te worden.
Dát is de armoedige staat van onze journalistiek. Na het failliet van de politiek dreigt nu de teloorgang van de kwaliteitsmedia. En dit alles gaat resulteren in een land waar de aankomende jaren een zeer ongure wind zal waaien.