Ik zal eerlijk bekennen: de digitale bedreigingen, laster en scheldkanonnades hebben niet meer zoveel effect als in het begin van mijn loopbaan. Alles went. In 2016 werd ik uitgemaakt voor landverrader, kankerjood en smerige verkaasde bastaard. Minstens de helft van wat ik aan mail ontvang, biedt genoeg materiaal om een rechtszaak te beginnen. Maar ik doe het niet. Vooralsnog.
ls ik de vrolijke luitjes op Twitter moet geloven, die virtuele gedachtenpolitie, ben ik een vieze stink-turk die beter kan oprotten naar Turkije, waar mijn grote führer me de weg zal wijzen. Iemand anders voegt eraan toe: Jij en je moslimsoort zijn het ergste soort wat er bestaat en ooit bestaan heeft en ooit zal bestaan. Je bent vrij om te gaan.
Het is een greep uit de oogst van vorige week. Ik had geschreven dat Geert Wilders aan het radicaliseren is, met een verwijzing naar zijn houding ten opzichte van de rechtbank, en moest die observatie bekopen met een eindeloze stroom aan digitale scheldpartijen en bedreigingen. Het is geloof ik de ziekte van deze tijd. Elke keer als ik een stevige column schrijf, of een venijnige tweet plaats, volgt er vrijwel onmiddellijk een tegenreactie, vaak in de vorm van ongepolijst haatcommentaar, een letterdiarree waar de honden geen brood van lusten.
Vanwege de afkomst van mijn ouders mag ik kennelijk geen kritiek hebben. Ik ben een smerige buitenlander die het veel beter over zijn eigen mensen kan hebben
Nu snap ik best dat het tegenwoordig all in the game is: social media maakt de wereld nou eenmaal een stuk kleiner en wie beroepsmatig uitdeelt zoals ik moet niet lopen janken als hij zo nu en dan in mijn geval dagelijks op een weerwoord stuit. Ook al is de afzender van dat bericht een ongeletterde racist die zich geenszins constructief opstelt, maar louter uit is op ontwrichting, vernietiging en vernedering van andersdenkenden. Het schijnt dat de mening van deze mensen veel te lang is geridiculiseerd, dat zij zich tweederangsburger in eigen land voelen en dat we hun reële angsten en zorgen niet mogen wegwuiven. Het zal allemaal wel. Wat we de laatste tijd ook steeds vaker zien, is dat virulente vreemdelingenhaat dankzij internet de weg naar buiten heeft gevonden, en dat er dagelijks nieuwe toetsenbordstrijders opstaan die zich ondanks alle fatsoensnormen en, nog belangrijker, wetten volledig laten gaan, niet gehinderd door bestaande strafartikelen. Want let wel: van minstens de helft van wat ik aan brieven in mijn mail ontvang, weet ik dat ze genoeg materiaal bieden om een rechtszaak te beginnen. Maar ik doe het niet. Vooralsnog.