De aandachtsjunks van rechts

Een rechtse partij met een conservatieve visie op immigratiebeleid vormde ruim twintig jaar geleden een uitzondering. St...

Een rechtse partij met een conservatieve visie op immigratiebeleid vormde ruim twintig jaar geleden een uitzondering. Sterker nog, de Centrum Democraten van Hans Janmaat werden vroeger bespot en genegeerd, omdat hun boodschap (‘Nederland is vol’) voor walging en afkeur zorgde. Die vreemde nationalisten, met hun markante leider, kregen al snel het etiket van fascist opgeplakt en konden derhalve op een strenge doch oneerlijke behandeling rekenen.

Ruim twee decennia later is de stemming veranderd. Kritiek op de multiculturele samenleving werd salonfähig en daarbij ontkiemde na alle terreurdreiging een nieuwe vorm van vaderlandsliefde, wat in de praktijk inhoudt dat ministers en andere bewindvoerders vrijelijk kunnen roepen dat onze cultuur superieur is aan die van alle andere landen en volkeren.

Tegelijkertijd zijn er aan de rechterkant van het politieke spectrum steeds meer partijen en bewegingen aan het ontstaan die allemaal voor het hetzelfde doel strijden: behoud van onze eigen cultuur en identiteit. Hierbij wordt niet zelden het doemscenario geschetst van invloedrijke Europarlementariërs die het op onze nationale soevereiniteit hebben gemunt en islamitische vluchtelingen die onze liberale waarden definitief zullen omverwerpen.

Blijkbaar worden deze angsten breed in de maatschappij gedragen, want inmiddels zijn er vier of vijf partijen die menen dat ze eigenhandig voor een migratiestop willen zorgen – een verkiezingsbelofte die in ieder geval digitaal, waar de meeste activisten zich tegenwoordig verzamelen, op veel bijval kan rekenen en daarom herhaaldelijk wordt gebezigd.

Bovendien hebben conservatieve geesten met politieke ambities goed gekeken naar het succes van het Oekraïne-referendum: allemaal willen ze via meerdere volksraadplegingen belangrijke beslissingen nemen op het gebied van Europa, immigratie en wat dies meer zij.

Lees hier meer columns van Özcan Akyol

Dat ons land massaal aan het verrechtsen is, behoeft geen verdere uitleg. De klassieke linkse partijen hebben er jarenlang een potje van gemaakt en zijn nu niet in staat om een goed verhaal te formuleren waarmee ze hun eigen puinhopen willen gaan opruimen. Ze moeten machteloos toezien hoe PVV, VVD, CDA en nieuwkomers VNL en Forum voor Democratie, de beweging van paljas Thierry Baudet, onderling de strijd gaan voeren om de stem van de (semi)reactionaire kiezer.

Wat hierbij opvalt, is dat prominente figuren met hetzelfde gedachtengoed, mensen die vroeger bondgenoten waren, hun krachten niet hebben gebundeld, maar in de aankomende maanden elkaar zullen bevechten om een soortgelijke doelgroep aan te boren. Deze versplintering op rechts is merkwaardig. En onbegrijpelijk, bovendien.

Een voorbeeld: Jan Roos en Thierry Baudet trokken een paar maanden geleden gebroederlijk door het land om iedere burger ervan te overtuigen dat er tegen het handelsverdrag met Oekraïne moest worden gestemd. Die campagne leverde succes op. Ze wisten veel mensen te raken en brachten onze minister-president in verlegenheid. Toch hebben ze er nu voor gekozen om niet opnieuw samen een front te vormen tegen allerlei misstanden op de wereld.

Het heeft er daarom alle schijn van dat eigenbelang en ijdelheid zwaarder zijn gaan wegen dan het dominante rechtse sentiment onder burgers. Door de toename van groeperingen die min of meer hetzelfde denken en vinden, zal het onmogelijk worden voor één partij om te kunnen overheersen. Dat begrijpt iedereen. Dat maakt het des te vreemder dat verscheidene kopstukken van het rechtse kamp besloten hebben hun eigen koers te varen. Door dit besluit kan de verdenking ontstaan dat het ze niet om idealen gaat, maar vooral om het bevredigen van een onverzadigbare zucht naar aandacht. Die zullen ze dan ook ongetwijfeld krijgen.