Wordt het bespreken van economische zaken echt ingewikkeld, dan valt in de mediawereld al snel één naam: Mathijs Bouman (50), de man die bijna overal wel een antwoord op weet. We staan aan de vooravond van een nieuwe economische omwenteling.
Tekst: Libben Reeskamp / Fotografie: Corné van der Stelt
Trouwe kijkers van RTLZ en oplettende lezers van je columns in Het Financieele Dagblad hebben jou leren kennen als een rasoptimist onder de bekende economen van Nederland. Toch niet een tikje chagrijnig geworden als gevolg van de Brexit?
Nou, de moed zonk wel even in mijn schoenen toen ik s ochtends wakker werd en de uitslag van het Britse referendum voor mijn kiezen kreeg. Maar liefst 51,9 procent van de Britten bleek te hebben gestemd voor een vertrek uit de EU. En dat terwijl de meeste peilingen in aanloop naar het referendum ervan uitgingen dat de Britten uiteindelijk wel voor een verblijf in de EU zouden kiezen. Hè bah, moet ik weer al die negatieve verhalen over de zogenaamde spartelende economie van de Europese Unie aanhoren en van commentaar voorzien, schoot er door mijn hoofd. Gaat het weer de hele tijd over hoe anti-Europese politici zoals Jean-Marie Le Pen en Geert Wilders terrein winnen en zich gesterkt voelen door de Brexit. Gaat het weer jaren over de vraag of de Europese Unie nou wel zo democratisch is of niet. Doodmoe word ik van dat soort simplistische discussies.
Zo gek is die vraag toch niet? Brussel speelt graag eigen baas over Europa en kan wel wat bijlessen democratisch bestuur volgen.
Ik ben wel de laatste om te ontkennen dat de Europese Unie buitengewoon slecht georganiseerd is, dat er veel te veel politieke macht ligt bij de Europese Raad. Dat komt ook omdat de EU voortdurend moet dealen met veto-achtige invloeden van de regeringen van machtige lidstaten zoals Duitsland en Frankrijk. Dat leidt er weer toe dat er vaak veel ondemocratische besluiten worden genomen. De Europese monetaire unie met de euro als gemeenschappelijke munt functioneert ook niet naar behoren. Dat komt omdat het maar niet lukt om in Europees verband eenduidige en heldere afspraken over een gemeenschappelijk begrotingsbeleid te maken. Zo hebben Frankrijk, Duitsland en Italië zich nooit willen houden aan de afspraken dat het begrotingstekort van een nationale lidstaat niet hoger mag zijn dan drie procent van het binnenlands bruto product.
Je staat te boek als een onvervalst pleitbezorger van internationale samenwerking en economische vrijhandel en een Europa zonder grenzen en je hebt jezelf weleens gekscherend een eurofiele extremist genoemd. Schuilt er dan toch een euroscepticus in je?
Ik noem me toch liever geen eurofiel. Dat klinkt als een soort francofiel in het groot of als iemand die dol is op Duitse worstjes, Tsjechische biertjes en Franse wijnen en kazen. Maar ik ben niet verliefd of zo op Europa.
Hoe moeten we je dan noemen?
Noem me maar een solo-scepticus. Ik ben ervan overtuigd dat Nederland het alleen niet redt in een wereld waarin het economische zwaartepunt zich snel naar het oosten verplaatst. Ik denk oprecht dat we onze belangen beter kunnen dienen binnen de EU, dan erbuiten. Solo gaat het niet meer. Vandaar de term solo-scepticus.
Toch niet een stukje twijfelachtiger geworden over het Europese project sinds de Brexit?
Ik omarm onverminderd het Europese project omdat het ons duurzame vrede, stabiliteit en een ongekende welvaart heeft gebracht. Dankzij deze Europese samenwerking is Europa het grootste handelsblok van de wereld.