Over slangen en belangen

In aanloop naar de Kamerverkiezingen van maart 2017 melden zich steeds meer figuren aan het politieke firmament. Daarnaa...

In aanloop naar de Kamerverkiezingen van maart 2017 melden zich steeds meer figuren aan het politieke firmament. Daarnaast zijn er volksvertegenwoordigers die na een trouw dienstverband alvast hun afscheid aankondigen – de een wat luidruchtiger dan de ander.

In dat kader was het interessant om te lezen dat Tjitske Siderius, parlementslid voor de SP, deze week uitlegde dat we haar niet meer terug zullen zien, onder meer door de verziekte cultuur in Den Haag. Daar zegt ze over: ‘Het is een slangenkuil. Het gaat soms meer over macht en posities dan over inhoudelijke thema’s. Je moet altijd over je schouder kijken of er niet iemand een mes in je rug steekt,’ waarmee Siderius dus openlijk de totaal ongezonde verhoudingen en drijfveren bij onze regenten hekelt. En dat is toch wel opmerkelijk: deze dame heeft acht jaar op het Binnenhof vertoeft, eerst als fractiemedewerker, daarna als parlementslid, om vervolgens te concluderen dat er helemaal niets aan deugt.

Natuurlijk heeft ze gelijk, maar dat iemand zo lang blijft plakken op een plek die haar kennelijk tegen de borst stuit, getuigt van naïviteit of zegt wellicht iets over haar weloverwogen opportunisme. Als ik dan ook nog lees dat ze in regionale kranten laat optekenen: ‘Mijn toekomst ligt bij een maatschappelijke organisatie in het sociale domein, zoals onderwijs, sociale zekerheid, cultuur of zorg. Ik wil iets positiefs creëren in plaats van problemen oplossen en verbinden om iets positiefs neer te zetten,’ beklijft het gevoel dat ze in de Tweede Kamer best veel dingen heeft geleerd, zoals kille zelfpromotie en demagogie.

Lees hier meer columns van Özcan Akyol

Als Tjitske Siderius daadwerkelijk van haar collega’s verschilde, zou ze niet vlak voor vertrek iedereen een trap uitdelen, puur om zichzelf op voorhand op de arbeidsmarkt te profileren. Het getuigt van veel dedain richting ambtsgenoten en kiezers om te veinzen dat de narigheid in politiek Den Haag een totaal nieuwe openbaring voor haar was. Dan had ze blijkbaar al die tijd nooit de kranten gelezen, televisie gekeken of simpelweg haar omgeving bestudeerd.

En als ze dan ook nog schaamteloos wereldkundig maakt dat ze dolgraag bij een andere organisatie aan de slag wil, terwijl ze nog een halfjaar een parlementaire rol moet vertolken, neemt ze het strikt genomen ook niet zo nauw met integriteitsregels: want hoe zou ze in politieke zin een belangenclub benaderen die haar reeds deze maand aanstelt?

Dit symptomatische intrigantengedrag kenschetst het grote probleem van onze politici, die de Tweede Kamer vooral beschouwen als mooie aanvulling op hun curriculum vitae. De échte idealisten en filantropen zijn op één hand te tellen. Een overgrote meerderheid gaat povertjes het parlement in, om er uiteindelijk veel beter uit te komen, bijvoorbeeld dankzij een baan bij een multinational, die met terugwerkende kracht altijd met fluwelen handschoenen werd aangepakt. Dit is iets van alle tijden, maar het blijft een zorgelijke en cynische werkelijkheid.

Als ik in het geval van Tjitske Siderius een beetje welwillend haar verhaal voor waar zou aannemen, moet de conclusie dus zijn dat deze naïeve en hardleerse dame bijna een decennium op een van de invloedrijkste plekken van ons land heeft gewerkt, terwijl ze geen flauw benul had van wat er allemaal in haar omgeving gebeurde. Ook dat is verontrustend: dat iemand al die tijd onderdeel kon uitmaken van een systeem dat ze niet snapt.Het zijn gouden tijden voor de liefhebber: dit is de laatste week van het reces. De clowns en acrobaten staan klaar om het politieke circus te betreden.