Nieuwe Revu schreef onlangs over deze wijkagent wiens leven door een posttraumatische stressstoornis in puin lag. Wij spraken Gerrit van de Kamp, voorzitter van de politievakbond ACP, over hoe groot het PTSS-probleem bij de politie is. En wat eraan wordt gedaan.
Tekst: Danny Koks
Hoeveel agenten kampen met PTSS?
Hoe hoog het percentage structureel is valt moeilijk te zeggen, omdat we daar bij de politie pas de laatste drie jaar serieus naar aan het kijken zijn. Maar dat het gaat om enkele honderden gevallen op jaarbasis, is inmiddels wel duidelijk geworden.
Hoezo wordt er pas de laatste drie jaar gekeken of agenten al dan niet aan PTSS lijden?
Onze vakbond heeft tien jaar lang gestreden voor de erkenning van PTSS als beroepsziekte. Pas onder Opstelten is dat er uiteindelijk doorgekomen. Hij was de eerste minister van Justitie die het als zodanig wilde erkennen. Hij kon ook weinig anders, op grond van alle documenten en kennis die er ligt. Die erkenning is belangrijk, omdat daar een heel stelsel aan voorzieningen aan vastzit: nu worden medische kosten vergoed, er is specialistische begeleiding, er wordt een reïntegratietraject opgezet, er is ruimte voor een financiële schadeloosstelling.
Hoe was de situatie toen PTSS nog niet als beroepsziekte werd erkend?
Je zag dat collegas vaak lang ziek en moeilijk inzetbaar waren. Hun problemen werden vaak niet als PTSS gediagnosticeerd en ze kregen daardoor ook niet de juiste begeleiding naar hun herstel. Met als ultieme consequentie dat heel wat van deze mannen en vrouwen uiteindelijk de dienst hebben moeten verlaten.
Stuiten zieke agenten vaak op onbegrip bij hun werkgever en collegas?
Tuurlijk. Een gebroken been kun je goed zien, PTSS niet. Dat maakt het moeilijk bespreekbaar. Wat je bij politiemensen vooral ziet, is dat de emmer langzaam vol druppelt. Dat kan jarenlang aan de hand zijn, tot er iets gebeurt dat het laatste zetje geeft. Binnen het korps wordt een bepaalde mentale weerbaarheid van je verwacht. De algemene mentaliteit is dat je bestand moet zijn tegen de druk van het werk en veerkracht moet tonen. Dat je met die stress om kunt gaan. Totdat het je zelf overkomt. Als je dertig jaar in dienst bent en incident op incident op incident hebt meegemaakt, gaat dat natuurlijk aan je vreten.
Hoe is de nazorg bij de politie geregeld?
Als vakbond hebben wij gezegd: natuurlijk moeten collegas die nu met PTSS kampen een adequate schadevergoeding krijgen. Maar wij hameren vooral op het herstel. Mensen moeten weer terug aan het werk kunnen. Dat kan veel beter dan het nu gebeurt. Op welke plek moet die collega weer aan het werk, hoe snel? Wat voor werk kunnen ze al wel aan en wat nog niet? En hoeveel uur kunnen ze behappen? Zijn de collegas in staat bepaalde gedragingen te herkennen die horen bij PTSS en weten ze wat ze in zon geval moeten doen? Dat is allemaal nog in ontwikkeling.
Het ministerie van Justitie moet forse schadeclaims betalen aan Libanon- en Dutchbat-veteranen met PTSS wegens te weinig nazorg. Gaat dat bij de politie ook gebeuren?
Het grote verschil is dat de veteranen met PTSS niet meer in dienst zijn bij Defensie, of PTSS ontwikkeld hebben nadat ze al weg zijn gegaan. Bij de politie zijn veel van de mensen met dit ziektebeeld nog in dienst. Maar we moeten ook heel goed kijken naar wat er wordt gedaan voor de collegas die vanwege hun PTSS uiteindelijk wél hun baan zijn kwijtgeraakt. Ik sluit niet uit dat gewezen collegas naar de rechter zullen stappen, maar ik hoop dat we voldoende maatregelen hebben getroffen om hen in alle redelijkheid en billijkheid tegemoet te kunnen treden.
En dan bedoelt u een financiële compensatie?
Het gaat altijd maar over geld, dat vind ik best lastig. Waar het die collegas in mijn ogen vooral om te doen is, is dat ze weer deel kunnen nemen aan het werkzame en sociale leven. Natuurlijk moet er schadecompensatie zijn, maar van geld word je niet beter. Uiteindelijk gaat het erom dat je weer als volwaardig mens wil deelnemen aan de samenleving en het werk wil doen dat je zo graag doet. Al zou je zo iemand een miljoen geven, dan nog tover je daar zijn of haar PTSS niet mee weg.