'Ik zit me al de hele week op te vreten'

De anonieme actiegroep Stop Oppressive Stereotypes vindt Monsieur Cannibale een ‘kwetsende, racistische en onderdrukkend...

De anonieme actiegroep Stop Oppressive Stereotypes vindt Monsieur Cannibale een ‘kwetsende, racistische en onderdrukkende karikatuur’. Ze eisen dat de Efteling stopt met de attractie. Nieuwe Revu polste bij de monsieur of de soep echt zo heet wordt gegeten als hij wordt opgediend.

Tekst: Danny Koks

Wat een gedoe hè, met die actiegroep?

‘Nou nou nou zeg, ik zit me al de hele week op te vreten. Laat mij gewoon mijn werk doen. Dat kan ik de heren van de actiegroep trouwens ook van harte aanbevelen: zoek lekker een baantje, daar heb je meer aan dan de hele dag zitten facebooken. Ik zeg wel heren, maar voor hetzelfde geld zijn het dames, want volgens mij strijden ze mijn strijd zonder namen en rugnummers prijs te geven.’

Hoe reëel acht u de kans dat de anonieme actievoerders zelf kannibalen zijn, die vinden dat ze niet voor vol worden aangezien?

‘Nihil. Wij twitteren liever.’

Eerlijk zeggen: houdt u van uw werk?

‘Ik hang de godganse dag met mijn neus boven de kookpotten meneer, wat denkt u zelf? Ach, mijn baan heeft z’n ups en z’n downs. Ik heb er bijna dertig dienstjaren opzitten, dus de echte uitdaging is er wel een beetje af. Al blijft het leuk om de pretbekkies van die kinderen op te zien fleuren. Tot ze over hun nek gaan natuurlijk, maar daar hebben we gelukkig uitzendkrachten voor.’

U stipte net uw neus aan. Daar zit een pollepel doorheen. Wat vindt u daarvan?

‘De vrouwtjes lusten er in ieder geval wel pap van. Nee hoor, geintje, ik ben keurig getrouwd. Van die fleecetrui-types in hun driekwartbroeken en comfortabele sandalen krijg ik toch niet bepaald honger, als u snapt wat ik bedoel. En ach, zo’n pollepel... Da’s een keuze van de hoge heren geweest, hè. Liever dat dan een dijbeenbot. Been there done that, zal ik maar zeggen. Ik heb ook een koksmuts op m’n knar en een halfnaakt blank jochie in een lendendoekje op mijn knie zitten. Dus eh, I got 99 problems but the spoon ain’t one.’

Tegen welke problemen loopt u dan wel aan?

‘Op de werkvloer is de spanning te snijden. Collega’s bij de koffieautomaat kijken me met de nek aan. Allemaal afgunst. Ze vinden dat ze ook recht hebben op een actiegroep die voor hun belangen opkomt. Tja, je hebt sierpaarden en werkpaarden zeg ik dan altijd.’

Welke collega’s voelen zich achtergesteld?

‘Holle Bolle Gijs vindt dat ie wordt afgeschilderd als een veredelde papierkliko met een ongezonde orale fixatie. Het steekt hem dat hij nooit een mailtje heeft gekregen van de Vereniging Dikke Maatjes. Lange Jan voelt zich ook op z’n teentjes getrapt. Die zit de hele dag te bladeren in zijn Lexicon der Inheemse Aziatische volkeren. Zijn ‘stamboom’ noemt ie dat, de drama queen. Omdat daar plaatjes instaan van die stam in Thailand. Je weet wel, van die vrouwen met allemaal koperen ringen om hun nek. En dan voelt Jantje zich natuurlijk een karikatuur. Omdat ie is afgebeeld als kale, blanke man en niet als Thaise schone. De aansteller.’

Vindt u dat de Efteling-directie iets te verwijten valt?

‘Vinden ze zelf in ieder geval niet. Ze hebben me volgehangen met stukken fruit en een oubliehoorn in mijn klauwen gedouwd en tadaa: Monsieur Cannibale is ineens een vegetariër. Maar dat discriminatie-dingetje hangt natuurlijk al jaren als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd. Er liep hier een keer een dame van The Wall Street Journal rond, die noemde mij ‘een bizarre verheerlijking van de racistische VOC-tijd’. Dat is een beetje de pot die de ketel verwijt dat ie zwart ziet. Alsof alle Indianen in Amerika nog steeds een kalkoen kaalplukken om op hun hoofd te zetten. Maar weet je wat ik echt gek vind?’

Nou?

‘Dat er nog geen enkele blanke bezwaar heeft gemaakt tegen mijn liedje. Dat gaat dus over een Europeaan die in de tropen op zoek gaat naar vlinders en daar door een stam kannibalen wordt gevangen. Hij smeekt het opperhoofd om niet in de kookpot te eindigen. Dus mag hij een week bij de harem van de chief logeren. Als zijn tijd erop zit, smeekt ie of hij alsjeblieft nog wat langer mag blijven. Ik vind dat een belediging voor de Europeanen. Die lopen heus niet allemaal achter hun pik aan. Of achter vlinders.’