Streek van de week: beter een ons geluk dan een pond wijsheid

Nieuwe Revu bericht wekelijks over belangwekkend nieuws uit de regio. Deze keer: hoe Deventer aan een universiteit kwam...

Nieuwe Revu bericht wekelijks over belangwekkend nieuws uit de regio. Deze keer: hoe Deventer aan een universiteit kwam waar geen student in paste.

Hun streven was hartverwarmend. Zo'n jaar of tien terug besloten Jeroen Buve (80) en zijn zoon Sybrand (40) Deventer (tot 1878 een universiteitsstad) haar academische elan terug te geven. Nu is het niet zo dat je op bol.com wordt doodgesmeten met Zo Geef Je Een Stad Haar Academische Elan Terug voor Dummies en andere nuttige handleidingen, dus kozen de Buufjes de kortste route. Ze begonnen hun eigen universiteit. En die vernoemden ze naar Geert Grote. Dat is dan misschien wel niet zo'n bekende Deventenaar als Albertus Jacobus Duymaer van Twist, Henri Paul Jules Tutein Nolthenius of Frank Masmeijer, maar vergis je niet: in de wereld van de veertiende-eeuwse humanisten is Geert, nou ja, een grote.

Het moest een kleinschalige universiteit worden, gestoeld op de door vader Buve ontwikkelde theorie omtrent de veritas duplex. Zeg maar de waarheid achter de waarheid. Oftewel de idee dat achter de zichtbare wereld nog een onzichtbare ligt, even wezenlijk (of wezenlijker, zelfs) dan die zintuiglijk waarneembare beestenboel waar wij dag in dag uit ons afstompende rondje van werken-vreten-schijten-neuken-slapen-opstaan-en-weer-doorgaan doen, als een hamstertje in een looprad, tot het hart het niet meer hebben kan en de kist het laatst opgemaakte bed is waar wij in neerploffen.

Sybrand zegt het zelf liever zo: 'Niemand rept meer over de kwaliteit. Alles willen we kwantificeren, en dat is echt een nationale ziekte.' Er zijn nogal wat mensen besmet met die ziekte. Zoals de huurbaas van de twee historische panden midden in de stad waar de uni zat. Die had de huurachterstand gekwantificeerd op 40.000 euro. (Wijs mij één filosoof aan die ook nog een handige accountant is en onze hoofdredacteur komt hoogstpersoonlijk de poepluier van uw bejaarde vader verschonen, en het zou mij niet verbazen als hij dat doet in zijn fameuze gebloemde mannenstring.)

Vader en zoon kregen ineens ook nog twee privé-boekencollecties in hun maag gesplitst. Prachtig hoor, 4000 boeken. Maar ze hadden er al 46.000. En al die stapels academisch gallery play reikten tot aan het plafond, waardoor er voor studenten überhaupt geen plek was om colleges wijsbegeerte of Russisch te volgen. Even dachten de Buufjes het ei van Columbus te hebben gevonden in de vorm van een cisterciënzer abdij een paar kilometer buiten de stad. De acht paters die nog in het klooster woonden vonden het onderhoud te zwaar worden, dus die zeiden: bekijk het, wij gaan op Schiermonnikoog wonen. Maar ze visten achter het net, de abdij werd verkocht aan een andere partij.

Gelukkig ligt er achter Deventer nog een hele wereld. Een wereld waar een stad ligt die Kampen heet. En die in de vorm van Bort Koelewijn een burgemeester heeft die niet spuugt op een stukje geesteswetenschappelijke zingeving, en de Buufjes tezamen met hun universiteit dan ook met open armen ontving. 'Hoe kun je nou niet enthousiast worden van zo'n initiatief?' ronkte de burgervader in de lokale pers. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik kan over zo'n vraag dus úren nadenken.

Tekst: Danny Koks