Edwin Struis

‘Ongelooflijk dat de jeugdcompetities nog niet zijn hervat’

Op voetballende jongeren in de buitenlucht heeft het coronavirus weinig vat. En daarom vindt Edwin Struis het onbegrijpelijk dat de jeugdcompetities nog steeds niet zijn hervat.

Edwin Struis

Ik zou mezelf niet willen omschrijven als een autist, maar sommige rituelen hou ik in ere. ’s Ochtends een vers krantje uit de bus pakken en deze ‘verorberen’ samen met wat boterhammen en een bakkie pleur is er een van. Op zaterdagen sprong ik daarna op de fiets/achter het stuur om een wedstrijdje van m’n zoon te begluren en van wat opmerkingen – soms iets te luid, ik geef het toe – te voorzien. Zo ging het een seizoen of veertien lang, of ie nou bij Alliance, Bloemendaal of FC Lisse speelde.

Ik heb het nog even opgezocht wanneer ik voor het laatst langs de lijn stond. Op zaterdag 10 oktober 2020 waren er al beperkende maatregelen van kracht, maar omdat het hoofdveld van Bloemendaal voor een deel omzoomd wordt door een openbaar weggetje, lukte het me om samen met wat andere ouders toch een glimp van een potje tegen Koninklijke HFC op te vangen. In de stromende regen, maar we klaagden niet.

Nu wel. We zijn bijna vijf maanden verder en de jeugdcompetities zitten nog steeds hermetisch op slot. Een seizoen eerder werd een en ander al bruusk afgebroken, een maatregel waar ik op dat moment mee kon leven. Corona greep om zich heen, ook m’n moeder ging eraan ten onder, er moest iets gebeuren om dit onbekende virus in te dammen. Achtereenvolgens gingen alle onderdelen van onze maatschappij op slot, en gingen we in de wachtstand, reikhalzend uitkijkend naar verlossing en vaccinaties.

Intussen is de (medische) wereld heel wat wijzer geworden over de manier waarop corona te werk gaat. De wat oudere en/of ietwat ongezonder levende medemens is het voornaamste slachtoffer, onder jongeren gebeurt hoegenaamd niets. Toch moesten scholen langdurig dicht, werden de sociale uitingen verder ingeperkt door een horecasluiting, een bezoekverbod en een avondklok en mocht er alleen onderling gesport worden door jongeren tot en met 17 jaar.

De gevolgen van deze even ingrijpende als draconische maatregelen laten zich raden. De motivatie van zoon Mick om zijn net aangevangen studie sportkunde te volgen via eindeloze onlinelessen zakte al snel naar een minimum. Tot hij in januari tot de conclusie kwam dat hij het op deze, bijna onmenselijke, manier niet langer meer vol kon houden. Intussen komt ook uitlaatklep voetbal aardig in het gedrang. Oké, er mag dus wel getraind worden, maar als dat niet leidt tot voetbal van enig competitief niveau gaat daar de lol ook snel vanaf. Weer een onderling potje tegen o17-4, weer dezelfde koppen, weer hetzelfde veld, weer zorgen dat je voor negenen thuis bent.

Tijdens het perspraatje van onze verre van sportieve premier – die vroeger als hij al voetbalde ongetwijfeld tussen de palen werd gezet met zo’n ziekenfondsbrilletje onder het bloempotkapsel – hoop je op een zodanige versoepeling dat er toch nog iets van een competitie kan plaatsvinden. Gewoon, om de uitzichtloosheid van het huidige monotone bestaan een beetje op te heffen. Maar veel verder dan het oprekken van de leeftijdsgrens komt Rutte niet. Terwijl corona toch weinig vat krijgt op voetballende jongeren in de buitenlucht.

En zo kan er weer een streep door een seizoen. Of, om in het voetbaltaal (sorry Rutte) te zeggen: weer een kans voor open doel gemist.

Column
  • ProShots