Edwin Struis

‘Pelé belichaamt de Braziliaanse liefde voor de mooiste sport ter wereld’

In het voetbalgekke Brazilië zeggen ze niet voor niets dat God rond is. Ze hebben er het legendarische Maracanã in Rio omgedoopt tot het Pele-stadion. Een passend eerbetoon, vindt Edwin Struis, ‘zeker voor iemand die nog onder ons is - ook al wordt Pelé inmiddels met plakband aan elkaar gehouden.’

Edwin Struis

Echte spelletjesmensen waren m’n ouders niet. Van kaarten hadden ze geen kaas gegeten, en toen m’n vader ze steeds vaker verloor, hielden ook de potjes Scrabble geen stand. Er lag in een stoffig hoekje nog een eenzaam kwartetspel waarvan de kaartjes zelden uit de verpakking kwamen. Ik herinner me afbeeldingen van allerlei beroemde bouwwerken: van de Taj Mahal via de Eiffeltoren tot de piramide van Cheops. Eén plaatje maakte de meeste indruk op me: dat van Maracanã in Rio de Janeiro, het enige stadion dat een plekje had gekregen in het kwartet.

In boeken las ik verder over deze voetbaltempel. Dat zich in 1950 met 175.000 toeschouwers vulde die de WK-finale tussen Brazilië en Uruguay wilden aanschouwen. Het thuisland had, omdat het een finalepoule betrof, aan een gelijkspel genoeg om zich tot wereldkampioen te kronen, maar Uruguay vergalde het feestje. Hartaanvallen, zelfmoorden, de ontreddering was groot in het voetbalgekke land. Keeper Barbosa werd als zondebok aangewezen, nooit mocht hij zich nog vertonen in de buurt van de Seleção, dat zou ongeluk brengen.

Intussen dagdroomde ik verder over dat fantastische stadion. Wat zou het mooi zijn als ik daar ooit een stap binnen zou mogen zetten. In 1998 was het zover. In aanloop naar het WK leek het de hoofdredactie van Sportweek een goed idee als ik een reportage zou schrijven over de voetbalgekte aldaar en in de voetsporen zou kruipen van Ronaldo Luis Nazario de Lima, die als de grote ster van het komende WK werd betiteld. Ik zie me nog half Rio afstruinen om zijn geboortehuis te vinden.

Maar het hoogtepunt was natuurlijk het moment dat het kwartetkaartje tot leven kwam. Daar stond ik dan bij de wijde entree van Maracanã, het stadion uit mijn dromen. Ik zag er, hoewel de jetlag me af en toe deed knikkebollen, een beladen interland tegen Argentinië, en zoog als een spons de indrukwekkende entourage op. In 2014 was ik er weer, tijdens het WK waar de Brazilianen een nieuwe schok à la 1950 kregen te verwerken: de 1-7 in de halve finale tegen Duitsland. Als ik terugdenk aan die vijf weken op en rond de Copacabana dan gloeit m’n voetbalhart weer van liefde en opwinding.

Ik voelde iets soortgelijks bij het bekijken van de Netflix-documentaire over Pelé, de enige voetballer met drie wereldtitels achter z’n naam. Het sprookje van het arme schoenpoetsertje dat uitgroeide tot de beroemdste en – in zijn tijd – beste voetballer ter wereld. Als geen ander belichaamt hij de hunkering van de doorsnee Braziliaan naar het voetbal, de mooiste sport ter wereld. God is rond, zeggen ze er niet voor niets. De broze Pelé huilde meermalen bittere tranen bij de herinneringen die hem kwelden. Zeker toen gevoelige onderwerpen als de dictatuur, en zijn rol daarin, ter sprake kwamen. Maar de mooiste beelden waren toch geschoten op het voetbalveld, met name tijdens het WK van 1970. In eerste instantie paste Pelé voor de eer, hij vond zich met z’n bijna 30 jaar al te oud, maar uiteindelijk werd hij de grote ster van Mexico.

En nu zijn we vijftig jaar verder en wordt Pelé met plakband bij elkaar gehouden. Maar de gulle lach was er nog en toen hij muziek maakte met behulp van een krukje dat schoenpoetsers gebruiken, z’n eerste baantje op straat, kreeg ik een brok in m’n keel. Ter ere van de man is Maracanã nu omgedoopt in het Edson Arantes do Nascimento – Rei Pelé-stadion. Het past amper op een kwartetkaartje, maar het is een passend eerbetoon, zeker voor iemand die nog onder ons is.

Sport
  • Netflix