‘Zijn woorden stelden me gerust, de verwarde motorrijder ontwarde mij’
In de favoriete speeltuin van James Worthy's zoon zit elke donderdag een verwarde man op een bankje. Naast hem op het bankje ligt vaak een motorhelm. ‘Vanwege de crisis heeft hij zijn motor moeten verkopen, maar de helm heeft ie gehouden. Iedereen die hem met die helm ziet lopen, ziet een motorrijder. Alleen hij weet dat hij het niet meer is.’
Ik zie de laatste paar maanden extreem veel verwarde mensen door de stad lopen. Ze mompelen, ze zoeken, ze staren naar de wolken en ze strijden tegen de onrust die maar van de ene hersenhelft naar de andere hersenhelft blijft ijsberen.
Ik zie ze lopen en vraag me af waarom we niet allemaal zo zijn. De goot is nog nooit zo laagdrempelig geweest. Hoe kunnen we in deze tijd niet verward raken? En zijn de mensen die nu nog normaal kunnen zijn niet de echte krankzinnigen? Hoe blijf je in balans als de zwaarte alles wat ooit licht was heeft verdrongen?
Mijn vader werd ziek in de lockdown en hij stierf in de lockdown. Hij was een populaire man, maar als ik op zijn crematie twee voetbalelftallen had moeten maken, was ik een aantal mensen tekort gekomen. Dat blijft best verwarrend. Er waren lege plekken in de zaal en niemand mocht met elkaar knuffelen. Met dikke stiften schreven we lieve dingen op de bovenkant van zijn kist. We hebben er een prachtige dag van gemaakt, maar al die richtlijnen doen nog steeds pijn. Er waren gewoon meer dikke stiften dan mensen op het afscheid van mijn vader. Maar we moesten door en we gingen door.
Op straat kom ik veel mensen tegen die eventjes niet meer door willen gaan. Ik heb daar respect voor. Misschien ben ik er zelfs wel een beetje jaloers op. Ik ben nooit een groot fan van ‘the show must go on’ geweest. Het entertainen van anderen gebruiken om van jezelf te vluchten, is een zeer schadelijke bezigheid.
In de favoriete speeltuin van mijn zoon zit elke donderdag een verwarde man op een bankje. Het is een lieve man van ergens in de zestig. Naast hem op het bankje ligt vaak een motorhelm. Vanwege de crisis heeft hij zijn motor moeten verkopen, maar de helm heeft ie gehouden. Iedereen die hem met die helm ziet lopen, ziet een motorrijder. Alleen hij weet dat hij het niet meer is.
Vorige week wees hij geëmotioneerd naar mijn zoon. ‘Dat mannetje is echt geweldig. Ik heb nooit kinderen gewild, nu ook niet, maar weet je wat het is? Jij weet gewoon zeker dat er iemand op je begrafenis gaat zijn. Vrienden gaan dood, familieleden gaan dood, maar hij gaat er zijn. Op de eerste rij. Dat moet toch een geruststellend gevoel geven?’
De woorden van de oude man stelden me gerust. De verwarde man ontwarde mij. Hij stond op en liep met de helm onder zijn arm richting het hek.
‘Waar staat je motor?’ vroeg ik.
‘Hier om de hoek. Schuin voor de slager.’
Mijn zoon kwam naast me zitten.
‘Die man heeft toch helemaal geen motor meer?’
‘Dat klopt. Verwarrend, hè?’
‘Heel verwarrend.’
‘Dat is niet erg. Verwarring is het bijzondere neefje van verwondering.’
- iStock