‘Principiële voetballers zijn een uitgestorven ras’
Shirtjes met Football supports change erop, zo protesteerde het Nederlands elftal tegen de slavenarbeid in Qatar. Edwin Struis: ‘Nog nooit in de geschiedenis van het voetbal had er zo’n onbeduidende, nietszeggende tekst op een shirt geprijkt.’
Daar stonden ze weer, keurig in het gelid. Dit keer aan de voet van een apenrots, waar in het geval van de thuisploeg bovenop betere spelers huizen dan beneden. Maar daar ging het dit keer niet om. De spelers van Oranje droegen wederom het shirtje dat ze drie dagen eerder ook al over hun schouders hadden laten glijden. Waarschijnlijk ongewassen en van tekst voorzien bij de plaatselijke hobbydrukker. Football supports change. Voetbal steunt verandering. Klimaatverandering, desnoods in het kader van belasting? Verandering van bondscoach? Verandering van spijs? Of van partner, ook heel populair in voetbalkringen. Van auto, wellicht? In ieder geval niet van tekst en T-shirt. Nog nooit in de geschiedenis van het voetbal had er zo’n onbeduidende, nietszeggende tekst op een shirt geprijkt. Football supports change.
Ze keken er anders heel gewichtig bij. Alsof de honderden doden die in aanloop naar het komende WK al gevallen zijn, op deze manier afdoende werden herdacht. Om straks toch doodleuk in stadions te gaan voetballen, waar het bloed van de muren stroomt. Want dat is dit keer het grote verschil met WK’s of andere grote sportevenementen die in dubieuze landen gehouden worden. De dood van deze als slaven gebruikte arbeiders heeft rechtstreeks te maken met de komst van het grootste sportevenement ter wereld. Nu heeft wegkijken geen zin.
Van het potsierlijke protest zal door de bejurkte Qatarese medemens schuddebuikend van het lachen kennisgenomen zijn. ‘Waren al onze criticasters maar zo, dan hebben we van niemand wat te duchten,’ zag emir Tamim bin Hamad al-Thani, de Qatarese opperslavendrijver, er waarschijnlijk de humor wel van in, voordat hij het chequeboek uit de kast trok om de broer van de Nederlandse bondscoach wederom als ambassadeur vast te leggen voor het komende WK.
Ik verlangde naar een type als Oeki Hoekema. Deze met een weergaloze voetbalnaam uitgeruste Fries, die als 16-jarige al rondliep in het eerste elftal van SC Cambuur, liet in al zijn contracten opnemen dat hij nooit tegen ploegen uit dictatoriaal geregeerde landen hoefde uit te komen. Dat verklaart meteen zijn beperkte interlandcarrière: een onderonsje tegen Luxemburg vijftig jaar geleden, waarin hij nog scoorde ook.
Hoekema was in 1978 de enige voetballer die in navolging van Bram Vermeulen en Freek de Jonge (Bloed aan de Paal) vond dat Oranje niet naar Argentinië moest afreizen vanwege het Videla-regime. Kom daar nu maar eens om. De politieke en maatschappelijke geëngageerdheid bij de huidige generatie is ver te zoeken. Het is dat er in de media nogal wat ophef was met betrekking tot de rechten (of beter: het gebrek eraan) van de arbeiders die worden uitgebuit in het Midden-Oosten, anders had er zelfs nooit een protest weerklonken. ‘Waar ligt dat eigenlijk, dat Qatar?’ Je hoort het Steven Berghuis zo zeggen.
Laatst riep Oeki Hoekema op de radio wederom op tot een boycot, bijna 45 jaar na zijn vorige oproep. En weer is hij een roepende in de woestijn, met het oog op Qatar bijna letterlijk. Nee, een nieuwe Oeki zal er nooit komen. Principiële voetballers zijn een uitgestorven ras.
- ProShots