James Worthy

‘Een ex tegenkomen heeft iets weg van een bedevaart’

In de apotheek loopt James Worthy een ex tegen het lijf. ‘Ons eerste oogcontact was waanzin. Het deed me aan een gevecht tussen twee Pokémon denken, want er waren lichtflitsen en bliksem en steekvlammen overal.’

James Worthy


Ik loop de apotheek binnen en zie een ex staan. Het is niet mijn grootste of belangrijkste ex, maar het is een ex van formaat. Ja, ik heb al mijn ex-geliefden gerangschikt op belangrijkheid. Als matroesjka-poppen staan ze op een rij in mijn geheugen. Van groot naar klein. Nee, van groot naar minder groot.

We waren dol op elkaar, maar werden nooit echt meer dan dol op elkaar. Op huisdieren ben je dol, op je nieuwe agenda ben je dol, maar in amoureuze relaties is dol zijn op elkaar simpelweg niet toereikend. Elkaar kunnen laten kwispelen is niet genoeg. Er is toch een soort onverklaarbare hondsdolheid voor nodig. Althans, dat zou het beginpunt moeten zijn, want niets kan een hart zo snel laten krimpen als verklaarbaarheid.

‘Heb je weer je hooikoortsmedicijnen nodig, kleine?’ vraagt ze. De eerste keer dat we elkaar zagen was in Paradiso. Zij stond op het podium te dansen en ik stond gewoon op de dansvloer te drinken. Ons eerste oogcontact was waanzin. Het deed me aan een gevecht tussen twee Pokémon denken, want er waren lichtflitsen en bliksem en steekvlammen overal. Ik liep op haar af en toen zei ze het voor het eerst. ‘Kleine.’ Ze stond op het podium en torende boven me uit.

‘Verdomme, wat heb ik jou lang niet gezien, badjas.’ Die nacht verlieten we Paradiso samen en ze heeft de volgende acht dagen bij mij geslapen. En gedurende deze acht dagen heeft ze alleen maar mijn badjas aangehad. Ik weet nog dat ik een aantal weken eerder in een tijdschrift had gelezen dat vrouwen dol zijn op mannen die een dure badjas in de badkamer hebben hangen. Het had iets met zorgzaamheid te maken, of zo. Hoe dan ook, badjas en kleine waren compleet onafscheidelijk, totdat we losgingen.

Ik word altijd heel gelukkig van het tegenkomen van een ex. Ik weet niet wat het is, maar het heeft iets gelovigs. Een ex tegenkomen heeft iets weg van een bedevaart. Je komt iemand tegen die verbonden is met een gebeurtenis. Met een gevoel. Met een tijdperk. Iets heiligs uit het verleden. Niets is zo heilig als onvergetelijke herinneringen.

Laatst vond ik op zolder een spaarpot uit mijn jeugd. Er zat nog geld in. Geld dat ik nooit heb uitgegeven. Ik denk dat dat ook het gevoel is als ik een ex tegenkom. Rijkdom die vervlogen is, maar die ik nog altijd op waarde kan schatten.

‘Jij en ik, kleine. Wat hadden we het goed toen, hè?’ zegt ze. Ik ben ook niet haar belangrijkste ex. Ik ben gewoon een degelijke middenmoter.

Ze pakt haar hoestdrank van de balie, geeft een klap op mijn achterwerk en loopt naar buiten.

Daar gaat ze. In de verte kan ik mijn Lourdes door rood zien fietsen.