James Worthy

‘De wereld is geen betere plek geworden. Het virus heeft ons niets geleerd’

Op het schoolplein kijkt James Worthy gebiologeerd naar twee vaders die lijnrecht tegenover elkaar staan. 'Dat wat ons dichterbij elkaar had moeten brengen, heeft een onoverbrugbare kloof geslagen.'

James Worthy

Op het schoolplein is een ruzie gaande. Twee vaders schreeuwen ongeïnspireerde scheldwoorden naar elkaars vermoeide hoofd. Ze staan met de borsten tegen elkaar aan. Als je je oren dichtdoet, lijkt het net of ze op het punt staan om met elkaar te schuifelen. Een moeder in een te grote trainingsbroek probeert tussenbeide te komen, maar het lukt haar niet. Als een eeneiige tweeling zijn de mannen simpelweg niet meer uit elkaar te houden.

De ruzie gaat over vaccineren. De ene vader is gevaccineerd en de andere vader niet en nu wil de ongevaccineerde vader niet meer dat zijn dochter bij de dochter van de gevaccineerde vader speelt. Mijn hemel. Weet je nog dat we heel even dachten dat het virus ons dichterbij elkaar zou brengen? Het duurde een paar weken of zo. We klapten voor de zorg en waren bang, maar strijdlustig. De onzekerheid zorgde voor barmhartigheid. Studenten gingen naar de supermarkt voor hun bejaarde buurvrouwen. Iedereen leek naar elkaar om te kijken. Alles was Jan Terlouw. Onze behulpzaamheid was nog nooit zo zelfzuchtig geweest.

We zijn een jaar verder en het touwtje dat zo doddig uit onze brievenbus hing, is inmiddels een grenslijn geworden. Dat wat ons dichterbij elkaar had moeten brengen, heeft een onoverbrugbare kloof geslagen. De wereld is geen betere plek geworden. Het virus heeft ons niets geleerd. Wat bijen en vlinders met bloemen hebben, heeft de mens met verdeeldheid. Disharmonie is onze nectar.

De twee vaders staan lijnrecht tegenover elkaar.

‘Je bent een vuile egoïst!’

‘Ik ben liever een vuile egoïst dan een kuddedier.’

Dit zijn blijkbaar de enige twee overgebleven opties. Of je bent een egoïst of je bent een schaap. Wat best vreemd is, want schapen zijn ontzettend egoïstische dieren. Onder al dat wol schuilt een baatzuchtig wezen. Ik las ooit een onderzoek waarin stond dat schapen bij gevaar als de wiedeweerga naar het midden van de kudde trekken. Schapen volgen elkaar dus niet, nee, de sterke schapen gebruiken de zwakkere schapen gewoon als menselijk schild.

Twee kleine meisjes nemen plaats naast de twee kemphanen. Over egoïstische dieren gesproken. Hanen geven echt geen ene fuck om een ander.

‘Papa, mag ik bij Grace spelen?’

‘Ja, mag Daphne bij ons spelen? Ik beloof dat we geen rommel zullen maken. Niet zoals de vorige keer tenminste.’

De twee vaders kijken elkaar aan. Ze willen elkaar nog steeds de hersens inslaan. Ze willen botsplinters en bloed en zwaailichten en sirenes. Maar verdomme, die meisjes. Die lieve meisjes zijn een brug over de onoverbrugbare kloof aan het leggen. De brug is gemaakt van hun vlechtjes, hun poëziealbums, hun iPad-verslaving en hun vriendschap.

‘Ik haal haar om vijf uur op. Is dat goed?’ vraagt de ongevaccineerde vader.

‘Je haalt haar toch altijd om vijf uur op? Vijf uur is vaste prik,’ zegt de gevaccineerde vader.

‘Schaap!’

Mijn zoon rent op me af en gooit zijn rugtas in mijn armen.

‘Egoïst!’

‘Wat is een egoïst?’ vraagt mijn zoon.

‘Dat is gewoon een soort schaap, jongen.’