Bart Nijman

‘Het ding werd door een halfdronken ouwe hippie op een rollator voortgeduwd’

Er is inmiddels geen touw meer vast te knopen aan de huidige landsstand, concludeert Bart Nijman. 'Het ding werd door een halfdronken ouwe hippie op een rollator voortgeduwd, maar Hugo de Jonge zag er desondanks een kans in om aangifte te doen.'

Bart Nijman

Het lijkt of publieke onverschilligheid gelijke tred houdt met politieke ongelukken. Sinds de verkiezingen, of eigenlijk sinds het rapport Ongekend Onrecht over de toeslagenaffaire verscheen, wordt het landsbestuur gekenschetst door een eindeloze kettingbotsing van relletjes, affaires en ophefjes – waaronder enkele flagrante staatsrechtelijke schendingen en grondwettelijk kwestieuze besluiten. Die we als volk inmiddels zo’n beetje ter kennisgeving aannemen.

Ondertussen rijzen de energieprijzen het huishoudboekje uit, mag een starter op de woningmarkt gemiddeld ruim vier ton meebrengen voor z’n eerste huis en vullen hotels en vakantieparken zich met vluchtelingen. Er zijn zelfs mensen overtuigd dat we ‘het klimaat’ moeten ‘redden’ en dat we daarin ‘Europees koploper’ moeten zijn, zoals Sigrid Kaag verklaarde in het persmomentje waarin ze toelichting gaf op de kennelijk succesvolle relatietherapie die tot Rutte 4 moet leiden.

Veel acuter lijkt de manier waarop de bevolking een breuklijn ontwikkelt tussen voor- en tegenstanders van de QR-samenleving. Waar scholieren zich onderuit wurmen dankzij de nieuwe tienminuten-bezorgdiensten die hun pauzesnacks op het schoolplein komen afleveren (in de nadagen van ons Romeinse Rijk leiden meerdere wegen om de QR-codes heen) en de meest gepolitiseerde tegenstanders zich rond een houten galg verzamelen op de Dam.

Die galg is een stompzinnig symbool en werd natuurlijk hét hysterische mediabeeld van een demonstratie die over intrinsieke grondrechten in een vrije samenleving had moeten gaan: het ding werd door een halfdronken ouwe hippie op een rollator voortgeduwd, maar Hugo de Jonge zag er desondanks een kans in om aangifte te doen. Opdat de discussie wederom weg zou blijven van de grondrechtenvragen over vrijheid en zelfbeschikking in een naargeestige tijd waarin dieper groeiende polarisatie beiden op de helling zet.

Een rechter maakte korte metten met het pleidooi dat de coronapas discriminatoir zou zijn – alsof het normáál is dat de horeca (toch al niet de meest gelukkige gouddelvers van de gezondheidscrisis) tegen hun zin tot hulpsheriff zijn benoemd om mensen naar hun medische status te vragen middels een digitale infrastructuur waarvan niet breed genoeg bekend is dat die door een consultancyfirma aan de politiek is aanbevolen, omdat het later ook voor andere medische toepassingen kan worden ingezet.

Ben ik nou degene die te veel losse punten met elkaar verbindt (en daarbij het risico loopt om in hetzelfde konijnenhol te rollen als degenen die een galg inmiddels een logische verbeelding van kritische retoriek vinden), of is er echt geen touw meer vast te knopen aan de huidige landsstand? Ik wil in een land leven waar de machthebbers te weinig rechten hebben om individuele vrijheden aan hun eigen grillen ondergeschikt te maken. Maar iets meer verantwoordelijk moreel leiderschap zou de ganse natie kunnen verbinden.

Zolang Mark Rutte premier blijft, en Kaag zijn muze, reken ik nochtans louter op erger.

Column
  • Screenshot YouTube