Op pad met een rattenjager: Wil Peperkamp heeft al 19.000 ratten afgeknald

Vanaf 2023 geldt er in heel Europa een totaalverbod op ons gelief­de rattengif. Stoere kerels met grote geweren staan paraat om de gevreesde knaagdierenplaag te bestrijden. Nieuwe Revu kreeg een voorproefje en ging een avond op pad met een rattenjager. ‘Veel mensen houden van schieten, maar dit is echt geen spelletje.’

Rattenjager

Het is een gure namiddag in september als een zwarte SUV de parkeerplaats onder het afgelegen treinstation van Arnhem-Zuid oprijdt. Als de deur openzwaait, kijkt een robuuste zestiger achter het stuur mij indringend aan. ‘Wil Peperkamp is de naam. Stap in.’

Samen met de gepensioneerde ondernemer rijd ik tien minuten het buitengebied in. We parkeren bij Aquavita, de verzamelnaam van drie idyllisch gelegen visvijvers in gemeente Overbetuwe. Wekelijks verzamelen hier zowel hobbymatige als professionele hengelaars voor hun competitieve jacht op karpers en forellen. Vanavond patrouilleert Peperkamp hier in zijn eentje en jaagt hij op een veel minder geliefde diersoort. Hoewel, de rattenjager uit Gelderland is nooit helemaal alleen. Tijdens klussen zoals deze verkeert hij steevast in het goede gezelschap van zijn afschrikwekkende PCP-luchtdrukgeweer. In de kantine naast de karpervijver legt de ervaren jager zijn zware, zwarte koffer op tafel. Erin ligt een imposant maar legaal moordwapen, al vijf jaar het trouwe hulpje van de meest gevraagde rattenvanger van de Betuwe. ‘Zo diervriendelijk als maar kan hoor,’ verzekert Peperkamp. ‘Een zwaar kaliber, perfect om de rat met één schot te doden. Zonder onnodig lijden. Een rat is ook een dier.’

Met gepaste trots toont de rattenjager mij de snufjes van zijn hypermoderne persluchtbuks. FX Impact M3 staat erin gegraveerd. Paradepaardje: het warmtezoekende vizier van Pulsar. ‘Veel beter dan infrarood. Daarmee kon ik geen ratten spotten op 100 meter afstand in een dichtgegroeid maisveld of verstopt in een zak voer. Met dit fijne apparaatje dus wel. Het geweer is van een Zweedse fabrikant. Topgeweren maken ze.’

Totaalkosten van de kofferinhoud: 6800 euro, waarvan twee derde voor dat gelikte vizier. Peperkamp, liefhebber pur sang, schiet graag met het nieuwste van het nieuwste. ‘Ik vervang mijn geweer minimaal elk jaar. Zodra er iets nieuws uitkomt, wil ik het direct hebben. Een beetje idioot misschien, maar ik neem schieten en jagen serieus. Deze bezigheid is namelijk niet van gevaar ontbloot. Dit ding schiet met 135 joules, de loden kogels gaan dwars door hout heen. Hier schiet je een mens, koe, paard, alles mee dood. Dit is geen rommel.’

Om zichzelf scherp te houden op zijn oude dag, traint Peperkamp wekelijks zijn schietkunsten. ‘Ik moet twintig keer hetzelfde gat aan de overkant van deze vijver kunnen raken. Tijdens mijn klussen denk ik over ieder schot heel goed na. Als er 300 meter achter mijn mikpunt iemand langsfietst, haal ik de trekker niet over. Veel mensen houden van schieten, maar dit is echt geen spelletje.’

De liefde voor de jacht werd Peperkamp met de paplepel ingegoten. ‘Mijn vader was fanatiek jager. Hij nam mij vaak mee, dat vond ik prachtig. Op mijn zestiende mocht ik zelf schieten, met zo’n hagelgeweer. Mijn eerste kill was een haas. Daarna volgden heel veel duiven, die zorgden voor overlast. Ik heb mijn hele leven gejaagd. Veel op de Veluwe en eigenlijk overal in Nederland.’

Oehoe Jadie is dol op rat | Beeld: Amaury Miller

Zijn uit de hand gelopen hobby van rattenjagen begon zo’n acht jaar geleden, met een verzoek van een kaasboer met een knaagdierenprobleem. ‘Of ik de ratten op zijn boerderij wilde afknallen met mijn jachtgeweer. Geen goed idee om met hagel te schieten op een drukke boerderij, dus ging ik met een luchtdrukgeweer aan de slag. Dat was een succes en zo is het balletje gaan rollen. De ene na de andere boer belt mij nu op. Mijzelf promoten is nooit nodig geweest. Sterker nog: mijn telefoonnummer is heel moeilijk te vinden.’

En toch schiet Peperkamp zes à zeven avonden per week op ratten, overal in de Betuwe. ‘Rattenplagen zijn hier een gigantisch probleem, maar in de rest van Nederland evengoed.’ De problemen die van Peperkamp in de afgelopen zes jaar een zo gewenste jager maakte, zijn vaak dezelfde. ‘Ratten vreten al het voer op of ze schijten erin. Dat levert een boer duizenden euro’s aan schade op. In kantoorpanden en technische ruimten vreten ze de kabels door, met kortsluiting en brandgevaar als gevolg. Dan zit ik heel stilletjes te wachten, totdat al het personeel naar huis is en het muisstil is. Dan komen de ratten tevoorschijn en begint mijn werk.’

Ook in de pandemie mocht Peperkamp onverhinderd doorjagen, in het kader van de volksgezondheid. ‘Het doden van ratten is een cruciaal beroep. Als ik hier een halfjaar mee zou stoppen, krijgen veel mensen een groot probleem.’ Tijdens de avondklok moest hij geregeld zijn werkgeversverklaring laten zien. ‘Het gigantische geweer in mijn kofferbak vereiste dan ook wel enige uitleg, ja.’

‘Dit ding schiet met 135 joules, de loden kogels gaan dwars door hout heen. Hier schiet je een mens, koe, paard, alles mee dood. Dit is geen ­rommel’

Feestje in het gras

We lopen langs het hoge gras rondom de visvijvers. Met een oplettend oog struint de 71-jarige Peperkamp in legergroene broek en bodywarmer langs de oevers, zijn vinger dichtbij de trekker. Na enkele passen blijft hij staan en zet hij het vizier van zijn warmtezoekende geweer tegen zijn oog. Links en rechts screent hij de vijvers, de steigers in het bijzonder, voor ongewenste knaagdieren. ‘De vissers laten hier altijd lokvoer slingeren, rondom de steigers,’ wijst Peperkamp naar de houten vlonders. ‘In en rondom die plekjes vieren de ratten een feestje in het gras.’

De zon is inmiddels onder de horizon gezakt en heeft plaatsgemaakt voor de eerste tekenen van een donkere herfstavond. ‘Ratten worden actief als het begint te schemeren,’ zegt Peperkamp. Nu zo ongeveer dus. Maar vanavond blijft het kalm tussen de grassprieten en struiken van Aquavita. Een gewenste situatie voor zowel de rattenvanger als zijn klant, maar als jager in hart en nieren zal er een lichte teleurstelling door Peperkamp heengaan. Op zijn beste avond schoot hij 155 ratten naar het knaagdierenparadijs. ‘Een paar kruiwagens vol. Dat blijft mooi, zo’n productieve avond.’

Verscholen in een struik scant de jager de laatste visvijver, voordat hij de kust veilig verklaard. Dat er vanavond niks te schieten valt, is de verdienste van vijf jaar lang patrouilleren. ‘Toen ik hier begon, schoot ik vijftien ratten op een avond,’ zegt Peperkamp, die hier iedere twee weken zijn rondje maakt. ‘De laatste maanden ligt dat aantal dichterbij de drie of twee. Dat de populatie nu terugloopt is een goed teken, zo wil je het zien. Maar helemaal van ratten afkomen is nagenoeg onmogelijk.’

Net als de meeste klanten van Peperkamp doet de eigenaar van Aquavita een terugkerend beroep op de diensten van de rattenjager. ‘Op de meeste plekken waar ik kom, is het rattenprobleem nooit opgelost. Ze blijven altijd terugkomen. Wat wil je: één rattenpaartje produceert op jaarbasis tot tweeduizend nieuwe ratten. Het merendeel komt daar overigens niet doorheen, want ze worden opgegeten of gedood, maar toch. Doe je er niks aan, dan worden ratten een heel groot probleem.’

Een groot probleem zijn ratten al jaren. Knaagdierplagen nemen in rap tempo toe, overal in Nederland. Bij het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) blijft het aantal meldingen zich al jarenlang vermenigvuldigen. In Amsterdam bleek een recent voerverbod een schijnoplossing. De lokale VVD-fractie oppert nu om rattenjagers zoals Peperkamp in te zetten. ‘Als Halsema mij belt, kom ik wel langs,’ reageert de routinier koeltjes. ‘Maar gevaarlijk is het wel, schieten in de stad. Ik behandel toch liever een afgelegen boerderij. Daar heerst veel overlast van de bruine rat, de meest voorkomende soort in Nederland.’

Voordat wij doorrijden naar de tweede locatie van de avond loopt Peperkamp nog even langs Jadie, de geliefde oehoe-uil van Aquavita. Wild wapperend in zijn kooi grijpt de machtige roofvogel met zijn gele klauwen naar de levenloze rat die Peperkamp met zijn lange grijpstok toedient. ‘Pak dan, pak dan!’ moedigt de jager het gevogelte aan. Eenmaal beet zoekt de oehoe een rustig plekje, niet veel later is de dikke rat in zijn geheel opgepeuzeld. ‘Normaal breng ik mijn vangst naar de afvalverwerking, maar soms bewaar ik er eentje voor Jadie,’ zegt Peperkamp. ‘Maar alleen als ik zeker weet dat de rat is gedood bij een bedrijf waar niet met rodenticiden wordt gerotzooid. Dat nare spul blijft in de rat hangen en als de oehoe dat binnenkrijgt, valt ie van z’n stok en is ie hartstikke dood.’

De jager duidt op rattengif, veruit het populairste middel om ratten te doden. Peperkamp moet er niks van weten. ‘Schieten is veel effectiever én beter voor het milieu,’ zegt hij stellig. ‘Als ik ergens rondloop, krijgt de klant een veel beter beeld van wij hij in huis heeft.’ Peperkamp wijst naar zijn warmtezoekende vizier. ‘Hiermee zie ik alle ongedierte zo zitten. Met rodenticiden en dodelijke klemmen kan je alleen maar afwachten en weet je eigenlijk niets.’

Ook bij de effectiviteit van rattengif zet de jager zijn vraagtekens. ‘Waar goed eten is, zoals boerderijen, zullen ratten gif mijden. Het zijn geen domme diertjes, maar hele sluwe beesten.’ Waar het na inname van gif zeven dagen kan duren voordat een rat sterft, is het na een welgemikt schot van de PCP van Peperkamp binnen twee tellen gebeurd. Ook wijst de jager op het eerdergenoemde risico van doorvergiftiging. ‘En,’ zegt hij, ‘ratten wennen aan gif, waardoor ze op den duur resistentie kweken en er dus steeds zwaarder gif nodig zal zijn.’

Benieuwd naar de rest van het verhaal? Je leest 't op Blendle.

In de rest van het verhaal lees je meer over het hoogseizoen onder ratten, hoe de rattenjacht van de avond eindigt, en wat de belangrijkste oorzaak van het aantal rattenplagen door het land aan. 'Waar voer is, zijn ratten. Op dit soort locaties is de tafel keurig gedekt.’

Mens & Maatschappij
  • Amaury Miller