Klokkenluider Frits Veerman: 'In de Bijlmerbajes werd ik langdurig verhoord'

Het zal je maar overkomen: illegaal handelen, misstanden of onrecht ontdekken op de werkvloer. Wat doe je? Je kop in het zand steken of een melding maken? Nieuwe Revu portretteert Frits Veerman (spil in een complot van de CIA, Pakistaanse spionnen en kernbommen) die koos voor de tweede optie en daardoor zijn levens drastisch zag veranderen.

Frits Veerman Bijlmerbajes

De nucleaire spanningen in de wereld van vandaag liegen er niet om. Neutrale inspecteurs zijn sinds twee maanden niet meer welkom in Iran, specifieker in de kernbunkers waar duizelingwekkende hoeveelheden uranium wordt verrijkt. Dat de wereld geen zicht meer heeft op het Iraanse kernprogramma, baart het Internationaal Atoomenergieagentschap en de internationale gemeenschap grote zorgen. Al veel langer geleden gooide de Islamitische Republiek de regels uit het nucleaire akkoord van 2015 overboord. In de centrifugewerkplaatsen wordt veel meer uranium opgewekt dan nodig voor kernenergie. Een kernwapen in de nabije toekomst lijkt het ultieme doel van het omstreden regime van de nieuwe president Ebrahim Raisi.

Met name Israël, dat al voorzien is van een kernwapen, kijkt met argusogen naar iedere beweging van hun grote vijand. ‘Wij zullen nooit toelaten dat Iran over hun eigen kernwapen beschikt,’ bromde ex-premier Benjamin Netanyahu eerder dit jaar. ‘Zij zijn uit op de vernietiging van Israël.’

Intussen draaien de nieuwe generaties kerncentrifuges in Teheran op volle toeren en wordt de splijtstof voor een kernwapen gemaakt. De ontwerpen voor deze gelikte apparatuur komen uit Almelo. Pardon? Jazeker, de waterstad van Twente, de groenste stad van Overijssel en de thuisbasis van Heracles. Hoe dat zo is gekomen? Dankzij een Pakistaanse spion, die betrapt werd door een nietsvermoedende collega, maar toch uitgroeide tot nationale volksheld. Gaat u er maar even goed voor zitten.

Een kleine vijftig jaar geleden werkte Frits Veerman, een amateurwielrenner uit Huizen, in de ondergrondse bunkers van het Fysisch- Dynamisch Onderzoekslaboratorium (FDO) van Stork in Amsterdam. Daar stonden een achttal ultracentrifuges, waar de technicus zich dagelijks bezighield met diens duurzaamheid en lagentechnologie. ‘Wij wisten dat je die apparatuur kon gebruiken voor onderdelen van een atoombom,’ blikt Veerman terug voor de lens van Frans Bromet, de filmmaker die eerder dit jaar het leven van de nuchtere klokkenluider portretteerde in zijn documentaire In de Ban van de Bom. ‘De informatie die wij hadden, mocht niet in verkeerde handen komen.’ Dat gebeurde wel en Veerman zag het voor zijn neus gebeuren.

In 1972 belandt de Huizenaar op het kantoor van FDO tegenover een nieuwe collega uit Pakistan. ‘Het was best een aardige vent hoor’, zei Veerman in een eerder interview over Abdal Qadir Khan. Anderhalf jaar deelt hij zijn kantoorruimte met de Pakistaanse kerngeleerde, maar er ontstaat ook vriendschap. Khan, die dan al jaren in Nederland woont, werkt en studeert, is iemand bij wie Veerman graag op bezoek komt, leuk mee kan tennissen en met wie hij graag samen naar sterren kijkt. Een mogelijke dreiging voor de wereldbevolking en, uiteindelijk, de vader van de Pakistaanse kernbom, lijkt hij in ieder geval niet.

Koude Oorlog

Terwijl Veerman zijn dagelijkse werkzaamheden uitvoert en in zijn vrije tijd mooie stukjes fietst op zijn stalen ros, gaat de wereld gebukt onder een constante dreiging van een nucleair conf lict. De Koude Oorlog tussen het kapitalistische Amerika en het communistische Sovjet- Unie hangt als een grauwsluier over de westerse wereld. Alle landen kijken gespannen mee, velen spelen zelfs een actieve rol in het versterken van de grimmige machtsverhoudingen. Zo ook Nederland, dat technologie vervaardigt om kernwapens te fabriceren, in de vorm van ultracentrifuges van de nucleaire gigant Urenco. Terwijl de burgers fel protesteren tegen de Almelose productie van kernenergie, bereikt de onrust ook aan de andere kant van de wereld het kookpunt. In 1974 test India zijn eigen atoombom als spierballenvertoon aan aartsvijand Pakistan. Laatstgenoemde kan niet achterblijven, dus sturen zij een gewiekste spion met een vriendelijke uitstraling naar het Nederlandse FDO, dat samenwerkt met Urenco, om onze vergevorderde, topgeheime kennis van ultracentrifuges te stelen. En Veerman staat met hem op de tennisbaan. Op kantoor delen de twee een bureau en spreken dagelijks over ultracentrifuges.

Trots showt het Pakistaanse leger zijn materieel, dat geschikt is voor een nucleaire lading.FOTOGRAFIE AP PHOTO, ANP

Het staatsgeheim in de bunkers van FDO bleek is niet voor iedereen even heilig. Overal op het kantoor slingeren topgeheime tekeningen van ultracentrifuges en wetenschappelijke rapporten over de apparaten rond. En als Veerman een verzoek van de directeur weigert om ‘iemand even te laten zien hoe de lagering van de ultracentrifuge in elkaar zit’, krijgt hij als reactie te horen: ‘Frits, doe niet zo flauw.’ De alarmbellen bij Veerman gaan af na het zoveelste bezoekje bij zijn goede collega Abdul thuis. ‘Er lagen daar overal tekeningen van ultracentrifuges, terwijl dat absoluut niet mocht.’

De alerte technicus doet niet direct een melding bij de baas en dat heeft alles te maken met de vriendschappelijke band die hij met Khan onderhoudt. Wel houdt Veerman vanaf dat moment het dubieuze gedrag van zijn collega nauw in de gaten. En zo blijkt het niet om een eenmalig incident te gaan, maar om een grootschalige steelactie van geheime documenten. ‘Toen stapte ik naar meneer Boogaard, mijn baas, om te melden dat Abdul misschien wel een gevaarlijke spion was. Die melding deed ik vanuit een telefooncel, want ik was toch wel een beetje bang. Als je zo’n belangrijke ingenieur erbij lapt, weet je gewoon niet wat je allemaal gaat tegenkomen. Wat er allemaal met je gaat gebeuren. En ik wilde mijn mooie baan niet kwijt.’

Die angst bleek gegrond. Met zijn melding gebeurde niets. ‘Sterker nog, de directie wilde dat ik mijn woorden over Khan terugtrok. Had te maken met commerciële belangen en het aanzien van het bedrijf, denk ik.’ Veerman trekt zijn woorden niet terug. In de weken en maanden erna wordt hij overgeplaatst, met steeds minder verantwoordelijkheden. Als hij in 1978 thuiskomt van zijn huwelijksreis ligt zijn ontslagbrief op de deurmat. ‘Ontslagen op basis van te weinig werk.’ Een oud-collega van Veerman en Khan vat dat wrange verloop van omstandigheden beknopt samen: ‘Frits werd niet helemaal serieus genomen. Op de werkvloer werd hij door niemand gesteund.’

'In de Bijlmerbajes werd ik langdurig verhoord en gigantisch onder druk gezet om mijn mond te houden'

Kleedjesverkoop

Intussen groeit Khan uit tot een gewaardeerde werknemer bij FDO en Urenco. Van tijd tot tijd houdt hij gemoedelijke bijeenkomsten, waar hij kleedjes uit zijn thuisland aan collega’s verkoopt voor 25 gulden. Regelmatig keert de wetenschapper terug naar Pakistan, voor ‘vakantie’. In 1976 stuurt Khan een fax vanuit Pakistan naar FDO, met daarin de mededeling dat hij, zijn twee dochters en zijn Nederlandse vrouw Hennie niet meer zullen terugkeren. Veerman: ‘Bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst gingen alle alarmbellen af. Die stonden direct bij mij op de stoep. Ik werd vele malen per week gehoord. In de Bijlmerbajes werd ik langdurig verhoord en gigantisch onder druk gezet om mijn mond te houden. Alle hoge directies waren aanwezig. Alles wat mij in de afgelopen jaren was opgevallen aan Khan, heb ik opnieuw verteld, net zoals eerder aan mijn directie. Iedereen raakte helemaal in paniek. Ziedend waren ze. Ik moest mijn mond houden over Khan en alles wat ik over hem wist. Ene heer Michels sprak in de naam van de Staat der Nederlanden. Die zei dat ik mij te veel had bemoeid met de ultracentrifuges en dat het mijn eigen schuld was dat ik was ontslagen. En dat mijn bevindingen ontzettend schadelijk zouden zijn voor de firma en het aanzien van de Nederlandse staat.’

In Pakistan groeit Khan uit tot nationale superster. Hij opent er zijn eigen laboratorium, dat bijzonder veel weg heeft van de Urenco-fabriek in Almelo. In miljoenenstad Lahore bouwt de wetenschapper aan Project-706, een atoomprogramma naar Nederlands model. Ruim twintig jaar later, in 1998, test de Zuid-Aziatische grootmacht zijn eerste, eigen lancering met een atoombom. Niet alleen Stork levert aan Khan; ook Philips (koelinstallaties) en DAF (transmissiebuizen) verkoopt blij mee aan het Pakistaanse kernprogramma. Khan krijgt een glanscarrière, bezit 75 huizen rondom Islamabad en ziet de miljoenen op zijn bankrekening opstapelen.

Hoe kon deze spion jarenlang bij FDO zijn gang gaan? Waarom luisterde niemand naar Frits Veerman? Het antwoord is even ingewikkeld als eenvoudig: de goudeerlijke Huizenaar was per ongeluk in een internationaal complot terechtgekomen. In de Bromet-docu schetst Mels Houwelingen, een voormalig marketingmanager van VMF-Stork een heuse samenwerking tussen Pakistan – in de vorm van Khan –en de Amerikaanse CIA in de vorm van FDO en Urenco. Houwelingen: ‘Als een dijk tegen het opkomende communisme wilde Amerika dat bondgenoot Pakistan een kernbom zou krijgen. Door een eerder getekend verdrag kon dat niet zomaar, dus moest er een soort lekmachine worden opgezet om Pakistan zelf een bom te laten bouwen. Iedereen wist ervan, maar Frits bleef erover doorzeuren. Dan heb je toch wel de naïviteit van iemand die in een condoomfabriek werkt en denkt dat die daar opblaasbedjes voor veldmuizen fabriceert.’

Toenmalig premier Ruud Lubbers bevestigde jaren later dat de CIA tot tweemaal toe Nederland ervan weerhield in te grijpen bij de spionageactiviteiten van Khan. Die atoombom moest en zou er komen en een koppige amateurwielrenner uit Huizen mocht daarbij zeker geen roet in het eten gooien.

Vorige maand werd Abdul Khan op 85-jarige leeftijd geslachtofferd door het coronavirus in een naar hemzelf vernoemd ziekenhuis, tot groot verdriet van zijn regering en volk. De vlaggen in heel Pakistan hingen halfstok. ‘Een groot verlies,’ twitterde premier en naamgenoot Imran Khan. ‘Wij zullen Khan altijd eren voor de verdiensten die hij heeft verricht voor zijn land. Voor het Pakistaanse volk was hij een nationaal icoon.’

Lees de rest van het artikel in de nieuwste Revu of op Blendle. In de rest van het artikel lees je ook meer over de documentaire Stank voor Dank van filmmaker Frans Bromet. Frans Bromet leerde Veerman in 2016 kennen, tijdens de opnames van zijn documentaire Stank voor Dank, over de verstrekkende gevolgen van het klokkenluiden op een mensenleven. De geroutineerde filmmaker en de eerste klokkenluider van Nederland raakten al snel bevriend. Bromet: ‘Aanvankelijk wilde Frits niet meewerken. Dat heeft een poosje geduurd. Toen hij eenmaal akkoord was, zagen wij elkaar regelmatig, zonder vast schema. Als hij weer eens met zijn advocaat ging praten, naar het Huis voor Klokkenluiders ging of gewoon iets nieuws te vertellen had, zocht ik hem op met mijn camera. Door de jaren heen is hij een soort vriend van mij geworden. Ik kwam vaak bij hem thuis en leerde hem goed kennen. Frits was een doorzetter in hart en nieren. Moet je ook wel zijn als klokkenluider. Als je dat niet bent, ga je eraan onderdoor. Je belandt in levensbedreigende situaties. Voor andere documentaires sprak ik met klokkenluiders die zichzelf van het leven wilde beroven. Frits stond steviger in zijn schoenen. Hij kon de zaak aardig loslaten, hoewel het zijn hele leven soms domineerde.’

Mens & Maatschappij
  • AP Photo, ANP