Leon Verdonschot

‘Tegenover de racistische uitzettingsfantasieën van de ingebeelde beul zet je de Grondwet’

Open brief van Leon Verdonschot aan de Tweede Kamer. ‘Van al het FvD-schoftentuig is Freek Jansen waarschijnlijk het lid dat het minste moeite doet zijn bruine bedoelingen te verhullen.’

Leon Verdonschot

Beste Tweede Kamerleden,

Van al het schoftentuig dat bij de laatste verkiezingen voor Forum voor Democratie in de Tweede Kamer is gekomen, is Freek Jansen waarschijnlijk het lid dat het minste moeite doet zijn bruine bedoelingen te verhullen. Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden, maar het was Freek Jansens gedachtengoed en dat van de jongerenbeweging die hij aanstuurde dat vorig jaar leidde tot de crisis bij FvD, de leegloop, en uiteindelijk de oprichting van de partij JA21. Toen werd duidelijk dat Thierry Baudet per se niet van Jansen af wilde, de man die hij kennelijk als weinig anderen in staat acht het ware FvD-gedachtengoed helder te vertegenwoordigen. Daar had Baudet gelijk in, want wat Freek Jansen deze week in de Tweede Kamer liet horen, daarvan kun je onmogelijk beweren dat het onduidelijk was. Integendeel, het was glashelder. Onversneden, puur racisme, dat was het. ‘Onze bevolking krimpt, maar de populatie groeit,’ sprak Jansen tot de Kamer. ‘Wij dreigen een minderheid te worden in ons eigen land.’ Zijn oplossing: de permanente verblijfsvergunningen ‘herzien’ van 4 miljoen mensen ‘die hierheen werden gehaald’. Ofwel: ‘Ik ben er voor dat ze teruggaan naar hun land, waar ze vandaan komen. (...) Ze moeten gewoon weg.’

Nooit was FvD, bij monde van de man die de Uil van Minerva-speech schreef, meer helder over zijn werkelijke programma: vier miljoen Nederlanders het land uitzetten.

Wat volgde was een demonstratie van hoe níét op racisme te reageren: andere Kamerleden, ingeleid door D66, gingen Jansen vragen naar de praktische invulling van zijn plan, door allemaal parlementariërs te noemen die dan ook het land uit zouden moeten gezet. Het is precies dezelfde fout die mensen maken als wappies (niet zelden ook uit FvD-hoek) de coronamaatregelen vergelijken met de Jodenvervolging, en dan met allerlei argumenten gaan uitleggen waarom die twee toch echt van elkaar verschillen. De fout is dat je meegaat in een discours waar je nooit in zou moeten stappen, dat je het volstrekt kwaadaardige en absurde op basis van een vals idee van gelijkwaardigheid tegemoet treedt met de rede, en dat je – zoals deze week – Freek Jansen dus de kans geeft per naam te beoordelen of die mag blijven of niet. Zo maak je hem tot de grote beslisser over andermans leven die hij in zijn stoutste dromen is. De man die beslist welke deel van ‘de populatie’ hoort tot ‘onze bevolking’.

Bovendien is de suggestie van het noemen van al die parlementariërs dat ze zo’n nuttig werk doen en daarmee zo’n verrijking zijn van ons land. Maar dat is het hele punt niet. Al zaten ze niet in de Tweede Kamer, maar lagen ze de hele dag werkloos te blowen op hun bank: als ze een Nederlands paspoort hebben, zijn ze Nederlander. Het doet niet ter zake of ze dat gisteren pas kregen, of hun ouders dat ook hadden, of ze daarnaast nog een ander paspoort hebben, en of ze iets bijdragen aan de samenleving, in wiens ogen dan ook. Punt uit. Tegenover de racistische uitzettingsfantasieën van de ingebeelde beul zet je de Grondwet, de rechtstaat, de principiële gelijkwaardigheid, en niet, nee nooit: de normalisering.