Edwin Struis

‘Op 6000 kilometer afstand juich ik keihard mee’

Je zoon supporten terwijl hij ergens in Amerika op een voetbalveld rondloopt: het blijkt best lastig te zijn, ontdekte Edwin Struis. 'Zo zit ik, op een zwakke woensdagavond naar een schermpje te turen, op zoek naar het shirt met nr. 15 achterop, 14 was al vergeven.'

Edwin Struis

Daar zit je dan op een woensdagavond in september, ingespannen turend op je iPad naar enigszins bibberige livebeelden uit Amerika, geschoten op aanzienlijke afstand van een voetbalveld. Is dat ’m nou? Of loopt ie nou daar? Doet ie überhaupt mee? Even daarvoor toen ze ferm in de houding stonden voor The Star-Spangled Banner, de Amerikanen laten geen mogelijkheid onbenut om hun volkslied ten gehore te brengen, had ik ’m al tevergeefs gezocht.

Mijn zoon is vanaf augustus student aan het Monroe Community College in Rochester, 500 kilometer ten noorden van New York, nabij Lake Ontario. In Nederland ging het mis met zijn studie sportkunde aan de Haagse Hogeschool, mede door de coronamaatregelen die zijn hele studiebeeld aan diggelen sloegen. Het vooraf geschetste beeld van jezelf ontplooien, op allerlei gebieden, ging door al die onlinelessen in rook op. Al na een paar maanden was zijn motivatie tot op het nulpunt gedaald, reden te meer om zijn studie eraan te geven.

Maar ja, wat dan? Na een paar maandjes bedenktijd kwam hij met een verrassende vervolgstap. ‘Pap, ik zou wel in Amerika willen studeren.’ Ik begreep hem wel. Het leren in de VS gaat gepaard met veel aandacht voor sport en laat dat laatste in Nederland nou continu in de knel komen. In zijn laatste seizoen bij FC Lisse werd de competitie op de helft afgebroken, in het seizoen erop bij Bloemendaal kwam er van voetballen ook veel te weinig. En studeren/sporten in Amerika is dan een aanlokkelijk alternatief.

We oriënteerden ons op internet en stuitten op een Eindhovens bedrijf, Slamstox genaamd, die jonge sporters begeleidt die graag in Amerika voet aan wal willen krijgen. Na een goed gesprek wist Mick het zeker: Amerika ging het worden. Het bleek de inleiding tot een kronkelig pad vol obstakels op gebied van financiën, studiebeurzen, visa en videocalls, maar uiteindelijk stapte hij op 9 augustus, z’n schouders nat van onze tranen, op het vliegtuig naar de States, voor het grootste avontuur uit z’n leven. Studeren en sporten op het Monroe Community College, wonen op een campus tussen leeftijdsgenoten uit allerlei landen; hij kon zich er vooraf geen voorstelling van maken. Ik trouwens ook niet, maar het was natuurlijk een gouden kans die hij met beide handen aangreep.

En nu zit ik, op een zwakke woensdagavond naar een schermpje te turen, op zoek naar het shirt met nr. 15 achterop, 14 was al vergeven. The Tribunes, de bijnaam van Monroe Community College, versus Jamestown Community College in de NJCAA, de National Junior College Athletic Association. Het niveau ligt niet al te hoog, maar daar moet je voor het gemak maar even doorheen kijken. Het loopt al tegen middernacht – onze tijd – als ik juichend opveer. Het zal toch niet… Maar ja hoor, die geplaatste bal die bij de rechterpaal tegen het net sloeg, had die nou echt mijn Mick als afzender? Ik kijk nog eens goed, maar hij wordt inderdaad gefeliciteerd door zijn ploeggenoten. M’n hart gloeit van vadertrots. Op 6000 kilometer afstand juich ik keihard mee. Al die moeite vooraf, al het gedoe; het is het allemaal waard geweest.