‘Of ik een dealer ben’
‘Ik heb een zoon van acht. Over tien jaar zal hij dit gesprek met jou voeren. Dan denkt hij dat jij een dealer ben’
Mijn beste vriend is jarig en daarom sta ik nu in een club. Hij is vandaag 42 geworden en daarom staan we nu tussen de studenten en de twintigers. Ik kijk om me heen en voel me als een faxmachine en zo kijken de studenten en de twintigers ook naar me. Ze weten niet wat ik ben en wat ze met me aan moeten. Waarom zit er een telefoon op deze printer? Moeten ze iemand bellen als het papier op is? Een meisje loopt op me af en knikt op stoere wijze naar me. ‘Ben jij een dealer? Ik heb zin in wat opbeurends,’ vraagt ze.
‘Of ik een dealer ben?’
‘Ja, je moet wel iets te verkopen hebben. Waarom zou iemand van jouw leeftijd anders een club bezoeken? Wat heb je te koop?’
‘Helemaal niets. Dit is een verjaardagsfeestje. Hij is jarig,’ zeg ik, terwijl ik naar mijn beste vriend wijs. Hij staat als een engerd stil op de dansvloer. ‘Wat heb je voor hem gekocht dan?’ vraagt het meisje.
‘Een nieuwe fietsbel voor op zijn rollator.’
‘Niet grappig, ouwe. Wat heb je voor hem gekocht?’
‘Sokken. Dure sokken. Voeten zijn belangrijk.’
‘Voeten zijn niet belangrijk,’ zegt ze.
‘Kom over twintig jaar maar bij me terug.’
‘Als je dan nog leeft.’
‘Die was onnodig. Nu krijg je geen harddrugs meer,’ zeg ik.
‘Haha, hoe je harddrugs zegt. Je zegt harddrugs zoals mijn vader de namen van bekende, buitenlandse dj’s zegt. Niemand zegt meer harddrugs. Drugs zijn drugs. Alles is tegenwoordig gewoon hard.’
‘Hoe oud is je vader?’
‘Echt heel oud. 39. Hij heeft een platenspeler en hij drinkt melk. Niemand drinkt nog melk. Hij wel. Ben jij even oud als mijn pa?’
‘Nee, ik ben ouder.’
‘Nog ouder? Drink je ook nog melk?’ vraagt ze.
‘Alleen plantaardige.’
‘Dat vind ik cool. Je gaat met de tijd mee. Mijn pa niet. Hij blijft die T-Rex, weet je wel? Zijn hart is koud en zijn armpjes kort. Hij weigert het om alle veranderingen te omarmen.’
‘Het zijn ook wel heel veel veranderingen. Je vader doet ongetwijfeld zijn best,’ zeg ik.
‘Heb jij kinderen?’
‘Ja, ik heb een zoon van acht. Over tien jaar zal hij dit gesprek met jou voeren. Dan denkt hij dat jij een dealer bent, omdat je zo ongelofelijk oud bent.’
‘Dat zou wel lachen zijn, toch?’ vraagt ze.
‘En dan lacht hij je uit, omdat je nog plantaardige melk drinkt. Over tien jaar drinken we namelijk niets meer. Geen melk, geen koffie, geen water, niets. Wetenschappers zullen aantonen dat drinken in het algemeen gewoon heel slecht voor de mens is.’
‘Nu draai je door, meneer de dealer.’
‘Ik heb nog wel iets voor je.’
‘Wat?’
‘Je vroeg om iets opbeurends. Dat heb ik wel voor je.’
‘Wat dan?’ vraagt ze.
‘Het gaat alleen nog maar mooier worden.’
‘Wat gaat alleen maar mooier worden?’
‘Alles.’
Ben jij ook zo iemand die graag haantje de voorste is? Mooi. Volg Nieuwe Revu dan op Facebook, dan krijg je de columns altijd als eerste te zien. Of abonneer op onze nieuwsbrief. Sturen we onze beste artikelen gewoon naar je toe.
- iStock