Een ton voor Libanon

Negenduizend Nederlandse soldaten - soms koud uit de schoolbanken - werden tussen 1979 en 1985 naar Libanon gestuurd. Ze...

Negenduizend Nederlandse soldaten - soms koud uit de schoolbanken - werden tussen 1979 en 1985 naar Libanon gestuurd. Ze werden beschoten, maar mochten niets terugdoen. Die machteloosheid had dramatische gevolgen: drankmisbruik, zelfmoordpogingen en volle wachtkamers bij de psychiaters. Nu is er eindelijk goed nieuws: ze krijgen geld.

Minister Hennis-Plasschaert van Defensie heeft vorige week een brief ontvangen van advocaat Vincent Dolderman. In deze brief eist Dolderman namens een groep van inmiddels honderdvijftig Libanon-veteranen een schadevergoeding van vijftien miljoen euro wegens nalatige zorg. Dat bedrag zal, net als het aantal veteranen, waarschijnlijk oplopen. De advocaat ontvangt nog dagelijks brieven en mails van ex-militairen, en soms ook van hun nabestaanden. Menig Libanon-veteraan raakte na zijn missie mentaal zo in de knoop dat uit het leven stappen de enig overgebleven optie was.

Tot voor kort zag het er slecht uit voor getraumatiseerde veteranen die een schadeclaim hebben ingediend bij Defensie. Het ministerie had afgelopen zomer ruim 350 van zulke schadeclaims aan zijn broek hangen. Daarvan waren pas zestig claims afgehandeld, en die waren bovendien allemaal afgewezen. Toch is Dolderman hoopvol gestemd. ‘Als ik nu de advocaat van de minister zou zijn geweest, had ik gezegd: het lijkt me niet zinvol om in meer dan honderd zaken individuele procedures aan te gaan.’

Aan lot overgelaten

Krijgt Dolderman gelijk, dan kan dat het begin van het einde betekenen van een lijdensweg die voor sommige veteranen al meer dan 35 jaar duurt. Zijn cliënten kampen allen met een posttraumatische stressstoornis (hierna: ptss). De nachtmerries, het gebrek aan slaap, de woedeuitbarstingen en flashbacks van de vreselijke dingen die ze in oorlogsgebied hebben gezien en meegemaakt, hebben van deze veteranen maatschappelijke outcasts gemaakt. Verscheurd door hun innerlijke demonen sluiten ze zich op in hun huis en vermijden ieder contact met de buitenwereld. Een baan vasthouden lukt niet, relaties en vriendschappen lopen stuk en voor velen zijn drank en drugs hun laatste toevluchtsoorden.

Los van hun oorlogstrauma’s is er nog iets dat deze groep veteranen niet kan verkroppen: dat Defensie in al die jaren nooit een poot naar hen heeft uitgestoken. Dit terwijl het ministerie al sinds de jaren tachtig wist dat het niet goed ging met deze groep militairen. ‘Defensie heeft destijds een groot onderzoek laten uitvoeren naar de nazorg van ex-UNIFIL-veteranen,’ zegt Vincent Dolderman. ‘Uit dat onderzoek kwam naar voren dat heel veel Libanon-veteranen na terugkeer kampten met drankproblemen, aanpassingsproblemen en psychische problemen. Tegenwoordig pakt Defensie militairen die terug zijn gekeerd uit Irak, Afghanistan of Mali echt bij de kladden: jij gaat naar een psycholoog, jij moet naar het terugkeergesprek. Ten tijde van Libanon was hun insteek: we gaan ons passief opstellen. Oftewel, we geven voorlichting en wachten vervolgens af of de veteraan zelf actie onderneemt.’

Wat deden ze daar?

De burgeroorlog in Libanon had eind jaren zeventig gezorgd voor een gevaarlijk machtsvacuüm in het zuiden van het land. De Palestijnse terreurorganisatie PLO maakte van de chaos gebruik door vanuit Zuid-Libanon aanslagen te plegen op Israëlisch grondgebied. Toen Israel antwoordde door zijn troepen naar Libanon te sturen, besloot de VN in te grijpen. Ook Nederland droeg bij aan de UNIFIL-vredesmacht. Tussen 1979 en 1985 vertrokken in totaal negenduizend Nederlandse militairen naar Zuid-Libanon.

De uitzending verliep chaotisch. Defensie had maar zes maanden om een troepenmacht op te trommelen. Tijd om te trainen op specifieke situaties (patrouilleren in de bergen, omgaan met de hitte) was er niet. De jonge soldaten werden vooral lekker gemaakt met filmpjes van zonovergoten Libanese stranden waar je fijn een balletje kon trappen. De meeste militairen kwamen uit het noorden van het land. Die hadden zich ingeschreven bij de Adolf van Nassaukazerne in het Drentse Zuidlaren, want dat was lekker dicht bij huis. Deze kazerne was in die tijd de enige Nederlandse basis voor VN-missies. Dat wisten deze jongens wel, maar ach, Nederland had nog nooit aan zo’n missie deel hoeven nemen. Tot 1979, dus.

Lees het complete verhaal op Blendle

Tekst: Danny Koks