Gangstertweeling Reggie en Ronnie Kray: 'Vanuit de gevangenis zorgden ze dat moord loonde' 

In maart van dit jaar verscheen er een nieuw boek over de Britse gangsters Reggie en Ronnie Kray: Vicious, Elegant Bastards – The Truth Behind The Legend of The Krays. De verkoopcijfers tonen dat de tweelingbroers meer dan twintig jaar na hun dood nog altijd tot de verbeelding spreken en hun mythe zal naar verwachting alleen maar groter worden. ‘Vanuit de gevangenis zorgden ze ervoor dat moord loonde.’

Reggie en Ronnie Kray

De deur gaat open, meer dan tien Kray-toeristen betreden de beroemdste pub in de Londense East End: The Blind Beggar aan Whitechapel Road. Binnen is het donker als in een kerker. De open haard brandt, uit speakers komt loungemuziek, op een bord staat: ‘Jaeger Bomb: 10 pound.’ Een blondine drinkt zoete witte wijn aan de bar, haar man kiest voor een volle pint Guinness. Britse zakenmannen bestellen Hop House Lager en gaan naar de Beer Garden. De meeste Kray-toeristen zijn Spaanstalig. Ze lopen naar de wand en maken foto’s met hun telefoons. Op een rode plaquette staat:

The Blind Beggar
Once London’s most Notorious Pub,
The Blind Beggar Owes Its Reputation
to the Infamous Visit by Ronnie Kray,
Who Shot George Cornell in 1966.

De Kray-toeristen nemen plaats op leren paarse banken. De gids van The Kray Twins Gangster Tour vertelt dat Reggie en Ronnie opgroeiden in de East End en audiëntie hielden in The Blind Beggar. Ze modelleerden zich naar hun idool Al Capone van de Chicago Outfit en de gangsters uit jarendertigfilms, zoals Scarface van Howard Hawks uit 1932 en Little Caesar met Edward G. Robinson. Ronnie en Reggie droegen hoeden en pakken en probeerden de fictie te imiteren door op een vergelijkbare manier te praten. Ze gingen boksen en richtten een bende op. Ze vroegen protectiegeld aan horeca-eigenaren, pleegden fraude en later moord.

Ronnie kon zeer gewelddadig en onvoorspelbaar zijn, Reggie was beredeneerd, georganiseerd, kalm en voorkomend. De meeste mensen waren een stuk banger voor zijn broer en Reggie moest er alles aan doen om Ronnie nog een beetje in toom te houden. Feit dat alle Kray-toeristen allang weten: ze vielen allebei op jongens, hoewel Reggie ook van vrouwen hield.

De gids vertelt een nieuw verhaal dat de meeste bezoekers van The Blind Beggar kennen. Het gaat over George Cornell, natuurlijk gaat het over hem. Ronnie stopte op 10 maart 1966 een 9-mm Mauser in zijn schouderholster en liet zich naar The Blind Beggar rijden. Een gangster van een concurrerende bende had een bondgenoot van de Krays vermoord. Ronnie moest als leider een voorbeeld stellen, de eer van hem en zijn broer stond op het spel. Een lid van hun Firm zei later: ‘One of ours had gone, so it was up to Ronnie to do one of theirs.’ Ronnie ging rond 20.30 uur naar binnen bij The Blind Beggar. George Cornell zat op een barkruk en dronk ales met vrienden. Een oude man had net een Guinness besteld, een paartje zat aan een tafeltje bij de deur. Meer mensen waren er nog niet, maar dat zou wel komen en de serveerster draaide een beatplaat om de sfeer erin te krijgen. Ronnie liep naar de bar met een andere gangster. George Cornell lachte en zei: ‘Nou, kijk eens wie we hier hebben.’ Ronnies helper pakte zijn pistool en schoot twee keer in het plafond, de serveerster vluchtte naar de kelder. Ronnie schoot George Cornell van dichtbij door zijn hoofd en hij wandelde kalm naar Whitechapel Road. George Cornell was toen al dood. Volgens Ronnie had hij dat verdiend. Cornell was een gangster die hem achter zijn rug om ‘dikke f likker’ noemde. Agenten reden naar The Blind Beggar. De aanwezigen waren allemaal net naar de wc toen de moord werd gepleegd, geen idee hoe hij eruitzag, of misschien was het wel een vrouw. De bekendste detective van Scotland Yard werd op de zaak gezet. Hij liet Ronnie arresteren en zette hem in een line-up. De serveerster werd naar het politiebureau gebracht en moest knikken als ze de moordenaar herkende. Ze keek en keek, maar zei geen enkele herinnering meer aan die avond te hebben. In werkelijkheid wist iedereen rond Whitechapel Road al vrij snel wie de liquidatie had gepleegd. De Britse schrijfster Jacky Hyams noemt de moord in The Blind Beggar ‘the worst kept secret in the East End

In The Blind Beggar schiet Ronnie in 1966 George Cornell dood.

Duim eraf

Jacky Hyams schrijft dit in het vorige maand verschenen Vicious, Elegant Bastards – The Truth Behind The Legend of The Krays. De titel is een verwijzing naar de Ronnie-quote: ‘We are vicious, elegant bastards.’ Jacky Hyams woonde in de jaren zestig in de buurt van The Blind Beggar en hoorde tientallen verhalen over de beroemdste en gewelddadigste tweeling uit de East End. Jacky Hyams deelde een flatje met haar vriendin Rosemary. Op een ochtend vond Jacky ineens een stuk wit verband op de sofa. Ze vroeg Rosemary: ‘Van wie is dat verband?’

‘O, die is van Pete. Mijn nieuwe vriendje. Het is voor zijn duim, maar soms doet hij het af.’ ‘Wat is er mee gebeurd?’
‘Nou ja, zijn duim is eraf gehakt. Door de Krays.’ Jacky moest lachen. Iedereen in de East End kende dit soort anekdotes. In dit geval ging het wel wat ver, maar Reggie en Ronnie stonden toen nog vooral bekend als elegante klootzakken die veel goeds deden voor de East End en het verhaal van Pete the Thumb, zoals ze hem ging noemen, deed daar niets aan af. Haar beeld van de Krays veranderde in 1972. Jacky Hyams las dat jaar een boek van de Britse journalist John Pearson met de titel The Profession of Violence: The Rise and Fall of The Krays. John Pearson had net een succesvolle biografie geschreven over James Bond-schrijver Ian Fleming toen zijn uitgever voorstelde te schrijven over ‘the top criminals controlling London’. Die topcriminelen waren de tweeling Reggie en Ronnie Kray en John Pearson zou ‘hun volledige samenwerking’ kunnen krijgen.
John Pearson was naar eigen zeggen nieuwsgierig naar het project. Hij woonde in Rome, maar miste Londen en hunkerde ‘naar wat actie à la Bond’. John Pearson wist toen nog niet dat de tweeling hun imago tot in detail probeerden te controleren, dat zou een vlotte samenwerking nogal in de weg staan. Reggie en Ronnie wilden heel veel geld verdienen door hun verhaal te verkopen en de Krays hadden ‘niet de minste interesse om iets anders dan het flatterendste beeld van zichzelf in print te zien verschijnen’.

John Pearson besloot toch ‘ja’ te zeggen en dat werd het begin van een ‘bizar avontuur, extremely Bond’. Hij werd op Heathrow opgehaald door een nors zwijgende ex-bokser en reed in een zilvergrijze Benz naar het Ritz-hotel. John Pearson overnachtte in een suite, de ex-bokser bracht hem de dag erna naar een Elizabethaans landhuis met hoge hekken en een paardenranch. De chauffeur toeterde voor de poort, in een vijver zwommen drie zwarte zwanen. Twee perfect geklede mannen heetten John Pearson welkom, de chauffeur kondigde ze aan met: ‘Mr. Ronald Kray, Mr. Reginald Kray.’
Een butler bracht zeetong, koolsla en Joegoslavische Riesling naar een dinerruimte. Aan de muren hingen schilderijen van oude meesters. Het werd volgens Pearson een van de memorabelste lunches uit zijn leven met ‘quite a gathering of heavy-looking characters’. De oudste Kray-broer Charlie was er ook. De tweeling stond duidelijk hoger in de hiërarchie en Charlie deed wat hem werd opgedragen. Reggie en Ronnie droegen allebei een donkerblauw pak, wit shirt, een strak geknoopte stropdas en een gouden horloge. Ze spraken met een bijna onverstaanbaar East End-accent, hun ogen leken soms uit hun kassen te puilen en bijna elke zin klonk dreigend. Ian Fleming zou ze volgens John Pearson graag hebben gemogen.
Reggie was dunner en charmanter dan zijn tweelingbroer, Ronnie praatte het meest en joeg Pearson de meeste angst aan. Ze dronken gin en ale en maakten afspraken over het boek. Ronnie had een verband om zijn rechterduim, Pearson vroeg: ‘Hoe heeft u zich bezeerd, Mr. Kray?’
Gardening.’

Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest het op Blendle.

In het artikel lees je meer over onder andere Jack the Hat. 'Reggie wilde net als Ronnie voelen hoe het was om iemand dood te maken, zijn doelwit werd de crimineel Jack ‘the Hat’ McVitie. Reggie ging op 27 oktober 1967 naar hotel The Regency om hem op te wachten.'

Mens & Maatschappij
  • ANP, Shutterstock e.a.