Bart Nijman

‘Alles wat Fortuyn verkondigde is uitgekomen’

Sinds de dood van Fortuyn is Nederland als samenleving afgegleden, stelt Bart Nijman. 'Volkert wint met een omweg.'

Bart Nijman

Het jaarlijkse gezeul met het lijk van Pim Fortuyn heeft iets goedkoops. Herdenkingen trekken een handjevol volkse Rotterdammers met voetbaltattoos of een vervaagde beeltenis van Bello (1992-2005) naar de woning van Fortuyn, die niet in de Zuid-Hollandse havenstad, maar onder de Noord-Hollandse Hoogovens-rook werd geboren – en in Italië ligt begraven.

Kranten schrijven schamper over zulke eerbetuiginkjes, televisiecamera’s focussen op volkse onmacht in Man Bijt Hond-achtige shots, niemand tracht de onderliggende emoties oprecht te vangen. De deftige Fortuyn, die in een Daimler werd rondgereden, was voor zijn dood tot metafoor voor de onwelriekende onderbuik gemaakt, camera’s bij herdenkingen beitelen dat beeld in de geschiedenis. Opdat we niet vergeten dat Fortuyn het verkeerde volk een stem gaf. Ergerlijk, maar het werkt: Fortuyn heeft postuum een campingsmoking aangemeten gekregen. Zijn dood, of liever gezegd: zijn moord, is een open wond die daarom nooit echt zal helen.

Dit jaar lijkt het net iets anders. Het is twintig jaar geleden dat de democratisch verkiesbare heer met een chauffeur, twee hondjes en een uitgesproken mening in het hart van de nationale mediabubbel zonder mededogen door zijn hoofd werd geschoten door een starre milieuactivist die al lang weer vrij is, maar nooit een greintje wroeging heeft laten blijken. Daarom dramatiseerde de NPO Fortuyns verhaal in een televisieserie en produceerde NRC een podcast. De serie dorst ik niet te kijken, want hoewel ijdele deuglul Ramsey Nasr als nare regent Ad Melkert klinkt als uitstekende casting, is gesubsidieerd Nederlands acteerwerk doorgaans een haast nog grotere misdaad dan de moord op Pim.

De podcast is gemaakt door een voor NRC-begrippen faire journalist, maar toch voel ik te veel weerzin om te luisteren naar een document van de krant die op de dag van de moord bij monde van toenmalig hoofdredacteur Folkert Jensma schreef dat Fortuyn een ‘racist’ en een ‘xenofoob’ was. En dan twintig jaar te laat interesse veinzen voor zijn denkbeelden? Maak het nou, schijnheilige kutkrant.

Twintig jaar later is Nederland als samenleving afgegleden tot middelgroot bedrijf waarin de burger als personeel wordt behandeld door het management. In gang 3 moeten we de stikstof vegen, in gang 5 het klimaatbeleid bijvullen. In gang 1 hangen de hoofddoeken, bij de servicebalie verdelen we verblijfsvergunningen, uitkeringen en huizen onder klanten uit veilige landen – Volkert wint met een omweg.

Door de kantine schallen vele televisiedominees: het hele omroepbestel is een kerk die ‘inclusiviteit en diversiteit’ predikt voor de eigen parochie. Het krantenrek is gegijzeld door Vlaamse mediamiljardairs die maatschappelijke discussies ondergeschikt maken aan klikbeetcommercie die wordt verborgen onder een vrome moraal.

Alles wat Fortuyn verkondigde is uitgekomen en toch zijn we geen stap verder gekomen. Ieder jaar op 6 mei herdenken we het heden.