‘Er bestaat zoiets als de uiterste groetdatum’
‘Ik zet het vuil buiten en zie dat de vrouw van nummer 1 hetzelfde doet. Ik moet iets doen. Dit heeft te lang geduurd. We zijn volwassen mensen’
Er wonen honderdtwintig mensen in mijn straat. Ik ken iedereen en iedereen kent mij. Ik weet dat de meneer van nummer 23 altijd op vakantie is. Hij weet van mij dat ik zonder shirt de was ophang. De mevrouw van nummer 17 doet een dubbele knoop in haar vuilniszak en de man van nummer 3 is of een stevige drinker of hij is gewoon heel verliefd op de glasbak.
De enige die ik niet ken is de vrouw van nummer 1. Ze woont nu al twee jaar in de straat en we hebben elkaar nog nooit gegroet. En het gekke van groeten is dat het een uiterste datum heeft. Er bestaat zoiets als de uiterste groetdatum. En als je elkaar voor die datum niet groet, zal er nooit gegroet worden. Dat is gewoon hoe het leven is. Misschien heeft het iets met trots te maken.
Ik heb dus helemaal geen reden om haar niet te groeten en zij heeft geen enkele reden om mij niet te groeten. En toch gebeurt er helemaal niets als we elkaar zien. Dankzij het langdurige niet groeten lijken we onzichtbaar voor elkaar te zijn geworden.
Het is vrijdagochtend. Ik zet het vuil buiten en zie dat de vrouw van nummer 1 hetzelfde doet. Ik moet iets doen. Dit heeft te lang geduurd. We zijn volwassen mensen. Dus ik stuur een verlegen knikje haar richting op. Het knikje komt niet aan.
‘Goedemorgen, buurvrouw,’ zeg ik.
De buurvrouw kijkt me aan en lijkt teleurgesteld.
‘Dat vind ik nou jammer,’ zegt ze. Haar stem klinkt anders dan ik had verwacht. Ik wist dat ze gescheiden was, maar ze klinkt niet als een gescheiden vrouw. Ze klinkt als zoveel meer dan iemand die niet meer met iemand anders samen is.
‘Wat vind je jammer?’ vraag ik.
‘Dat je me probeert te groeten. Jij was de enige die ik niet wilde groeten. Ik weet ook niet waarom precies, maar het voelde goed. Het had iets mysterieus. Sociaal zijn is leuk en aardig, maar erg geheimzinnig is het niet.’
‘Er ligt een dunne lijn tussen geheimzinnigheid en ongeïnteresseerdheid. Ik moest iets zeggen, buurvrouw,’ zeg ik.
‘Dat is dus het hele probleem. Het moeten. Niets kan zo dwingend aanvoelen als beleefdheid. We groeten elkaar omdat het moet, omdat het hoort, maar niet omdat we het willen. Jij groet mij niet, nee, je schuldgevoel groet mij.’
‘Zal ik mijn groet terugnemen?’
‘Dat lijkt me wel het beste, buurman. Ik vond het zo fijn dat we elkaar niet hoefden te groeten. Laten we alsjeblieft teruggaan naar voor vandaag.’
Ze knikt. Ik knik terug. Ik loop terug naar mijn vuilniszak en gooi mijn teruggenomen groet erin. Daarna leg ik een dubbele knoop in de zak. Net als de mevrouw van nummer 17.
Ben jij ook zo iemand die graag haantje de voorste is? Mooi. Volg Nieuwe Revu dan op Facebook, dan krijg je de columns altijd als eerste te zien. Of abonneer op onze nieuwsbrief. Sturen we onze beste artikelen gewoon naar je toe.
- iStock