Edwin Rutten en Nieuwe Revu treffen elkaar voor een prettig gesprek op een rustige plek: in de lobby van het gebouw van het Nationaal Archief in Den Haag. En dat is maar goed ook, want als we op een terras midden in de stad hadden gezeten... Zelfs in de bijna uitgestorven lobby van het Nationaal Archief blijkt hoe ongeloof lijk populair Edwin Rutten nog altijd is.
Rutten (11 januari 1943) is een duizendpoot. Hij is presentator, coach, docent, columnist, zanger, drummer en acteur. En dan is zijn visitekaartje nog niet compleet. Maar nog altijd is hij, bij het grote publiek, vooral Ome Willem uit De film van Ome Willem van de Vara. De rol van Ome Willem speelde hij tussen 1974 en 1989 meer dan tweehonderd keer. Dat wil zeggen: op televisie. Daarnaast trad hij als Ome Willem op in theaters door het hele land. Hoewel de laatste tv-uitzen-ding van de kinderserie al ruim 33 jaar (!) geleden is, is De film van Ome Willem nog altijd ongeloof lijk populair. Dermate populair, dat de Dikke van Dale in de nieuwste editie twee uitspraken van Ome Willem opneemt. De ene is ‘joepie de poepie’ en de andere ‘grote grijze geitenbreier.’ Dat is de aanleiding voor dit interview – hoewel een gesprek met Rutten eigenlijk geen aanleiding behoeft, want het is altijd aangenaam met Rutten. En zelfs nu hij 79 is, straalt hij een en al vrolijkheid en energie uit.
Meneer Rutten, hoe is het met u?
‘Uitstekend!’
In januari wordt u tachtig.
‘Nou, en hoe: tach-e-tig!’
Ziet u daar tegenop?
‘Welnee! Ach, natuurlijk weet ik ook: één zwak vat en je hangt. Maar dat is dan botte pech, daar kun je niets aan doen. Wat ik wel doe: ik word elke week twee keer vakkundig en sympathiek door Evert Jan, vroeger een internationale windsurfer, in de sportschool in vorm gehouden. Opdat mijn lieve, mooie, slimme, geweldige vrouw, operazangeres Annett Andriesen – en ze is en ze doet nog veel meer – geen last heeft van seniorgeluiden van mij bij het opstaan.’
Was u verbaasd dat er een paar uitspraken die u als Ome Willem deed in de Dikke van Dale komen?
‘Ja, dat vond ik verrassend. Veel radio, tv en pers belden me op. Den Haag FM vroeg waarom “rappapa” er niet in kwam. Er is nog wel meer Ome Willems. “Ro Ra Rillen, ga maar zitten op je billen!” Of: “Ri Ra Rondje, ga maar zitten op je kontje.” ’
De laatste uitzending van De film van Ome Willem was in 1989. Hoe kan het dat de serie nog steeds zo populair is?
‘In 2000 zijn de uitzendingen nog eens herhaald.’
Maar dat is ook alweer 22 jaar geleden.
‘Er staan veel afleveringen op Youtube. Ik krijg soms filmpjes van de grote rakkers terwijl hun kinderen voor de televisie zitten en naar Ome Willem op Youtube kijken. Vind ik enig. Ik krijg ook mails van grote rakkers. Schrijven ze: “Ome Willem, ik heb 51 af leveringen van de film op mijn harde schijf staan.” Mail ik terug: “Dan kun je in ieder geval op zondag uitslapen.” ’
Vindt u het vervelend dat het nog steeds over De film gaat. U heeft zo ontzettend veel meer gedaan.
‘Ik heb inderdaad veel meer gedaan. En alles wat ik gedaan heb, en nog doe, doe ik met plezier. Als nu de telefoon gaat voor een job vraag ik me altijd eerst af: wie is het, zijn het aardige mensen en heb ik een meerwaarde voor de mensen in de zaal. En... ik wil geen ergernis. Dat dunt lekker uit. Ik doe niets aan acquisitie.’
Even door op Ome Willem. Dat kleeft wel aan u.
‘O, maar dat vind ik helemaal niet erg. Ik vind het simpelweg hartstikke leuk dat grote rakkers en kleine rakkers zoveel plezier hebben gehad en nog hebben met afleveringen van De film van Ome Willem. Daarom en daarvoor hebben we ze gemaakt. Maar we wisten in 1974 niet dat de impact anno 2022 nog zo groot zou zijn. Dagelijks wordt me wel een keer gevraagd of ik op de foto wil. Ik heb elke dag een vorm van lintjesregen. Daarbij zou het werkelijk te dol zijn om eerst succes te willen hebben en daarna te klagen over dat succes.’
Wat is toch het geheim van De film van Ome Willem? Is dat Edwin Rutten?
‘Nou nee, dat zijn in eerste instantie de schrijvers. De afleveringen zijn geschreven door de besten: Willem Wilmink, Karel Eykman en Jan Riem. Dat is een line-up waar je u tegen zegt. Je zal die schrijvers maar hebben. En dan waren er nog de onovertroffen geitenbreiers. De beste muzikanten. Frank Noya, de papjesgeitenbreier. Een geweldige jazzmuzikant. Harry Mooten, de grote grijze geitenbreier. Een superbe Bach-vertolker op zijn accordeon. En Harry Bannink, de hoofdgeitenbreier. Onze grote componist! Hij componeerde alle liedjes. En hij was zo’n aardige man. Een andere factor van het succes is dat de show nooit kinderachtig was. Het programma nam kinderen serieus. Je moet kinderen nooit onderschatten. Dat deed Ome Willem ook niet. Dan kwam er weer een klein meisje tijdens de opnames naar voren: “Ome Willem, ik moet plassen.” Ik keek naar haar en zei: “Moet je écht plassen of moet je van je moeder?” “Van me moeder.” Dan keek ik recht in de camera en zei “Moeder, moeder toch. Druk tegelijk de rec- en play-knop van de videorecorder maar in.” ’
Benieuwd naar de rest van het interview met Edwin Rutten? Je leest het op Blendle. ‘Als ik een boek schrijf, dan vertel ik een verhaal zoals ik wil dat het wordt verteld. Dat is mijn werk, dus ik heb daar een idee bij. Dat idee werk ik uit in de stijl die bij mij past: fantasierijk, met veel metaforen. In mijn boeken lees je een weergave van mijn sprookjeswereld, daar moet je van houden om erin te kunnen verdwalen.’
- ANP