‘En? Ben je hem al een beetje vergeten?’
‘Ik sla hem terug. Niet hard, maar wel hard genoeg en precies op de plek waar de pleister zit’
De beste vriend van mijn vader drinkt cassis met een rietje op een overvol terras. De laatste keer dat ik hem zag was op het afscheid van mijn vader. De beste vriend van mijn vader is ouder geworden. Hij wel. Hij draagt een te strakke paarse polo en zijn haar is grijzer dan een herfstdag in Newcastle. ‘Verdomme, James, je begint steeds meer op hem te lijken,’ zegt hij, terwijl hij zijn hand uitsteekt. Zijn handdruk is stevig en zweterig. De Rolex die om zijn pols zit, heeft hij al een paar keer aan mij proberen te geven, maar ik hoef geen Rolex. Ik heb geen klokje van 20.000 euro nodig om te kunnen zien dat de tijd te snel gaat.
‘Dat gaat helemaal vanzelf, man. Ik kan er ook niets aan doen,’ zeg ik.
Ik heb de beste vriend van mijn vader al bijna twee jaar niet gezien. Ik wilde hem niet zien. En hij mij ook niet.
Hij ziet er moe uit en op de bovenkant van zijn schedel zit een pleister. ‘Heb je weer iets op je kop laten vallen, ouwe kluns?’ vraag ik.
‘Ik weet ook niet wat het is. Na mijn 65ste stoot ik elke week mijn hoofd. Jouw pa had dat ook.’
‘Ja, maar die werkte in de haven. Als je in de haven werkt, zit een ongeluk in een klein hoekje. Hij had echt vaak een pleister op zijn hoofd. Ik moest ze er af en toe opplakken. Ik vond dat in die tijd echt een rotklusje, maar nu mis ik het,’ zeg ik.
‘Mijn vrouw denkt te weten waarom oude mannen zo ontiegelijk vaak hun hoofd stoten. Omdat we dingen willen vergeten. Alle domme dingen die we hebben gedaan. Alle fouten die we hebben gemaakt. Als je je hoofd stoot, vergeet je dingen,’ zegt hij.
‘En werkt het?’ vraag ik.
‘Volgens mij wel. Ik vergeet alles, behalve je vader. Hoe ga jij?’
‘Ik moest laatst pasfoto’s maken voor een nieuw paspoort en de fotograaf had het druk. Ik stond in de rij en hij bleef maar tegen een meisje van negen schreeuwen dat ze niet mocht lachen. Dat is een beetje hoe het met mij gaat. Het gaat best lekker, maar ik hoor mijn innerlijke paspoortfoto-fotograaf nog een paar keer per week schreeuwen dat ik niet mag lachen.’
‘Jouw vader was echt grappig. Niet dat hij moppen vertelde of zo, maar als ik hem hoorde lachen, moest ik wel meelachen. Zijn lach was als een lawine.’
‘Hij had de bulderlach van een reus uit een sprookje,’ zeg ik.
Dan slaat de beste vriend van mijn vader me opeens met een platte hand in mijn gezicht. ‘Nu wil ik dat je terugslaat. Misschien begint het vergeten dan wel,’ puft hij.
Ik sla hem terug. Niet hard, maar wel hard genoeg en precies op de plek waar de pleister zit. ‘En? Ben je hem al een beetje vergeten?’
‘Nee, gelukkig niet,’ zegt de beste vriend van mijn vader op een overvol terras.
Ben jij ook zo iemand die graag haantje de voorste is? Mooi. Volg Nieuwe Revu dan op Facebook, dan krijg je de columns altijd als eerste te zien. Of abonneer op onze nieuwsbrief. Sturen we onze beste artikelen gewoon naar je toe.
- iStock