Flirten met de dood: Claudia Crobatia is Nederlands enige deathfluencer

De finfluencers, de blindfluencers, de twinfluencers: we kennen ze nu inmiddels allemaal wel. Een carrière opbouwen via sociale media én origineel zijn, blijkt een steeds grotere uitdaging. Gelukkig loopt er in de volgende categorie nog maar eentje van rond in Nederland: de deathfluencer. Nieuwe Revu ging op kerkhofrecensie met ’s lands dodelijkste millennial Claudia Crobatia. ‘De sfeer kan snel omslaan als ik over mijn werk begin.’

Claudia Crobatia

‘Kijk. Dit is een heel bijzonder graf.’
‘O ja?’
‘Ja. Dit is niet zomaar een graf.’
‘O nee?’
‘Nee. Dit is een try-outdoodskist. Als je wilt, kun je erin gaan liggen. Om te voelen hoe het is om begraven te worden. Moet je wel eerst een sleuteltje halen bij de receptie van het park.’
‘Goh.’
Schaapachtig tuur ik vijf tellen naar de try-out-doodskist. ‘Nou, ik voel nu niet per se een grote drang om dat sleuteltje op te halen. En jij dan? Weleens ingelegen?’

‘Nog niet. Maar ik zou het best leuk vinden.
Tweeënhalve meter onder deze kist ligt trouwens iemand begraven. Een liefhebber van de ontwerper van deze kist. Cool hè?’

Al in de eerste minuut van mijn kennismaking met Claudia Crobatia spat de passie voor de dood ervan af. Dat mag ook wel: deze Amsterdamse is ’s lands enige deathf luencer. ‘Nee, dat is niet iemand die op Instagram met selfies van doodshoofden en deals met grote uitvaartbedrijven probeert te cashen op de dood,’ nuanceert Crobatia snel. Maar wat dan wel? Onze Belgische collega’s van De Standaard verwoordde het zo: een inf luencer die mensen via sociale media wil verzoenen met hun sterfelijkheid. In Crobatia’s eigen woorden: ‘Ik gebruik social media om het grote taboe rondom de dood te doorbreken.’ En dat is hard nodig, als we deze death aware-ness-expert, zoals Crobatia’s werkelijke titel luidt, moeten geloven. ‘De dood is een groter taboe dan seks. We vinden het eng en dat maakt het lastig om het er met elkaar over te hebben. Het liefst negeren we het thema volledig. Doodzonde, want we kunnen er zoveel van leren. En ja, uiteindelijk zullen we er allemaal aan moeten geloven. En daar mogen we ons best een beetje op voorbereiden, toch?’

Dat wij moderne mensen de dood liever degraderen tot het verdomhoekje kent volgens Crobatia meerdere oorzaken. ‘Religie, en alle doodsrituelen die daarbij horen, spelen een steeds kleinere rol in onze samenleving. Anderzijds is er de vooruitgang in medische wetenschap. We geven ons levensuiteinde steeds verder uit handen. Vroeger stierven mensen vaker thuis en was de dood zichtbaarder. We hebben doodgaan tegenwoordig tot iets onnatuurlijks gemaakt. Iets engs. Terwijl het toch echt onlosmakelijk aan het leven is verbonden.’

Liefde voor de dood

Een van Crobatia’s instrumenten om het stoffige imago van de dood op te poetsen: begraafplaatsrecensies. ‘De perfecte plek om je sterfelijkheid te overdenken,’ schreef ze eens over een kerkhof in Dublin. Over een Joodse begraafplaats in Ouderkerk aan de Amstel: ‘Zoveel prachtige grafstenen dat het moeilijk is om een ​​ favoriet te kiezen.’ Zeker dertig begraafplaatsen en kerkhoven kregen al een kritisch bezoekje van de expert. Haar liefde voor de dood bracht haar naar IJsland, Ierland, Duitsland en zelfs Amerika. ‘Daar bezocht ik de Hollywood Forever Cemetery, het kerkhof met de meeste celebrity’s. Heel gaaf!’ Slechte recensies zijn zeldzaam, erkent Crobatia. ‘Ik bezoek eigenlijk vooral begraafplaatsen die ik heel graag wil zien. Dat lijstje is best groot. Elk land en elke stad heeft wel een mooie begraafplaats.’

Zo ook haar eigen stad. In haar zwarte jurk – ‘Ik draag niet dagelijks zwart, maar de kleur trekt mij wel aan’ – struint Crobatia vandaag op haar dooie gemakje tussen de 17.000 grafstenen van Zorgvlied, de grootste hoofdstedelijke rustplaats. ‘Dit park stond al een poosje op mijn wenslijstje,’ zegt ze, druk om zich heen kijkend naar de talloze gedenkstenen. Een checklist heeft ze niet, maar de dodenspecialist weet precies waar zij naar zoekt op een kerkhof. ‘Ik lees mij altijd goed in over de rustplaatsen die ik bezoek. De rijke geschiedenis, welke bekende mensen er allemaal liggen en wat ik écht niet mag missen. Als ik er dan eindelijk rondloop, is het bijna altijd wel zo bijzonder als ik hoopte. Ik laat mij graag leiden door wat ik allemaal op deze herdenkingsplekken tegenkom. Kunstzinnige en originele graven trekken mij vooral aan. Die bewonder ik.’

In dat opzicht moet Zorgvlied voor de gemiddelde deathfluencer aanvoelen als een snoepwinkel. Op een glazen plaat met daarin een vergrote pasfoto gegraveerd staat een gedicht voor de op 48-jarige leeftijd gestorven Jacqueline. Op een boeddhistisch graf rust een standbeeldje van een monnik in kleermakerszit, die uit een groot boek of tijdschrift lijkt te lezen – wellicht een stokoud exemplaar van Nieuwe Revu. De creatieve eerbetonen vliegen je hier om de oren. ‘Het is geen goedkope begraafplaats,’ vertelt onze dodengids. ‘Je betaalt grafrechten voor tien jaar. Als je niet verlengt, maak je plaats voor de volgende.’ Niet iedere centimeter van Zorgvlied ademt status en welvaart. Sommige graven zijn danig slecht onderhouden, dat die nog het meeste weghebben van een onverzorgd moestuintje. Evenwel lijkt Crobatia zich uitstekend te vermaken. Voor haar geldt een middagje begraafplaats als een wandeling door de geschiedenis. Vandaag hoeven we maar een korte blik te werpen op de erelijst om dat te beamen. Harry Mulisch, Annie M.G. Schmidt, Piet Römer, Ramses Shaffy Antonie Kamerling, Liesbeth List; een kleine greep uit de lijst van grootheden die Zorgvlied herbergt.

Rare taboes

Bij het uit de kluiten gewassen grafmonument van Herman Brood staat Crobatia even stil. ‘Dat is toch bijzonder?’ vraagt ze retorisch, de gigantische, stenen engel boven het graf van de iconische rocker bewonderend. Beroemde mensen, mooi aangelegen parken, imposante monumenten, een stukje geschiedenis: het zijn voor Crobatia allemaal redenen waarom wij veel frequenter een begraafplaats zouden moeten aandoen. ‘Niet te hard praten als je over een begraafplaats loopt, niet het graf aanraken, niet op de gangpaden gaan zitten met een kleedje en een borreltje: we houden er in Nederland allerlei rare taboes op na. In andere landen is het veel gebruikelijker om die dingen wel te doen. Om onze overledenen te betrekken bij het leven. Dat wij dat hier zo weinig doen, vind ik stom en raar.’

Nee, dan snappen andere landen het toch weer beter. Zo kun je in Italië en Tsjechië terecht in zogenaamde knekelhuizen, kapellen vol versierde skeletten, gearrangeerd in sierlijke ornamenten. ‘Overal waar je kijkt, zie je schedels en botten,’ vertelt Crobatia met jeugdig enthousiasme. ‘Er hangen zelfs kroonluchters gemaakt van botten, met vingerkootjes als detail. Mijn favoriet? In Rome! Daar vind je naast ornamenten van botten en schedels ook complete skeletten van de overleden broeders, in gemummificeerde staat. Hoe macaber dit soort plekken ons nu ook doen lijken, toen deze knekelhuizen werden gebouwd, waren ze niet bedoeld om de mens angst aan te jagen. De ossuaria waren dan ook plekken van hoop, niet van angst. In onze moderne samenleving interpreteren we deze publieke tentoonstelling van de doden nu als iets sinisters en duisters, in plaats van het te zien als een open dialoog met de dood en dus ook met onze eigen sterfelijkheid. In Nederland waren vroeger ook knekelhuizen, maar deze bestaan niet meer. De beenderen van geruimde graven worden in Nederland herbegraven in een verzamelgraf. Zonde.’

Toen Crobatia in 2016 het roer omgooide en haar goedlopende carrière van video- en fotograaf inruilde voor die van dodenexpert, bestond haar huidige functieomschrijving nog niet. De term deathf luencer kwam pas tot leven in coronatijd, toen The New York Times de Amerikaanse Caitlin Doughty die titel toebedeelde. Net als Crobatia heeft Doughty, als frontvrouw van de beweging Order of the Good Death, het haar levensdoel gemaakt om de dood bespreekbaar te maken. ‘Na dat artikel ontplofte de media-aan-dacht rondom mij ook ineens,’ zegt haar Amsterdamse collega. ‘Het nieuws dat Nederland een eigen deathfluencer had ging als een lopend vuurtje.’

Die aandacht kwam als een grote verrassing, erkent Crobatia. ‘Ik had nooit verwacht dat mijn werk veel aansluiting zou vinden bij het Nederlandse publiek. Hier gaan we ongemakkelijke onderwerpen als de dood toch het liefst uit de weg. De nuchtere, calvinistische doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg-mentaliteit zorgt ervoor dat we de dood bizar vinden. En mensen die zich hiermee bezighouden bestempelen we als morbide of zelfs gek.’ Corbatia kan erover meepraten. ‘Ik krijg vaak genoeg vreemde reacties van mensen. De sfeer kan snel omslaan als ik over mijn werk begin.’

Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest 't via Blendle of in de nieuwste Revu. Hierin lees je meer over wat er voor Claudia allemaal onder werk valt. ‘Het is een gevarieerd beroep. Iedere week ziet er weer anders uit. Heel leuk.’

Showbizz
  • Joris van Gennip