James Worthy

Verliefd op wolken

‘De rest van de vlucht zoenden we de wolken jaloers. Bij de bagageband gaf ik haar mijn e-mailadres. Ze heeft me nooit gemaild’

James Worthy

Het spannendste aan in mijn eentje vliegen, is dat ik niet weet wie er naast me komt zitten. De ene keer is het een deodorant verafschuwende groenteboer uit Stuttgart en de andere keer is het een oude man uit Boedapest die lang over vroeger praat, omdat de toekomst niet zo heel lang meer duurt.

Ik weet nog dat ik een keer onderweg naar Madrid was en naast een meisje uit Utah zat. Ze had paars haar en was verliefd op het leven. Ze keek naar alles met de besmettelijkste vorm van verwondering. ‘Ik ben verliefd op wolken,’ zei ze wijzend uit het raampje. Ik keek naar buiten en voelde haar vlinders mijn buik binnenvliegen. Het waren gewoon wolken. Witte, door de zon gebreide sokken, maar door haar aanwezigheid zag ik de mooiste wolken ooit. Ik wilde de mooiste wolken ooit zien. Het meisje uit Utah maakte de wolken mooier. ‘Niets is zo zacht als wolken,’ vervolgde ze.

‘De voetkussentjes van katten komen in de buurt,’ zei ik.

‘Wow! Ik ben verliefd op katten,’ zei ze. De rest van de vlucht zoenden we de wolken jaloers. Bij de bagageband gaf ik haar mijn e-mailadres. Ze heeft me nooit gemaild. Misschien was ik zo enthousiast dat ik mijn adres met .com in plaats van .nl eindigde. Het is niet anders. Ik hoop dat haar leven prachtig is en dat alles op zijn zachte pootjes terecht is gekomen.

Ik kijk naar de lege stoel naast me. Wie komt er vandaag naast me zitten? Ik hoop op een kleine man op hoge schoenen. Ik heb namelijk altijd respect gehad voor mannen die mijn lengte hebben, maar groter willen lijken. Voelt zo’n man op hoge schoenen zich dan echt groter of alleen iets minder klein? Vandaag ga ik helaas geen antwoord op deze vraag krijgen, want er komt een lange man naast me zitten. Er rust een grote koptelefoon op zijn oren en hij draagt zo’n sportief horloge.

Ik steek mijn hand uit en zeg mijn naam. Hij kijkt naar mijn hand en zegt dat hij niet meer aan het schudden van handen doet. Hij probeert het goed te maken met een elleboogboks, maar ik zeg dat ik niet aan elleboogboksen doe, omdat ik geen maatschappijleraar ben die in een midlifecrisis zit.

De man heet Hans en is een lifecoach uit Amersfoort. Hij haalt een visitekaartje uit zijn portemonnee en legt deze op mijn uitgeklapte tafeltje. Op het kaartje staat een vrouw met acht roze ballonnen. De ballonnen waaien bijna weg, maar ze weigert de tros los te laten. ‘Ze staat op een kruispunt. We staan allemaal op een kruispunt. Blijven we vasthouden of laten we alles lekker los?’ zegt Hans.

‘Ik zeg alles lekker loslaten, Hans. Maar even een vraagje. Ben jij verliefd op wolken?’

‘Verliefd op wolken? Waarom zou ik verliefd zijn op iets wat niet verliefd op mij kan worden? Het leven is te kort om verliefd op wolken te zijn.’

Ik klap mijn tafeltje dicht, sluit mijn ogen en denk aan Utah.

Column
  • iStock