Lionel Dahmer: 'Ik besefte niet hoe ziek Jeffrey was' 

‘Ik ben zelf de oorzaak!’ Was gesproken: Lionel Dahmer (86), de vader van. Deze week is zijn zoon Jeffrey alweer 28 jaar dood, maar hij leeft als nooit tevoren. De Netflix-serie Dahmer over zijn moordlustige bestaan plaatst hem op een voetstuk waar nabestaanden van zijn slachtoffers met tranen en woede tegenaan schoppen. Hoe is het om de vader van de ­‘Milwaukee Cannibal’ te zijn?

Lionel Dahmer

Vijftien keer levenslang kreeg Amerikaan Jeffrey Dahmer, de hoogst mogelijke straf in een staat (Wisconsin in dit geval) zonder mogelijkheid tot doodstraf. Hij zat er echter maar drie jaar van uit. Toen was voor een van zijn medegevangenen, Christopher Scarver, namelijk de grens bereikt en besloot hij de 17-voudige seriemoordenaar om het leven te brengen. Ironisch genoeg met een metalen halter, exact hetzelfde voorwerp als waarmee Dahmer op zijn achttiende zelf zijn eerste moord volbracht. Onder meer omdat een aantal van zijn slachtoffers minderjarig was en hij het niet langer kon aanzien hoe Dahmer in de eetzaal keer op keer trots met stukjes kip en ketchup speelde, alsof het menselijke ledematen betroffen. Jeffrey moest dood, en wel direct.

Dahmers vader, Lionel, is nog wel in leven. Boze kijkers van de Netflix-serie Monster: The Jeffrey Dahmer Story spoorden de hoogbejaarde man op in Ohio en bestookten hem de afgelopen maanden meer dan eens op zijn woonadres. ‘Daar gaan we weer, dacht ik toen ineens iedereen voor de buis zat om deze serie te kijken,’ aldus Jeb, de 34-jarige verzorger van Lionel. ‘Het lijkt wel alsof elke keer dat er een film of boek uitkomt, er veel gekke dingen gebeuren. Alles wat met Dahmer te maken heeft, ontploft dan. Begin vorige maand stopte er bijvoorbeeld een mooie auto midden op de oprit, op ongeveer 25 meter van de voordeur. Ik kwam naar buiten en zag dat een, inmiddels uitgestapte, grote kerel zich grimmig gedroeg. Op vijandige wijze schreeuwde hij dat hij Lionel wilde spreken. De sfeer werd steeds dreigender, waardoor ik een stap naar achteren deed, mijn heup wegdraaide en net deed alsof ik een wapen ging pakken. Daarop vertrok hij weer. Sindsdien draag ik daadwerkelijk een geweer op zak en staat het erf om de woning vol met bordjes ‘verboden toegang’ en ‘privéterrein’. Lionel heb ik ondertussen verboden in de tuin te werken, aangezien ik er zijn veiligheid niet meer kan garanderen. Of wat te denken van de gestoorde wijven die soms langswippen? Laatst gooide een 20-jarig meisje haar slipje op het gazon en riep luidkeels:

‘Lionel, ik hou van je!’

Jeffrey’s gruweldaden trekken overduidelijk zowel haters als bewonderaars aan. Lionel zelf is zijn zoon, tot op zekere hoogte, altijd blijven verdedigen en streed tot halverwege 1995 met diens moeder Joyce Flint over zijn hersenen. Zij wilde deze ter beschikking stellen aan de wetenschap om er hopelijk achter te komen wat Dahmer tot een monster maakte, Lionel opperde voor vernietiging. Pa kreeg gelijk en was content, temeer omdat hem gissen naar motieven deels overbodig leek. Hij wist zelf maar al te goed waar de kronkel in juniors denken vandaan kwam: ‘Ik ben zelf de oorzaak!’

Geen besef van ziekte

De overtuiging voor een groot deel verantwoordelijk te zijn voor de dramatische ontwikkeling van zijn zoon is bij Lionel altijd overeind gebleven. Ook hij had namelijk, zo gaf hij met het schaamrood op de kaken toe, in zijn leven meerdere keren gefantaseerd over het doden van mensen. Het enige verschil met zijn zoon is dat het voor hem slechts bij gedachten bleef en junior er ook daadwerkelijk aan toegaf en naar handelde.

Toch durft Lionel zijn handen niet volledig in onschuld te wassen. Zijn DNA was het DNA van Jeffrey. Wat hij in zich had, heeft hij onherroepelijk doorgegeven op zijn zoon. In die zin lag zijn lot al voor de geboorte vast. Enkel de uitvoering verschilde, zo is z’n stellige overtuiging. Lionel destijds: ‘Ik hou van hem. Ik besefte niet hoe ziek hij was. Ik zal echter altijd achter hem staan in m’n gedachten en gebeden.’

Kiekje uit het familie-album met de 13-jarige Jeffrey rechts van vader Lionel. Links jongere broer David.

Dezelfde man nu: ‘Jeffrey was als kind een heel vrolijk jochie dat geregeld op me af kwam rennen en dan in mijn armen sprong. Hij fietste graag op zijn driewieler of samen met mij op de grote fiets. Niets in mij kon toen bedenken dat het uiteindelijk zou leiden tot dit. Zelfs de vele ruzies tussen zijn moeder en mij in huis, iets wat ook in negatieve zin van invloed op zijn ontwikkeling moet hebben gehad.’

Als wetenschapper had Lionel een voorliefde voor het bestuderen van dode dieren. Aangereden wasberen, konijnen, eekhoorns of andere beesten werden mee naar huis genomen, waar hij ze samen met zijn zoon ontleedde. Het was in die periode, Dahmer zat in groep vijf of zes van de basisschool, dat Jeffrey voor het eerst in aanraking kwam met anatomie en zijn fascinatie voor ingewanden begon. Heeft senior zijn nakomeling op het verkeerde pad gezet of valt hem niets te verwijten?

Jeugdvriend Eric Tyson beaamt dat zijn klasgenoot een voorliefde ontwikkelde voor hetgeen zijn vader eveneens bovengemiddeld boeide. ‘Toen Jeff en ik jong waren, maakten we lange boswandelingen, waarbij we vaak botten tegenkwamen. Regelmatig kon ik hem in een schuurtje in de tuin vinden waar hij dieren verzamelde. Het groeide uit tot een hele verzameling die hij mooi had uitgestald op wat schraagtafels die daar stonden. De vleesresten verwijderde hij zelf, waardoor de skeletten of onderdelen daarvan overbleven. Het is niet iets wat ik zou verzamelen, maar Jeffvond het interessant. Het ging een beetje in de richting van amateur-taxidermie.’

Dahmer zelf in een van zijn verhoren: ‘Die interesse voor botten ging over in een fascinatie voor het opensnijden van honden en buidelratten om de ingewanden te bekijken. In de derde klas ontleedde ik tijdens biologie een biggetje. Toen we klaar waren, nam ik de kop mee naar huis en verwijderde ik het vlees. De schedel bewaarde ik een tijdje. Waarom weet ik niet.’

Blind voor eerste tekenen

In zijn continue zoektocht naar een verklaring waarom zijn zoon werd wie hij werd, groef Lionel diep in zijn herinneringen in een poging andere afwijkende gedachten bij hemzelf te ontdekken. In het boek A Father’s Story schreef hij daarover: ‘Toen ik een kleine jongen was, ontwikkelde ik een obsessie. Langzaam raakte ik gefixeerd op, in zekere zin zelfs gehypnotiseerd door, de fysieke aanwezigheid van vuur. Er was een oude man die maar drie of vier huizen verder woonde dan mijn ouderlijk huis. Hij had een houten been en rookte een pijp. Toen hij deze wilde roken, sloeg hij de nodige lucifers af op zijn houten been. Als kind zag ik het hem vaak doen, en ik denk dat mijn vroege obsessie met vuur misschien voortkwam uit deze enkele, merkwaardige en vaak herhaalde gebeurtenis. Een tijdlang had ik een grote luciferverzameling. Nog later begon ik met het stelen van lucifers. Ik haalde ze overal vandaan. Liggend op een tafel of weggestopt in een la, om daarna weg te sluipen naar een verlaten plek en ze een voor een te laten branden. Alsof ik gefixeerd was door de dansende vlammen. Ik herinner me dat ik naar de ernstige waarschuwing van mijn vader hierover luisterde. Over hoe deze fascinatie verschrikkelijke gevolgen kon hebben. Bovenal herinner ik me dat ik dacht dat het een interesse was die ik absoluut moest kanaliseren en beheersen, zelfs als het elke gram van mijn wil kostte.’

Eenmaal zelf vader van een zoon, lukte het Lionel niet direct de gevaren van donkere gedachten bij zijn eigen kind te herkennen. Gevaarlijke hersenspinsels die zijn eigen oude heer wel tijdig bij de lurven had weten te grijpen. ‘Toen ik eens met een grote emmer dierenresten thuiskwam, zat Jeffrey er al snel mee te spelen. Hij had een groot aantal botten uit de emmer gehaald en staarde er aandachtig naar. Van tijd tot tijd raapte hij er een paar op en liet ze vallen met een broos, knetterend geluid dat hem leek te fascineren. Keer op keer pakte hij een handvol botten en liet ze terugvallen in de hoop die op de kale grond achterbleef. Hij leek slechts een gewoon kind dat zijn eigen lichaam begon te verkennen, of was het een teken van iets morbide dat al in zijn geest groeide? Toen Jeffom zes uur verschillende ruiten insloeg in een oud, verlaten gebouw, was dat dan slechts een typische jongensgrap, of was het een vroeg signaal van een duistere en impulsieve vernielzucht? Toen we gingen vissen, en hij geboeid leek door de gestripte vis, aandachtig starend naar de felgekleurde ingewanden, was dat de natuurlijke nieuwsgierigheid van een kind, of was het een voorbode van de gruweldaden die later in appartement 213 zouden plaatsvinden?

Bij mij had natuurlijk een vroege obsessie met vuur geleid tot niets ongewoons dan scheikunde, tot een levenslang werk in wetenschappelijk onderzoek. Jeffs kortstondige fascinatie voor botten had net zo goed kunnen wijzen op een vroege interesse die uiteindelijk zou kunnen leiden tot een studie medicijnen of medisch onderzoek. Het zou kunnen hebben geleid tot orthopedie, anatomische tekeningen of beeldhouwkunst. Het zou eenvoudig tot taxidermie kunnen hebben geleid. Of, waarschijnlijker, zou het op helemaal niets hebben gewezen en zijn vergeten. Maar nu zal ik het nooit meer kunnen vergeten. En ik, ik bracht dat spul allemaal mee naar huis. Niemand anders!’

Benieuwd naar de rest van het verhaal? Je leest 't via Blendle of in de nieuwste Revu.

In de rest van het artikel lees je meer over Jeffrey's slachtoffers en over acteur Evan Peters die Jeffrey Dahmer in de Netflix-serie Dahmer – Monster: The Jeffrey Dahmer Story speelde.

Showbizz
  • ANP, AP