Bart Nijman

'Laatste dans'

‘Wat mij betreft was Willem Engel in het coronadebat hooguit een ondersteuningsact in een freakshow waar veel grotere gekken in rondliepen’

Bart Nijman

Het is me in de afgelopen drie jaar niet gelukt om een hekel aan Willem Engel te krijgen. Die douchegedachte druppelde mijn hoofd in toen de dubieuze dansleraar onlangs voor de rechter stond vanwege zijn aanmatigende gedrag op de thans zeer dun geworden lijn tussen rustig koffiedrinken en opruiende taal bezigen jegens beleidsmakers, politici en vaccins toedienend zorgpersoneel.

Wat mij betreft was Willem Engel in het coronadebat hooguit een ondersteuningsact in een freakshow waar veel grotere gekken in rondliepen, maar de aanhoudende onmacht van talkshows om op natuurlijke wijze (hun) geluid & (een) tegengeluid aan één tafel te krijgen, heeft van hem een publiek figuur gemaakt. Het dunne fundamentje van vermeend gezag dat je kunt bouwen op mediabekendheid was genoeg om Dokter Eenoog te worden in het land der door lockdownwoede verblinde mensen. Ineens was de semi-sjamaan met de gespleten tong relevant en lagen zijn uitspraken continu onder het vergrootglas der verontwaardiging bij dezelfde media die hem eerst voor hun voetlichten hadden uitgenodigd.

Het was desondanks helegaar niet moeilijk om Willem Engel geheel te negeren en daarom hoefde ik ook geen hekel aan hem te hebben. Don’t feed the trolls, was ooit de tegenwoordig helaas in onbruik en vergetelheid geraakte gouden regel van het internet. Willem Engel is een trol. Gaap, boeien, next.

Degenen die zich wel perpetueel piswoest maakten over Engel zwierden samen met hem op hun gedeelde vicieuze dansvloer naar nieuwe diepten. Ze hadden elkaar hard nodig, de dansleraar en de mensen wier woede hij zo soepeltjes entameerde. Willem kon zichzelf als weerloos slachtoffer presenteren – ‘Kijk nou hoe die coronaregels ons onderdrukken, hoe discussie wordt gesmoord, hoe mensen tegen elkaar worden opgezet’ – en zijn zelfverklaarde vijanden konden zich verzetsheld voelen in de strijd tegen een op zichzelf onzichtbaar griepje.

Een virusstreng die door het land golft in de gedaante van een dansleraar, het is bijna poëtisch. De oorlogsproza uit de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog vielen in het niet bij de tirades op sociale media tegen Engel en consorten, waarbij iedereen die niet bang en afgezonderd thuisbleef of zich de minste mijmering over een vrijdagavond in een volle kroeg liet ontvallen al tot die ‘consorten’ werd gerekend.

De tegenstanders van Willem Engel konden zich verschuilen achter hun schier oneindige aantallen, die zich als virulente vaccins tegen vrijheidsdrang opdrongen aan eenieder die zijn twijfels had bij de ernst van het virus, de noodzaak van bepaalde maatregelen of het gemak waarmee leiders van progressieve, vrije, democratische landen tot uiterste middelen over gingen, of dreigden te gaan.

Willem Engel stond voor de rechter, en ook de rechter liet zich triggeren door Engel. Bij mij druppelde het besef binnen dat ik zijn vijanden hun naargeestige oppressieve enthousiasme nog niet vergeven heb.