Vanwege het lerarentekort worden vaak onbevoegde leerkrachten voor een klas gezet. Deze noodmaatregel is met name in de Randstad zichtbaar, daar krijgen veel kinderen inferieur onderwijs van pokdalige studenten, of mensen die de juiste kennis noch ervaring bezitten.
Ik kom als schrijver op veel scholen en geef daar lezingen over mijn boeken of andere onderwerpen die betrekking op de literatuur hebben. In algemene zin is duidelijk waarneembaar dat de leerkrachten in de provincie veel meer overwicht in hun klas hebben dan de collegas in het westen. Vorige week verscheen in nrc. next een uitstekend en bovendien nobel stuk van schrijver Christiaan Weijts, waarin hij losging op de verplichte leeslijsten, die zich vooral laten kenmerken door hun gedateerdheid en de enorme afstand tussen de belevingswereld van de toenmalige schrijvers en de huidige generaties. Veel literatuur is tijdloos, maar nog meer boeken vallen ten prooi aan de tand des tijds, overleven de modernisering niet, en blijven daarna alleen nog interessant voor historici en literatuurwetenschappers, die een bepaalde periode in onze geschiedenis willen duiden.
Maar, betoogt Christiaan Weijts, we moeten de kinderen die nu een boek in hun handen krijgen gedrukt, zien te prikkelen en motiveren om verder te lezen, en dat lukt niet met een ontoegankelijk werk van bijvoorbeeld Bilderdijk of Feith.
Daar is een rol weggelegd voor de leerkracht, die moet zich niet blind laten leiden door een verstofte canon die in een ver verleden in het leven is geroepen en nog steeds door scholen wordt gehanteerd, maar zelf proactief nieuwe boeken ontdekken die veel meer voelbare raakvlakken hebben met de moderne jeugd. Een Surinaamse Nederlander zou zich beter kunnen identificeren met het werk van Karin Amatmoekrim dan met de avonturen van Adelbrecht in Karel ende Elegast. Het literair boek moet verheffen, informeren, herkenning oproepen, het empathisch vermogen vergroten, maar bovenal moet het mensen aanmoedigen om verder te gaan lezen. Nog een boek. Nog een kort verhaal. Meer. Er is nu dus een mooi pleidooi voor de leraar als gids in het letterenland. Echter, het niveau van de meeste docenten is zo bedroevend dat wij amper van hen kunnen verwachten dat zij alle nieuwe romans lezen en die daarna vurig aan de man zullen brengen.
Afgelopen dagen verschenen twee berichten in de media die weinig hoopvol stemmen: in het basisonderwijs klaagt ruim tachtig procent van de leerkrachten over te hoge werkdruk, die vooral ontstaat uit administratief werk. Hierdoor is er veel ziekteverzuim. Een ander opvallend nieuwsbericht: in Rotterdam zijn ze zo wanhopig op zoek naar kundige docenten dat er een welkomstbonus van vijfduizend euro in het vooruitzicht wordt gesteld. Op die manier willen ze mensen naar de havenstad lokken.
Ik las deze berichten en moest direct aan die arme jongens en meisjes op scholen denken. Terwijl wij, schrijvers, overal proclameren dat een kleine koerswijziging in het onderwijs het leesgedrag van kinderen zal bevorderen, blijkt het werkelijke probleem veel dieper te zitten. Daarom moeten we maar hopen dat ouders weer de noodzaak van literatuur gaan inzien.
Opvoeding begint immers thuis
Volg columnist Özcan Akyol ook op Twitter:@ozcanakyol