'Welkom in de mooiste stad ter wereld'
‘Ik vind het gewoon grappig dat een toerist over de drukte klaagt. Dat is hetzelfde als een hoerenhuis bezoeken en dan gaan klagen over de sekslucht’
In de rij voor de patatzaak staat een toerist te mopperen. Zijn vriendin leunt tegen hem aan. Ze is op haar telefoon aan het sudokuen.
‘Het is hier veel te druk. Als ik dit had geweten hadden we beter naar Berlijn of Londen kunnen gaan, schat,’ zegt hij. Zijn accent geeft weg dat hij uit het noordwesten van de Verenigde Staten komt. Ik heb daar een oom wonen. Al zijn kinderen praten zoals deze toerist praat. Het is een wonderbaarlijke mix van verveling en enthousiasme.
Zijn schat praat niet terug. Ze heeft het te druk met haar Japanse cijferpuzzel. Achteloos gaat ze verder.
‘Of maken jullie het te druk?’ vraag ik.
‘Wat bedoel je?’ vraagt de toerist.
‘Ik vind het gewoon grappig dat een toerist over de drukte klaagt. Dat is hetzelfde als een hoerenhuis bezoeken en dan gaan klagen over de sekslucht. Dit is Amsterdam. Misschien wel de mooiste stad van de wereld. Schoonheid trekt dingen aan. Berlijn en Londen zijn overigens net zo druk.’
‘Ja, maar dit is onze huwelijksreis.’
‘Dan neem ik die zin over het hoerenhuis terug. Even nadenken. Ik vind het gewoon grappig dat een toerist over de drukte klaagt. Dat is hetzelfde als een specht die bij de buren gaat klagen over geluidsoverlast.’
‘Wat? Ben je stoned of zo? Maar in Amerika is het dus nergens zo druk,’ zucht hij.
‘Dat komt denk ik door al die schietpartijen op scholen. Er blijft niemand meer over. Daarom is het er misschien nergens druk?’
‘Dat is echt onzin. Maar wat ik wil zeggen is dat het hier zo commercieel is. Niets draait hier om schoonheid. Alles draait om geld. Dat is in Amerika anders,’ zegt de toerist.
‘Commercieel? Tien jaar geleden bezocht ik Graceland met mijn vader. Over geld verdienen gesproken. Amerikanen kunnen zelfs van de dood een pretpark maken,’ zeg ik.
De toerist begint zijn geduld te verliezen. De patatboer schept wat langwerpige stukjes aardappel in een papieren zak. Hij kijkt naar de toerist en wijst naar een bord. Op het bord staan alle sausjes. Het zijn er vijfentwintig.
‘Wat saus you like?’ vraagt de patatboer.
De toerist kijkt naar zijn vrouw. De vrouw kijkt naar het bord.
‘We want everything!’ zegt ze.
De vrouw rekent af, maar de toerist is nog niet klaar met ons gesprek.
‘Maar jij woont hier dus? Word je niet gek van de drukte?’
‘Ik ben hier zelf gaan wonen, vriend. Je vraagt toch ook niet aan een strontvlieg of hij spijt heeft van het feit dat hij op een drol is gaan wonen? Amsterdam is mijn drol. En ik word niet gek van de drukte. Ik deel mijn drol graag met jullie. Mijn drol is jullie drol. Wees welkom. Ons weer is wisselvallig, maar onze scholen zijn veilig. Nog een fijne huwelijksreis!’ zeg ik.
De toerist lacht. Daarna zoekt hij zijn vrouw. Ze staat aan de overkant van de straat. Hij steekt over. Twee fietsers schelden hem verrot.
Welkom in de mooiste stad van de wereld.
- ANP