James Worthy

James Worthy: 'Ik ben vergeten hoe de lach van mijn vader klinkt'

‘Heeft hij gelachen toen hij ziek was? Ik zoek naar de echo van zijn lach. Naar iets waarop het geluid terug kan kaatsen naar de bron’

James Worthy

In de tram naar de dierentuin kom ik erachter dat ik ben vergeten hoe de lach van mijn vader klinkt. Ik zie zijn gezicht voor me en zie hem lachen, maar er komt geen geluid uit zijn mond.

Het geheugen is een wonderlijk iets. Ik kan recepten onthouden en zonder problemen meerappen met nummers uit 1994, maar de lach van mijn vader ben ik vergeten. Het was een mooie lach. Misschien wel de allermooiste. Onmisbaar. Oorverdovend. Kinderlijk. En ik dacht onvergetelijk.

Bij het terugvinden van sleutels is het van belang dat je nagaat waar en wanneer je deze voor het laatst hebt gebruikt. Ik probeer terug te gaan naar de dag dat ik voor het laatst zijn lach hoorde. Heeft hij gelachen toen hij ziek was? Ik zoek naar de echo van zijn lach. Naar iets waarop het geluid terug kan kaatsen naar de bron. Ja, hij heeft gelachen toen hij ziek was. Ik ben warm. Heel warm. Zijn lach ligt op het puntje van mijn geheugen.

Ik zit naast hem op de bank. Hij heeft net wat appelmoes gegeten. Het halfvolle schaaltje staat op de tafel in de huiskamer. Mijn laptop staat opengeklapt naast de appelmoes. En overal liggen medicijnen. Vroeger lagen overal boeken, maar ik zie nergens meer boeken. Alleen doosjes met pillen.

‘Laat eens wat grappigs zien, jongen,’ zegt mijn vader. Althans, ik denk dat hij dat zegt. Heeft hij mij ooit jongen genoemd? Nee, hij noemde me Jeemo of zoon.

‘Laat eens wat grappigs zien, Jeemo,’ zegt mijn vader. Ik ga naar YouTube en tik de woorden Bottom en Cattle Prod in. Dan druk ik op play. Rik Mayall is verkleed als duivel en Adrian Edmondson als banaan. Het is Halloween en ze gaan langs de deuren met een elektrische veeprikker. Ze willen geen snoep, maar geld. En als de mensen niet betalen, krijgen ze ervan langs met de veeprikker. Het personage van Mayall weet alleen niet hoe hij de veeprikker vast moet houden en geeft zichzelf steeds een schok. Hierdoor poept hij herhaaldelijk in zijn broek. Nee, niet in zijn broek. In zijn maillot. Het geluid van die elektrische schok in combinatie met het geluid van een volwassen man die in zijn broek poept, is hemels. Bijna net zo hemels als de lach van mijn vader.

Ik zit alleen op de bank met mijn laptop en kijk naar het veeprikkerfilmpje van Bottom. De lach van mijn vader zit verstopt in een filmpje van vier minuten. In tien jaar tijd is het filmpje maar 200.000 keer bekeken.

Ik zit alleen op de bank, totdat de lach van mijn vader naast me komt zitten. Het is een luide lach. Ongeremd.

‘Hoe kon je mij nou vergeten?’ vraagt de lach.

‘Wie het laatst lacht, lacht alleen.’

Column
  • AdobeStock