Hij is kleiner dan je denkt, maar dat maakt Dai Carter niet minder indrukwekkend. Het legergroene shirtje heeft zichtbaar moeite de getatoeëerde spiermassa eronder in toom te houden. En de warme begroeting en vriendelijke glimlach ten spijt: je voelt dat er een man tegenover je staat die je met minimale moeite binnen een paar seconden tegen de grond werkt. Dus dat ex-commando/bestsellerauteur/Kamp Van Koningsbrugge-instructeur een kwartiertje later is dan afgesproken, vergeef je hem snel. Hij had bovendien een legitieme reden: Braziliaans jiujitsu – hij zweet nog een beetje na. Interviews zijn ook belangrijk, dat weet hij wel, maar zonder sport is Dai geen mens. Hij heeft het nodig. Zeker nu hij zo druk is. Want de theatertournee na aanleiding van zijn tweede bestseller, Mentale kracht, is prima te behappen, maar de 33-jarige Dai Carter heeft ook nog een gezin: zijn aanstaande vrouw Zoila en twee kleintjes van 2 en 1 jaar oud.
Je krijgt deze vast vaker te horen, maar twee kleine kinderen zijn toch prima te behappen voor een oud-commando?
Lachend: ‘Ja, die hoor ik inderdaad vaker – en het helpt ook. Maar twee weken slaapdeprivatie tijdens een missie is toch echt wat anders dan fokking twee jaar lang slaapdeprivatie. Het is af en toe gewoon pittig. Zeker omdat ik er ook echt wil zijn, ik ga het vaderschap niet uit de weg, neem mijn verantwoordelijkheid. Dus als ik in het theater sta, rijd ik altijd weer naar huis – hoelang ik ook moet rijden.’
De timing is op zijn zachtst gezegd onhandig: twee bestsellers, een succesvol tv-programma, een theatertournee en twee jonge kinderen.
‘Dat is meant to be. Daar geloof ik wel in, dat er een reden voor is dat het nu zo loopt. En het helpt natuurlijk wel dat ik tijdens dit soort levensveranderende gebeurtenissen kan bogen op mijn ervaring als commando – ik weet hoe ik met stress om moet gaan. Het wil alleen niet zeggen dat ik die stress niet voel. Zeker vorig jaar waren er momenten dat ik voelde dat de minste tegenslag me in het ravijn had kunnen laten flikkeren. Niet gebeurd, maar het voelde wel zo. Fuck, ik realiseer me nu dat Zoila en ik volgende maand ook nog gaan trouwen, haha.’
‘Mijn maatje Joost overleed in die jaren bij het Korps Commandotroepen aan kanker. En ja, we misten hem, maar de missie ging door en de missie ging voor’
Voor iemand die zelfhulpboeken schrijft is je leven best een puinzooi.
‘Nee, nee, dat klinkt misschien zo, maar stress en spanning zijn echt niet altijd negatief. Het kan ook goed voelen, zeker als je de kansen pakt die je krijgt. Dat betekent niet dat ik alles maar aanpak, ik maak wel degelijk keuzes. Daardoor kan ik het tot nu toe allemaal goed handelen. Ook omdat we ontzettend veel hebben aan onze families, die helpen enorm. Het is goed te doen.’
Tot je tweeënhalf jaar geleden samen met collega Ray Klaassens werd gebombardeerd tot hoofdinstructeur van tv-programma Kamp Van Koningsbrugge had nog nooit iemand van je gehoord. Sta je weleens stil bij wat er afgelopen jaren gebeurd is?
‘Ik doe dat te weinig, maar afgelopen weekend toevallig wel. Ik zat met mijn zoontje in de tuin, de zon scheen, vogeltjes floten: ik nam echt even de tijd om in dat moment te zijn, te reflecteren. David Goggins noemt dat een “mini aid station”, een klein moment voor jezelf. Hij is een ex-navy seal, een ultraloper, echt een gast van wie ik van onder de indruk ben. In zijn laatste boek schrijft hij over die aid stations – officieel zijn dat punten tijdens een ultrarun waar deelnemers zich even kunnen laten verzorgen. Wassen, scheren, knippen, voeten oplappen en weer 60 mijl rennen, dat idee. Hij heeft dat doorgevoerd in zijn hele leven. Hij gaat nooit op vakantie, pusht zichzelf altijd tot het uiterste en wil de thoughest man of the world worden, maar elke dag bouwt hij een paar van die aid stations in. Bijvoorbeeld even douchen, nergens anders aan denken dan aan die stralen op je huid. Dat soort momenten probeer ik ook heel bewust in te lassen.’
Ik proef een beetje jaloezie als ik je hoor praten over het uithoudingsvermogen van die Goggins.
Lachend: ‘Als ik zie wat hij doet, word ik daar vooral enthousiast van. Ik snap dat gevoel: continu op zoek naar de volgende missie. Ik heb nu niet de tijd om er zo in op te gaan als Goggins, maar ik houd wel van dat soort fysieke uitdagingen – die training, die focus. Dat zit nu eenmaal in me, ik kan niet zonder sport. Dan word ik stapelkrankjorum. Ik doe al sinds mijn vijftiende aan vechtsport, heb bij de luchtmobiele brigade gezeten en daarna tien jaar lang bij het Korps Commandotroepen: mijn brein is ingesteld op fysieke uitdagingen. Zoila wordt er weleens moe van. Ik had vorig jaar het manuscript van mijn laatste boek ingeleverd, ging naar Braziliaans jiujitsu en toen ik thuiskwam, had ik een nieuwe missie: de zwarte band halen in die sport. O my god, zei Zoila, kun je dan niet vijf minuten zonder een missie? Ga gewoon even een uur op de bank zitten!’
Benieuwd naar de rest van het interview? Je leest 't in de nieuwste Revu. Vanaf vandaag verkrijgbaar!
- ANP