Hard, lomp beuken, noemt baanwielrenner Matthijs Bu?chli (24) het in Japan immens populaire keirin. Het lichaam moet zich minstens een halve minuut volledig kapot kunnen trekken op de baan.
Fotografie ANP
Eigenlijk, zegt olympisch medaillewinnaar Matthijs Bu?chli, bestaat baanwielrennen voor een belangrijk deel uit het voorspellen van de toekomst. De renner uit Santpoort heeft even daarvoor nog uitgelegd dat de sport, met die bekende, bijna angstaanjagende steile houten baan, eenvoudig valt te duiden in drie woorden: Hard, lomp beuken. Wie het hoogste wattage trapt op de fiets, die wint. Daarom pijnigt hij, een beer van 1,88 meter en 92 kilo, zichzelf minstens vier keer in de week in de sportschool met sprintseries van 30 seconden. Krankzinnige verzuring, om daarna minutenlang op de grond te liggen kronkelen van de pijn. Het lichaam moet zich minstens een halve minuut volledig kapot kunnen trekken op de baan.
Maar nu komt hij tot de kern. Zo? eenvoudig ligt het namelijk ook weer niet. Waarschijnlijk behoort Matthijs Bu?chli tot de beste baansprinters ter wereld, omdat hij niet alleen heel diep kan gaan, maar bovenal tactisch inzicht heeft. Nadenken en kunnen inspelen op de situatie, dat zijn toch wel de allerbelangrijkste eigenschappen.