Wie Chisinau uitrijdt richting het oosten komt ze al snel tegen; pro-Russische separatisten. Op een kruispunt een uur verwijderd van de Moldavische hoofdstad staat een groepje gewapende mannen met een pantserwagen. Ze houden hier de wacht, voertuigen die de bocht links of rechts nemen worden met rust gelaten, maar wie door wil rijden wordt gecontroleerd. Achter hen ligt namelijk de rivier de Dniester, een rivier die sinds 1992 de officiële grens vormt tussen Moldavië, en een niet-erkend landje dat bekendstaat als Transnistrië.
Voor ons geen controle, wij slaan linksaf. Onze bestemming die dag is ook de rivier de Dniester, maar niet het gebied dat valt onder Transnistrië. Wij zijn op weg naar Molovata Noua. Een dorp aan de separatistische kant van de rivier dat nog altijd trouw is aan Moldavië. Het dorp is een Moldavische enclave, op een rivieroever waar pro-Russische separatisten het voor het zeggen hebben.
De enige connectie die Molovata Noua heeft met de buitenwereld is een veerboot die om de twee uur de rivier oversteekt. De veerboot vervoert goederen, medicijnen en een enkele bezoeker naar het dorp. Voor Molovata Noua vormt deze boot de enige levenslijn die het dorpje heeft met de rest van Moldavië en Europa. Op de boot laten ze er geen twijfel over bestaan in welk land de passagiers zich bevinden. De Moldavische vlag wappert prominent boven de brug.
Terwijl de motor van de boot rustig door ratelt komt aan de overzijde van de rivier Molovata Noua in zicht. Het dorp er slaperig bij. Gebouwd op een landtong in de rivier wordt het dorp van drie kanten omringd door de Dniester. De enige verharde weg vanuit het dorp loopt naar het zuiden, maar deze weg wordt niet veel gebruikt. Ten zuiden van Molovata Noua zitten namelijk de pro-Russische separatisten. De inwoners hier zitten tegen ze aangedrukt.
Het is nu rustig aan de oevers van de Dniester, maar dat was dertig jaar geleden heel anders. Begin jaren negentig, kort na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, werd er op de oostoever van de rivier een korte maar hevige oorlog uitgevochten. Russisch-sprekende inwoners weigerden om onder Moldavisch gezag te leven. Met militaire steun van het Kremlin gingen ze de strijd aan met het leger en wisten zij zich uiteindelijk los te rukken van Moldavië. Op de oostoever van de Dniester stichten ze hun eigen staat, die bekend kwam te staan als Transnistrië. In Molovata Noua sprak haast niemand echter Russisch, de voertaal was en is nog altijd Roemeens. De inwoners wilden niets weten van afscheiding en bleven trouw aan Moldavië.
‘Ik klom terug in een van de bussen die onder vuur was genomen, binnen trof ik een zwangere vrouw aan. Ze lag op de grond in een plas bloed’
Sombere blik
Het lokale museum wordt beheerd door Alexandra Besleaga (48). Ze geeft een rondleiding langs de vele rekwisieten vanuit de gehele geschiedenis van Molovata Noua, bijna de gehele geschiedenis tenminste. Over de oorlog met Transnistrië is in dit museum opmerkelijk genoeg niks te vinden. Wanneer ze een vraag krijgt over de oorlog, maakt haar glimlach plaats voor een sombere blik. Ze loopt naar het raam en kijkt bedachtzaam naar buiten. ‘Ik zal jullie een verhaal vertellen over de oorlog, waarna je zal begrijpen dat ik niet graag over die tijd praat.’
In 1992 toen de strijd op zijn hevigst was, dreigde Molovata Noua onder de voet te worden gelopen door de separatisten. De mannen van het dorp pakten de wapens op om te vechten, de vrouwen en kinderen moesten vertrekken. Alexandra was destijds 17 jaar: ‘Op 20 mei werden alle vrouwen en kinderen geëvacueerd naar de overkant van de rivier. Het lukte om de westoever van de Dniester te bereiken, maar daar ging het mis. Terwijl de inwoners in bussen stapten om te vertrekken naar Chisinau, openden de separatisten het bombardement. Meerdere mortieren kwamen neer op onze kant van de rivier waar honderden vrouwen en kinderen zich hadden verzameld. Iedereen sprong uit de bus en rende naar de dichtstbijzijnde bomen om dekking te zoeken. Na een paar minuten stopte de aanval. Ik klom terug in een van de bussen die onder vuur was genomen, binnen trof ik een zwangere vrouw aan. Ze lag op de grond in een plas bloed, haar ogen wijd open. Ze was geraakt door het mortiervuur. Die vrouw zal ik nooit meer vergeten.’
Molovata Noua viel niet in separatistische handen, het dorp bleef onderdeel van Moldavië. Transnistrië is vandaag de dag nog altijd een de facto onafhankelijke staat, een onafhankelijkheid die overeind wordt gehouden door een Russische troepenmacht van 1500 man. Deze troepenmacht wordt officieel omschreven als ‘vredesmacht’, maar functioneert in feite als Russisch drukmiddel tegen de Moldavische regering.
In de dertig jaar sinds het staakt-het-vuren gebeurde er relatief weinig, maar sinds Rusland Oekraïne binnenviel zijn de spanningen fors toegenomen. Na een reeks explosies in Transnistrië in april van vorig jaar leek het er even op dat ook hier het geweld weer zou oplaaien. Chisinaus aanvraag voor lidmaatschap bij de Europese Unie heeft de relatie met de Russen verder op scherp gezet. Moldavië heeft daarnaast meermaals aangegeven dat de Russische troepen in Transnistrië de Moldavische soevereiniteit schenden en het land moeten verlaten. De Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov sloeg terug door te beweren dat Moldavië het ‘nieuwe Oekraïne’ dreigt te worden, de regering van Moldavië was daarnaast volgens Lavrov ondemocratisch aan de macht gekomen.
In Molovata Noua zorgen dit soort opmerkingen voor veel onrust. Het dorp is erg kwetsbaar vanwege de geïsoleerde ligging. De rest van Moldavië voelt ver weg. In het geval van een nieuwe oorlog zijn de inwoners zich er goed van bewust dat hun dorp waarschijnlijk als eerste aangevallen zou worden.
Oleg Gazea is de burgemeester van Molovata Noua, hij heeft de ingewikkelde taak om ondanks deze spanningen het dorp draaiende te houden. We ontmoeten hem in zijn kantoor. Vanachter zijn bureau vertelt de burgemeester hoe de inwoners leven met deze constante dreiging. ‘Als er oorlog uitbreekt, komt dit dorp op de frontlinie te liggen en zullen de inwoners opnieuw moeten strijden. In 1992 wisten we stand te houden, ons dorp werd nooit bezet.’
Hij vertelt hoe het dorp na de oorlog weer werd ontwapend. Russische soldaten hielden toezicht terwijl alle inwoners hun wapens overhandigden. Volgens de burgemeester waren de Russen verbaasd dat de dorpelingen zo lang stand hadden gehouden met zo weinig. ‘Het is een teken van de vastberadenheid van ons dorp om bij Moldavië te blijven. Als het weer oorlog wordt, zullen we ons opnieuw tegen de Russen verzetten.’
In het museum peinst Alexandra er niet over om te vertrekken: ‘Mijn man werkt bij de politie en zal opgeroepen worden om het dorp te verdedigen. De dreiging van een nieuwe oorlog is hier altijd aanwezig, het is de prijs voor wonen in Molovata Noua, een prijs die ik graag betaal, maar die ik mijn kinderen liever bespaar. Zij wonen inmiddels in Duitsland, ik heb ze aangeraden naar het buitenland te vertrekken. Ikzelf blijf hier.’ Alexandra drukt ons wel op het hart dat ondanks alles wat ze heeft meegemaakt, ze de inwoners van Transnistrië niks verwijt: ‘De mensen aan de andere kant zijn slachtoffer geworden van Russische propaganda, ik heb eigenlijk met ze te doen. Hopelijk kunnen we de vrede behouden.’
Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest 't in de nieuwste Revu.
- Thomas van Linge
- Thomas van Linge