James Worthy

James Worthy: 'Twee meisjes uit een studentenhuis praten over seks zoals oude mensen over het weer praten'

‘Piemel klinkt zo niet porno. Piemel klinkt als een van die dwergen van Sneeuwwitje’

James Worthy

Twee meisjes van het studentenhuis zitten in de tuin. Ze praten over wat ze gisteravond niet hebben gedaan, maar vanavond wel willen doen. Het is zomer. De zon hangt boven de stad als een glurende buurman.

‘Hij is te netjes. Te netjes om verliefd op te worden, begrijp je?’ zegt het ene meisje. Haar stem klinkt doorleefd en doorrookt.

‘Ik begrijp je. In de slaapkamer is geen plaats voor mes en vork. Jongens moeten me opeten met hun handen. Ik wil onder hun nagels achterblijven, weet je wel?’ zegt het andere meisje. Ze draagt een witte bikini en haar teennagels zijn roder dan de aambeien van een baviaan.

‘Ik ben gewoon heel erg slecht in voorspelbaarheid. Niets kan mijn verliefdheid zo snel blussen. Ik heb je toch weleens verteld over mijn penvriend die in de gevangenis zit?’

‘Ja, of course, hij zit vast voor een bankoverval of zo. Schrijft hij mooi?’

‘Nee, maar dat vind ik juist zo leuk. Alle brieven die ik van jongens krijg, zijn mooi. Jongens gaan compleet Shakespeare als ze gevoelens krijgen. Wesley is anders. Zijn zinnen zijn kort en onvoorspelbaar. Hij doet wel zijn best of zo, maar zijn best is niet heel best, begrijp je?’

‘Ik begrijp je als een malle, zuster. De jongens van nu hebben te veel romcoms gekeken. Ze denken dat vrouwen overrompeld willen worden. Alles moet episch zijn. Ik heb daar geen tijd voor. Ik wil gewoon een leuke tijd hebben en af en toe klaarkomen.’

‘Dus dat! Een jongen van de uni gaf mij laatst een cassettebandje met zijn favoriete liedjes erop. Ik begrijp dat niet. Wat is daar romantisch aan? Hij koloniseert de popmuziek, weet je wel?’

Preach! Ik ben ook helemaal klaar met dat claimen. Plant je vlag in de maan, maar niet in mij. Ik ben van niemand.’

‘Behalve in de slaapkamer dan.’

‘Ja, daar ben ik van iedereen. Maar dat is mijn keuze. Tussen de lakens ben ik Neil Armstrong en het fucking maanoppervlak.’

‘Ik ben zo blij me jou in mijn leven.’

Same, same, same, girl.

Het is nog steeds zomer. De zon hangt boven de stad als een lustopwekkende stralenkrans. Een oude vrouw ligt naast een staande ventilator. De bakfietsen staan te bakken voor het kinderdagverblijf.

De twee meisjes van het studentenhuis smeren elkaar in met zonnebrand. Ze praten over seks zoals oude mensen over het weer praten.

‘Hij heeft wel een mooie piemel. En dat is best knap. Piemels zijn bijna nooit mooi.’

‘Dat ligt ook aan het woord piemel. Ik zeg nooit piemel. Geef mij maar pik. PIK! Kort maar krachtig, you get me?’’

For sure. Piemel klinkt zo niet porno. Piemel klinkt als een van die dwergen van Sneeuwwitje. Pik doet niet aan sprookjes.’

‘Geef mij maar pik. Hebben we nog witte wijn, schat?’

‘Ik zal even in de keuken kijken, maar ik denk het wel. Het is zomer, babe. Er is altijd nog wel een fles wijn in de zomer.’

Het is 31 graden. De zon hangt boven de stad als een gele punaise die iedereen gelukkig maakt.

Column
  • Adobe Stock