James Worthy

James Worthy: 'Kat Keesje was mijn klankbord in de stilte waar ik zelf niet voor had gekozen' 

‘Toen ik een relatie met mijn vrouw kreeg, moest ik kiezen tussen mijn vrouw of mijn kat. Het was nog best een lastige keuze’

James Worthy

Als mijn moeder op vakantie is, zorg ik voor haar kat. Eigenlijk is Keesje mijn kat, maar toen ik een relatie met mijn vrouw kreeg, moest ik kiezen tussen mijn vrouw of mijn kat. Het was nog best een lastige keuze. Keesje was er voor me gedurende mijn bodemloze liefdesverdriet. Ze kwam op mijn schoot zitten, toen ik niemand op mijn schoot wilde hebben. Ze gaf me kopjes als ik te diep in het glaasje had gekeken. Keesje was mijn klankbord in de stilte waar ik zelf niet voor had gekozen.

Vandaag de dag is Keesje het klankbord van mijn moeder. Als weduwe heeft ze ook te maken met een stilte waar ze niet zelf voor gekozen heeft. Keesje brengt vreugde. Keesje brengt geluiden. Keesje brengt verantwoordelijkheden.

De kat ligt op de bank die ooit van mijn vader was. Ze is oud. Ze slaapt veel en doet weinig, maar ze heeft geen pijn. Dat is wat het leven is. Zo lang mogelijk proberen om geen pijn te hebben.

Met een blik vol kattenbrokjes loop ik door mijn ouderlijk huis. Ooit zal dit het ouderlijk huis van iemand anders worden. Ooit zal mijn slaapkamer een keuken worden.

Keesje loopt halfslapend achter me aan naar de keuken. Ik trek een blikje kattenvoer open. Iets met tonijn en heel veel vocht. Gulzig vreet ze haar schaaltje leeg. Te gulzig. Niet veel later kotst ze haar schaaltje weer vol. Ik ga zachtjes met mijn rechterhand over haar rug.

‘Alles komt goed, ouwe, maffe Kees,’ zeg ik. Aan haar langste snorhaar hangt een druppel kots.

Met een halfvolle gieter stap ik het balkon op. Mijn moeder is dol op haar balkon. Vroeger, toen ik nog klein was, blies ze sigarettenrook in alle plantenbakken. Ik vond dit prachtig om te zien. Ze zei dat de bladluizen een hekel aan sigarettenrook hadden. ‘En de plantjes niet dan?’ vroeg ik.

Aan de waslijn hangen kledingstukken die al zeker een jaar aan de waslijn hangen. Ze zijn inmiddels zo droog, dat ze niet nat meer kunnen worden.

Eerst begreep ik niet waarom mijn moeder die kledingstukken zo lang liet hangen, maar ik begrijp het nu. Als er veel was aan de waslijn hangt, is het bijna onmogelijk om je alleen te voelen. Een volle waslijn ademt leven. Een volle waslijn ademt gezin.

Keesje klimt weer op haar bank. Ik zeg tegen haar dat ik moet gaan. Terug naar huis. Terug naar het ouderlijk huis van mijn zoon. Ze geeft een kopje aan mijn gebalde vuist. ‘Tot morgenavond,’ zeg ik, terwijl ik de voordeur achter me dichttrek.