In de eerste week van september 2007 woedde een allesvernietigende orkaan genaamd Felix over de Caribische eilanden, overleed operalegende Luciano Pavarotti in zijn woonplaats Modena en waarschuwde Osama bin Laden in een videoboodschap dat de oorlog in Irak enkel zal worden beëindigd indien alle Amerikanen zich bekeren tot de islam.
Toch kwam voor veel Nederlanders het schokkendste nieuws van die week uit Denekamp, een kleine gemeente in Overijssel. Of beter: uit de rimboe van Colombia, waar een inwoonster uit het Nederlandse dorp bleek te vechten voor de FARC, een gevreesde guerrillabeweging die opkomt voor de onderdrukte Colombiaanse burger. ‘Ik verveel me, ik heb honger en de vijand is in geen velden of wegen te bekennen,’ schreef deze Tanja Nijmeijer in haar uitgelekte dagboek.
‘Soms droom ik van Nederland en word ik huilend wakker. Heb ik hier wel goed aan gedaan?’
Een kleine twee maanden eerder moest de 29-jarige Twentse haar guerrillakamp, diep in het Colombiaanse regenwoud, halsoverkop verlaten toen zij en haar FARC-kameraden daar werden aangevallen door het Colombiaanse leger. Nijmeijer wist weg te komen, maar vergat haar dagboek mee te nemen. Via het leger kwam haar onthullende verhaal in handen van El Tiempo, een lokaal dagblad, dat de openbaringen van de Nederlandse ‘FARC-terrorist’ publiceerde. ‘Ik voel me verward en eenzaam,’ schreef Nijmeijer verder over haar leven als guerrillastrijder. In haar intieme testament, dat ze tussen de zomers van 2006 en 2007 optekende, schetste Nijmeijer een beweging die gestuurd werd door corrupte en seksistische leiders die vogels doodschoten met hun jachtgeweer en zich makkelijk lieten beïnvloeden door de bloeiende cocaïnesmokkel. ‘Soms droom ik van Nederland en word ik huilend wakker. Heb ik hier wel goed aan gedaan?’
De grote vraag was natuurlijk: hoe kon een meisje uit Twente in hemelsnaam terechtkomen in een ultralinks guerrillaleger dat al decennialang tegen het Colombiaanse leger vecht, zichzelf financiert met drugsgeld én berucht was voor terroristische daden tegen onschuldige burgers?
Geen Potter maar Freud
Voor het antwoord moeten we terug naar 1990. Als 10-jarige scholiere in Denekamp beseft Tanja Nijmeijer langzaamaan dat het dorp waarin zij opgroeit voor haar te klein is. In de in 2021 verschenen autobiografie Tanja Nijmeijer – van guerrilla naar vredesproces schetst de Twentse hoe zij zich urenlang op de wc van haar basisschool en later het Carmellyceum in Oldenzaal – ‘de enige plek waar niemand mij lastigviel’– opsluit om boeken te lezen. Harry Potter interesseert haar niet; Inleiding tot de psychoanalyse van Sigmund Freud des te meer. ‘Vaak leende ik vier tot vijf boeken per week in de piepkleine bibliotheek die Denekamp rijk was,’ aldus Nijmeijer. Over haar woonplaats zegt zij in de deze week verschenen documentaire Tanja – Dagboek van een guerrillera: ‘Mensen wonen daar en gaan daar dood. Ik wilde veel meer van de wereld zien.’ Gestuwd door haar katholieke opvoeding neigt Nijmeijer naar een leven als kloosterzuster, maar dat loopt anders.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest 't in de nieuwste Revu.