Oorlogsjournalist Hans Jaap Melissen verklaart de oorlog zijn liefde

Oorlogsverslaggever Hans Jaap Melissen probeert in zijn boek Van oorlog ga je houden uit te leggen waarom hij en anderen van de oorlog houden. ‘Als militairen worden geïnterviewd is de standaardinstelling van de Nederlandse journalist: we gaan over trauma’s praten. Maar als je naar de cijfers kijkt, raakt slechts een absolute minderheid van de militairen getraumatiseerd door de oorlog. Dat is veel interessanter.’

Oekraïne

Hans Jaap Melissen zit meer dan een kwart eeuw in het vak en verslaat voor verschillende media oorlogen en humanitaire rampen vanuit alle hoeken in de wereld: van Kosovo tot Irak, van Haïti tot Afghanistan, van Libië tot Oekraïne en van Syrië tot Libanon. Hij is net teruggekeerd van een trip naar Australië. Dit keer niet om een ramp of oorlog te verslaan, maar gewoon om met het gezin op vakantie te zijn en familie te bezoeken.

Van oorlog ga je houden is de titel van je boek. Wat bedoel je daarmee?
‘Voor mijn werk doe ik verslag van de verschrikkingen van de oorlog, die zijn er veel en dat is de basis. Maar na verloop van jaren ging mij ook iets anders opvallen in de oorlog: mensen kunnen er ook door opknappen. De gemene deler van alle mensen die ik in mijn boek spreek is dat ze ondanks alle verschrikkingen ook positieve dingen uit de oorlog halen. Mensen gaan van de oorlog houden omdat ze dan op een heel ander niveau leven dan ze gewend zijn: het leven zelf staat op het spel en dat brengt een grote intensiteit met zich mee. Er moet voor het leven zelf gevochten worden en dat is iets heel anders dan het lethargische luxeleventje dat we in Nederland leiden en waarin het soms moeilijk is om betekenis te vinden. Je kunt denken: ik ga zoveel mogelijk geld verzamelen, een tweede huis kopen, een boot, of weet ik veel wat, maar als het gaat om het geluksniveau voegt dat vaak weinig toe.’

‘In het steeds rijker en makkelijker worden van de samenleving mag je al van een trauma spreken als het Nederlands elftal in de kwartfinale van het WK wordt uitgeschakeld’

In de oorlog is het makkelijk om betekenis te vinden.
‘De oorlog dwingt je met het leven bezig te zijn en het te waarderen. In mijn boek komt een 19-jarig meisje in Charkiv aan het woord die zegt dat ze zich nog nooit zo goed heeft gevoeld als tijdens de oorlog. Nou, waar ligt dat aan? Normaal gesproken ben je op die leeftijd een beetje zoekende, maar door de oorlog is dat niet meer nodig: het leven wordt in zwart-wittinten aan je gepresenteerd, in plaats van de normale grijstinten. De oorlog is écht leven in plaats van voortmodderen, je geluksniveau kan ervan omhoog schieten.’

Militairen missen vaak de kameraadschap die ze tijdens de oorlog ervoeren.
‘Ja, maar zoiets kan ook voor burgers gelden. Denk aan het begin van de coronapandemie, toen nam de saamhorigheid even toe, met allerlei mensen die aanboden boodschappen voor ouderen te doen en dat soort dingen. Mensen waren enthousiast om iets wezenlijks voor elkaar te betekenen. Die saamhorigheid zie je nu ook heel duidelijk in Oekraïne. Er is een duidelijke vijand die een bedreiging vormt voor alle Oekraïners, dus bij de bushalte heb je meteen gesprekken op een bepaald niveau. Dan gaat het niet zoals in Nederland over je nieuwe zwarte kraan of je industriële deurkozijnen, maar bijvoorbeeld over hoe de thuissituatie is, te midden van al het oorlogsgeweld.’

Twee Oekraïense militairen vieren hun huwelijk in Kyiv.

Er zijn zelfs mensen die moeite hebben om zonder de oorlog te leven. ‘Ik moest terug. Ik kon niet eten, ik kon niet slapen. Ik kan alleen dit doen, denk ik,’ zei ‘Dutch’, een Nederlander die in Oekraïne tegen de Russen vecht, laatst tegen de NOS.
‘Dat mensen moeite hebben om zonder de oorlog te leven is geen uitzondering, maar er wordt altijd overheen gepraat. Als militairen worden geïnterviewd is de standaardinstelling van de Nederlandse journalist: we gaan over trauma’s praten, want die militairen zullen wel getraumatiseerd zijn. Maar als je naar de cijfers kijkt, raakt slechts een absolute minderheid van de militairen getraumatiseerd door de oorlog. Dat is veel interessanter, want blijkbaar vinden soldaten dan ook iets positiefs in de oorlog. In mijn boek spreek ik verschillende psychiaters en psychologen over posttraumatische stressstoornis en zij wilden heel graag met mij spreken omdat ze ook een keer af willen van het clichéverhaal dat iedereen die naar de oorlog gaat, getikt terugkomt. Veel mensen die met problemen uit de oorlog komen, waren voor de oorlog waarschijnlijk al instabiel of hebben echt heel traumatiserende dingen meegemaakt. Maar puur de aanwezigheid op een plek waar vreselijke dingen gebeuren is over het algemeen helemaal niet traumatiserend.’

Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest 't in de nieuwste Revu.

Mens & Maatschappij
  • ANP, AFP, Pro Shots