Leon Verdonschot: 'Soms heb ik de indruk dat Thierry Baudet niet weet wat hij zegt. Maar het is veel erger'
‘Zien we je binnenkort op een foto in een Palestina-sjaal, als opvolger van de piano, de branding en het zakje lavendel? Vragen, vragen’
Beste Thierry Baudet,
In een wereld die vooral verwart, is het af en toe geruststellend te kunnen terugvallen op de zekerheid van totale waanzin. Op jou dus.
Je stond afgelopen week met een interview in de Volkskrant en ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik niet geregeld lachend mijn koffie uitproestte. Helaas nam het interview slechts twee pagina’s in beslag, dus het ging over veel zaken níét. Zo ben ik zelf benieuwd naar je Israël-omslag. Was FvD vroeger een steunpilaar van het land, een wonderlijke combinatie met de antisemitische oprispingen in de partij, inmiddels is daar niets meer van over. De motie van Kamerlid Stoffer (SGP) van 12 oktober die steun uitsprak voor Israël werd gesteund door een meerderheid van de Tweede Kamer (ook door GroenLinks en PvdA, die daar inmiddels spijt van hebben), maar niet door FvD. Wat is daar gebeurd? Zien we je binnenkort op een foto in een Palestina-sjaal, als opvolger van de piano, de branding en het zakje lavendel? Vragen, vragen.
Daar ging het dus niet over. Wel over de maanlanding. Opnieuw zei je: ‘Ik vind het een onwaarschijnlijk verhaal. Het is toch heel merkwaardig dat we nooit zijn teruggegaan bijvoorbeeld?’ Dat laatste vond ik een briljant bedacht argument: een gebeurtenis in twijfel trekken omdat hij eenmalig is. Opeens snapte ik ook de complottheorieën over 9/11 beter: als dat echt zou zijn gebeurd, waren terroristen daarna nog wel teruggekomen om de Trump Tower in te vliegen.
Maar mijn favoriete interviewgedeelten waren die waarin je werd geconfronteerd met citaten uit je eigen boeken. Al jaren vraag ik me af hoe je het voor elkaar krijgt om in zo’n enorm tempo te schrijven. Noem het gerust bewondering, al nam die wat af toen ik je bestseller Het coronabedrog las, en vrij snel duidelijk werd hoe je 286 pagina’s vol bluft: door een slechtzienden-lettertype te gebruiken en alleen al 24 van die pagina’s te vullen met een opsomming van alle coronamaatregelen. Maar dan nog. De productiviteit van de schrijver Baudet is indrukwekkend. Je bedankte in Het coronabedrog je ‘vriend en inspirator’ Robert Jensen voor zijn ‘fantastische hulp’ bij het schrijven. Wellicht helpt dat meer dan ik zou verwachten op basis van Jensens analfabete voorkomen. Of was je je tijd allang vooruit, en helpt AI je bij het schrijven? Liever artificiële intelligentie dan die van Robert Jensen, zou ik zeggen.
De Volkskrant confronteerde je met je gebruik van het woord ‘oorlog’ in een van je boeken, als regeermodel van het kabinet. Je reactie: ‘Nou wacht even, oorlog, oorlog, oorlog? Waar staat dat?’ Vervolgens liet de Volkskrant zien waar het staat. Toen wist je het weer. Iets later hield de Volkskrant je voor dat je het woord rechtspraak tussen aanhalingstekens zet. Je reactie: ‘Waar heb ik de term rechtspraak tussen aanhalingstekens gezet?’ De Volkskrant liet zien waar. Jij: ‘O ja.’
Soms heb ik de indruk dat je niet weet wat je zegt. Maar het is veel erger. Je weet niet wat je schríjft. ‘Zijn wij nu gek, of is de wereld gek?’ vraag je je af in het interview. Er is een optie c: beide.
- NL Beeld