Ongehoord Nederland-voorzitter Arnold Karskens: 'Alles is beter dan zwijgen'

Arnold Karskens was nazi-jager en roemrucht oorlogsverslaggever, maar tegenwoordig ziet deugend Nederland hem vooral als oproerkraaier en zelfs fascist. De voorzitter van omroep Ongehoord Nederland laat zich niet gek maken. ‘De top van de NPO wil ons pootje lichten, maar dat zal ze niet lukken. Want dat is dan meteen het einde van de democratie.’

Arnold Karskens

Je was de nietsontziende oorlogsverslaggever, onze dapperste man in den vreemde, op handen gedragen in de talkshows. Nu ben je daar een soort paria geworden.
‘Ja, maar ik ben ook concurrentie voor hen. En laten we eerlijk zijn, ik was een unembedded journalist, niet ingekwartierd bij een legeronderdeel. Ik bracht echt een ander, realistisch geluid van het slagveld, en dat doe ik nog steeds. In april zat Ongehoord Nieuws bij de vijf meest gewaardeerde programma’s van de NPO. Dat zien ze ook wel. Ik kan het ze niet eens kwalijk nemen dat ze me met scheve ogen aankijken.’

Maar dat is toch niet de echte reden? Het is toch vanwege het geluid waar je voor staat, wat in hun ogen volstrekt verwerpelijk is?
‘Voor die mensen misschien wel, maar we geven een stem aan mensen die kritiek hebben op de massa-immigratie, klimaathysterie, stikstofgekte en noem maar op. En zeker als je het hebt over massa-immigratie, meer dan twee derde van de bevolking denkt er precies zo over als wij. Het probleem met de NPO is: het vertegenwoordigt niet meer de Nederlandse gedachten en ideeën die breed leven. Het is een links bolwerk geworden, waarin op Radio1 om negen uur ’s ochtends en om vijf uur ’s middags exact hetzelfde wordt geuit. En als je dan zegt: “De wereld steekt toch iets anders in elkaar”, dan hebben ze daar moeite mee. Van een publieke omroep is het steeds meer een politieke omroep geworden.’

Van oudsher stond de publieke omroep voor pluriformiteit. Er was op een gegeven moment zelfs zorg dat het Frans Bauer-publiek te weinig bediend werd. Toch stuit ON! vooral op weerstand.
‘Dat gold ook voor Omroep MAX. Jan Slagter zei tegen me: “Toen ik binnenkwam, wilde niemand me een hand geven.” Dat heb ik ook een beetje. PowNed en dergelijke hadden het in het begin ook niet altijd even makkelijk, dus het is een deel van ergens binnenkomen en een ander geluid brengen, waarbij je de ander wijst op zijn gebrek. Want hadden ze ons geluid al gebracht, dan was ik helemaal niet nodig geweest.’

‘Als je Ongehoord Nederland verbiedt, is dat het einde van de vrijheid van meningsuiting in Nederland, laat dat heel duidelijk zijn’

Maar dat verafschuwen ze toch juist, dat geluid?
‘Dat is het eigenlijk.’

Dat willen ze toch helemaal niet horen?
‘Een groot deel van de achterban van de NPO wil het wél horen. Iedereen weet dat het fout loopt. Kijk om je heen! Dat is gewoon een gegeven. Veel mensen vinden het heel prettig dat er een omroep is die níet z’n kop in het zand steekt. Ik teer op 40 jaar oorlogsverslaggeving, ik ben niet bang uitgevallen. Ik heb zestien boeken geschreven, veelal over de journalistiek. Ook over de geschiedenis van de Nederlandse oorlogsverslaggeving.’

Benieuwd naar de rest van het interview? Je leest 't in de nieuwste Revu. Vanaf vandaag verkrijgbaar!

Interview
  • NL Beeld