Het leven heeft zichzelf niet ineens in elkaar geflanst als een tornado in een schroothoop. Het kwam ook niet zomaar opduiken bij het proberen van alle mogelijke opties voordat het koos wat het beste werkte. Al het leven op deze door de ruimte zwevende rots onder onze voeten ontstond door middel van de langzame, meanderende trial-en-errormethode (wat beter error-en-trial had kunnen heten) waarmee de evolutie zich de laatste 4 miljard jaar op aarde voltrekt.
Wij hebben overigens niet de enige ruimterots die er bestaat. Er zitten acht planeten in ons zonnestelsel (tot voor kort nog negen, totdat arme Pluto in 2006 werd gedegradeerd), met nog een aantal dwergplaneten (waarvan Pluto er nu een is) en honderden manen. Hoewel het aantal potentiële kandidaten voor een hemelse plek om leven te herbergen sterk beperkt wordt door enkele specifieke voorwaarden – vloeistof, een atmosfeer, bescherming tegen de straling van de zon – zijn er onder hen toch enkele interessante kanshebbers. Titan – de grootste maan van Saturnus – heeft een dikke, stikstofrijke atmosfeer, compleet met wollige wolken en seizoensgebonden stormen (hoewel het er benzine regent en de sneeuw uit pure roet bestaat). Ganymedes – Jupiters grootste maan – heeft een kern van vloeibaar ijzer, dat rondklotst, waarbij een magnetisch veld ontstaat (het magnetische veld van de aarde vormt een schild tegen de felle stralen van de zon, die anders ieder stukje dna zou vernietigen en iedere levend wezen zou verbranden). Europa – een andere satelliet van Jupiter – heeft een oceaan van vloeibaar water net onder de oppervlakte, rijk aan zouten en andere ingrediënten die in onze wereld de chemie hebben veranderd in biochemie.
Bacteriën bestaan al vanaf het eerste begin van het leven en zullen er zijn tot het einde van het leven op aarde, lang nadat wij zijn uitgestorven
Buiten ons kleine stukje van het universum zijn er nog meer kandidaten. In de jaren negentig werden de eerste exoplaneten ontdekt – planeten buiten ons zonnestelsel – en sindsdien zijn er duizenden andere bevestigd. Miljoenen andere wachten nog op classificatie. De aarde mag dan barsten van leven, het universum barst van de planeten.
De kans dat er leven bestaat buiten de aarde is onmogelijk te berekenen, want tot nu toe hebben we alleen nog maar een klein monster genomen van het universum. Dit is eigenlijk een vraag met maar twee mogelijke antwoorden: óf er is ergens anders in het universum leven, óf we zijn alleen. Uit wetenschappelijk oogpunt is dit een win-winsituatie: beide antwoorden zijn even verbluffend.
Bacteriën
Het meeste leven op aarde bestaat uit bacteriën, minuscule eencellige organismen die iedere andere vorm van leven zowel in massa als in aantal overtreffen. Ze zijn zelfs talrijker op ons lichaam; wij zijn allen gastheer voor veel grotere aantallen bacteriële cellen dan onze eigen menselijke cellen. Aangezien ze veel kleiner zijn dan onze cellen, zijn we qua massa nog steeds grotendeels mens, maar qua aantal zijn we grotendeels iets anders. Bacteriën bestaan al vanaf het eerste begin van het leven en zullen er zijn tot het einde van het leven op aarde, lang nadat wij zijn uitgestorven. Gezien de dominantie van bacteriën, denken we dat deze eenvoudiger levensvormen goede modellen zijn voor buitenaards leven, maar ondanks ons grote respect voor bacterieel leven op aarde – we zijn er, nog belangrijker, bovendien helemaal van afhankelijk – moeten we toegeven dat ze nogal saai zijn. Vooral om naar te kijken, want ze zijn te klein om te kunnen zien.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest 't in de nieuwste Revu.
- ANP, BBC Archives, Adobe Stock